100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Antwoorden

Memo strafrecht

Beoordeling
3,0
(3)
Verkocht
6
Pagina's
3
Geüpload op
15-02-2016
Geschreven in
2015/2016

Dit is een memo voor het vak strafrecht, deze memo gaat over afdoeningsmogelijkheden. Ik heb deze opdracht met een voldoende afgerond.










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
15 februari 2016
Aantal pagina's
3
Geschreven in
2015/2016
Type
Antwoorden
Persoon
Onbekend

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Memo
Openbaar Ministerie
Aan: Officier van justitie
Van: Minou Brouwer
CC: -
Datum: 8/1/2016
Betreft: Voorstel afdoeningsmogelijkheid in de zaak van Geert-Jan



U heeft mij gevraagd een memorandum te schrijven met daarin het
strafbare feit waar Geert-Jan van wordt verdacht. In dit memorandum
staan de afdoeningsmogelijkheden en wat deze inhouden. Daarnaast hebt
u mij gevraagd de wetsartikelen bij de afdoeningsmogelijkheden te
noemen. En de afdoeningsmogelijkheden te toetsen aan het dossier. De
meest geschikte afdoeningsmogelijkheid is een strafbeschikking, een
werkstraf van 180 uren. Ik zal dit onderstaand toelichten.

Geert-Jan wordt verdacht van winkeldiefstal. In zijn verhoor verklaart
Geert-Jan slechts enkele goederen te hebben afgerekend en de rest te
hebben gestolen. Geert-Jan vindt het rechtvaardig wat hij heeft gedaan,
de goederen waren namelijk bedoelt voor het goede doel. Het strafbare
feit waar Geert-Jan van wordt verdacht is diefstal, dit feit is strafbaar
gesteld in art. 310 Sr.

Het Openbaar Ministerie heeft vier afdoeningsmogelijkheden. Namelijk de
zaak seponeren (art. 167 lid 2 Sv), transactie (art. 74 Sr), uitvaardigen van
een strafbeschikking (art. 257a Sv) en de mogelijkheid om de zaak aan te
brengen bij de rechter (art. 258 Sv).

Seponeren bestaat uit twee mogelijkheden namelijk technisch sepot en
beleidssepot. Ten eerste wordt er gebruik gemaakt van het technisch
sepot als er onvoldoende tot geen bewijs is. Bij het technisch sepot zijn er
enkele vervolgingsbeletselen: rechtsmacht, leeftijd, verjaring, overlijden,
klacht, immuniteit en ne bis in idem1. Uit het dossier kan worden
opgemaakt dat er voldoende bewijs is om Geert-Jan te vervolgen. Geert-
Jan heeft namelijk in zijn verhoor verklaart dat hij slechts enkele goederen
heeft afgerekend en hij de rest niet heeft afgerekend. Er is dus voldoende
bewijs. Ook zijn er geen vervolgingsbeletselen genoemd. Daarom is er
geen sprake van een technisch sepot.
Ten tweede kan er gebruik worden gemaakt van het beleidssepot (art. 167
lid 2 Sv). Bij het beleidssepot wordt er afgezien van vervolging op gronden
aan het algemeen belang ontleend2. Er is geen sprake van een
beleidssepot, want er is geen algemeen belang gediend bij de actie van
Geert-Jan. Hij deed dit namelijk omdat hij een keer ‘iets spannends’ in zijn


1 M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer:
Kluwer 2012, p. 216-217.

2 M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer:
Kluwer 2012, p. 217.


Minou Brouwer
Studentnummer: 15069737

, Memo
leven wilde doen. Het stelen was voor het goede doel, maar dit is geen
algemeen belang.

De tweede afdoeningsmogelijkheid is een transactie, er wordt de
verdachte een voorwaarde gesteld ter voorkoming van strafvervolging.
Deze voorwaarden staan in art. 74 lid 2 sub a t/m f Sr. Het aanbieden van
transactie kan alleen als op het strafbare feit een maximale
gevangenisstraf van zes jaar staat. Daarnaast moet de verdachte akkoord
gaan met de strafvervolging. Gaat de verdachte niet akkoord, dan wordt
hij alsnog vervolgt3. Op het strafbare feit staat een gevangenisstraf van
vier jaren. Daarmee voldoet het aan de voorwaarde die aan de transactie
worden gesteld. De meest geschikte transactie is dan het verrichten van
een leertraject. Zodat Geert-Jan kan leren, dat er ook een andere
mogelijkheid is om goed te doen (art. 74 lid 2 sub f Sr).

De derde afdoeningsmogelijkheid is een strafbeschikking (art. 257a Sv).
De officier van justitie kan zonder tussenkomst van de rechter een
verdachte een straf opleggen. Een strafbeschikking bestaat uit een
werkstraf tot 180 uren, geldboete, onttrekking aan het verkeer,
schadevergoeding en ontzegging van de rijbevoegdheid voor maximaal
zes maanden. Het aanbieden van strafbeschikking kan alleen als op het
strafbare feit een maximale gevangenisstraf van zes jaar staat of
verdenking van een overtreding 4. De maximale gevangenisstraf op het
feit waar Geert-Jan van wordt verdacht is vier jaar. Geert-Jan heeft dus de
mogelijkheid tot een strafbeschikking. De meest geschikte
strafbeschikking is een werkstraf van 180 uren.

Tot slot is er de mogelijkheid om de zaak aan te brengen bij de rechter
(art. 258 Sv). Alleen wanneer er geen gebruik is gemaakt van andere
afdoeningsmogelijkheden is dit mogelijk. Dit zijn vaak zware misdrijven te
zwaar om met een strafbeschikking af te doen. Het kan ook worden
gebruikt voor verdachte die al vaker in aanraking zijn geweest met justitie.
Als de zaak wordt aangebracht bij de rechter, dan moet de officier van
justitie een dagvaarding uitbrengen. De zaak aanbrengen bij de rechter is
niet van toepassing. Geert-Jan is namelijk niet eerder in aanraking
geweest met justitie en de zaak is niet ernstig genoeg.

De meest geschikte afdoeningsmogelijkheid is een strafbeschikking,
Geert-Jan moet een werkstraf uitvoeren voor ten hoogste 180 uren bij de
voedselbank (art. 257a Sv). Hij vindt het namelijk nog steeds rechtvaardig
wat hij heeft gedaan. Het is echter wel de eerste keer dat Geert-Jan met
justitie in aanraking komt. Daarnaast is zijn vergrijp niet heel ernstig. Toch
voldoet het een werkstraf van 180 uren uit te voeren bij de voedselbank.
Op deze manier leert hij dat je ook iets goed kan doen voor armen
mensen, zonder dat hij hiermee schade aan hoeft te richten bij een
supermarkt.

3 H.J. Starrenburg & M.P. de Graaf, Praktisch straf(proces)recht, Groningen/Houten: Noordhoff
Uitgevers 2015, p.185.


4 H.J. Starrenburg & M.P. de Graaf, Praktisch straf(proces)recht, Groningen/Houten: Noordhoff
Uitgevers 2015, p.184.



Minou Brouwer
Studentnummer: 15069737
€2,99
Krijg toegang tot het volledige document:
Gekocht door 6 studenten

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten


Ook beschikbaar in voordeelbundel

Thumbnail
Voordeelbundel
blok 2
-
1 4 2016
€ 12,96 Meer info

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle 3 reviews worden weergegeven
8 jaar geleden

8 jaar geleden

8 jaar geleden

3,0

3 beoordelingen

5
0
4
1
3
1
2
1
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
MinouBrouwer Haagse Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
228
Lid sinds
10 jaar
Aantal volgers
146
Documenten
6
Laatst verkocht
2 jaar geleden

3,4

36 beoordelingen

5
7
4
11
3
10
2
4
1
4

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen