Samenvatting Jaar 1, Module 3, Week 1

Week 1 Introductiecollege Zwangerschap en bewegingsapparaat




 Richtingsaanduidingen




 Bewegingen

Flexie = buigen
Extensie = strekken

Het skelet:
- Ossa (botten) vormen het benige skelet
- Passieve bewegingsapparaat (je kunt de botten niet zelf bewegen), de spieren maken dit actief
- Gespecialiseerde vorm van bindweefsel
- Kan grote trekkracht weerstaan
- Bestaat uit cellen
- Osteoblasten  opbouw
- Osteoclasten  afbraak
- Osteocyten  reguleren

Functies van het skelet:
- Bescherming van organen
- Aanhechting van de spieren  beweging
- Stevigheid van het lichaam
- Aanmaak van bloedcellen
- Reservoir van mineralen (calcium)

Gewrichten (Junctura, Joints):
Functie: Verbinding tussen afzonderlijke botten
- Kogelgewricht (schouder en heup)
- Ellipsoïde gewricht (pols, is niet helemaal mooi rond waardoor je niet helemaal goed kan draaien)

1
Week 1 ‘Anatomie’

,- Zadelgewricht (duim)
- Scharniergewricht (knie, elleboog, vinger)
- Rolgewricht (tussen radius en ulna, zitten in je onderarm)

Andere beenverbindingen:
- Wervels (vertebrae)
Tussenwervelschijven en vergroeide wervels in staartbeen
- Schedelbeenderen (naadverbinding)
Vergroeid bij een volwassene, nog niet bij een pasgeborene
- Borstbeen

Kraakbeen (Cartilage):
Functies:
- Steunen van weke delen
- Verbinding botten
- Glijvlak gewrichten
- Groei pijpbeenderen

Typen kraakbeen:
- Hyalien kraakbeen (gewrichten, borstbeen)
- Vezelig kraakbeen (tussenwervelschijven, symfyse)
- Elastisch kraakbeen (neus, oorschelp)

De schedel van een pasgeborene bestaat uit hyalien kraakbeen, deze vorm van kraakbeen kan zich omzetten tot
osteoblast cellen die door verkalking weer bot kunnen worden.

Kraakbeen is niet doorbloed
Voordeel: niet steeds bloedingen als er krachten worden opgevangen
Nadeel: herstel na beschadiging is traag

Afzonderlijke botten:
- Pijpbeenderen
Humerus (opperarmbeen)
Femur (dijbeen)
- Platte beenderen
Schedelbeenderen
Sternum (borstbeen)
Ossa coxae (heupbeen)
- Onregelmatige beenderen
Vertebrae (wervels)

AC week 1: ‘Klachten’

Trigger points  myosine en actine laat niet meer los en blijft dus samengeknepen

Urine incontinentie:
- Stress Urine Incontinentie SUI
Gebeurt als de druk op de blaas de druk van de plasbuis overstijgt.
- Urge Urine Incontinentie UUI
- Mixed Urine Incontinentie MUI

Anale incontinentie:
- Anale incontinentie
Lucht (flatus)
Vocht (soilling)
2
Week 1 ‘Anatomie’

, - Fecale incontinentie
Ontlasting (feces)

Anaal sfincter letsel:
1e graad alleen perineale huid of vaginawand
2e graad huid + bekkenbodem
3e graad
3a: 50% externe sfincter
3b: meer dan 50% van de externe sfincter
3c: de hele externe sfincter is door en de interne sfincter is ook aangedaan
e
4 graad is totaal, is de huid + bekkenbodem + externe sfincter + interne sfincter

Levator ani = bekkenbodemspier

Baarmoeder, blaas en laatste stukje darm kan verzakken = Prolaps



Studietaak 1: ‘Skelet en rompspieren’




3
Week 1 ‘Anatomie’