Strafrecht
H1
Wanneer kom je met strafrecht in aanraking?
- Als je een strafbaar feit hebt gepleegd. Boek 2/3 SR
Inhoud strafrecht
- Verboden gedragingen
- Bevoegdheden van politie en justitie
- Gang van zaken tijdens rechtszaak
- Straffen en maatregelen die kunnen worden opgelegd
Strafbepaling: verboden gedrag waarop straf staat bij overtreding daarvan.
Doel strafrecht
- Bescherming van de rechtsorde ( veiligheid en rust in de samenleving )
Zonder regels krijg je wanorde en chaos in de samenleving
Legaliteitsbeginsel art 1 wetboek van strafrecht
SR = materieel inhoud
SV = formeel procedure
Rechtsbronnen
Wetten
- Wetboek van strafrecht
- Wetboek van strafvordering
- Bijzondere wetten > relen één onderwerp
- Algemene maatregel van bestuur > algemene regels van de regering
- Verordeningen > algemene regels van lagere overheden zoals gemeenten en provincies
Wetboek van strafrecht
- Boek 1 algemene bepalingen
- Boek 2 misdrijven
- Boek 3 overtredingen
Wetboek van strafvordering
- Boek 1 algemene bepalingen
- Boek 2 strafvordering in eerste aanleg
- Boek 3 rechtsmiddelen
- Boek 4 enige rechtsplegingen van bijzondere aard
- Boek 5 internationale en Europese strafrechtelijke samenwerking
- Boek 6 tenuitvoerlegging
Bijzondere wetten
- Wegenverkeerswet
- Wet wapens en munitie
- Opiumwet
- Wet op de economische delicten
,H2
Indeling wetboek van strafrecht (Sr)
- Bestaat uit 3 boeken (blz. 4937 wetboek)
Boek 1
- algemene bepalingen – van toepassing op alle strafbepalingen in bijzondere wetten. Bijv
Opiumwet. (art. 1 t/m 91)
Boek 2
- misdrijven (art. 92 t/m 421)
- diefstal (art. 310 Sr)
Boek 3
- overtredingen (art. 424 t/m 479)
Misdrijven = zware strafbare feiten > rechtsorde wordt geschonden (boek 2 Sr)
Overtredingen = lichte strafbare feiten > alleen overtreding van de wet (boek 3 Sr)
(Provinciale) en gemeentelijke verordeningen (Apv) overtredingen
Misdrijf Overtreding
Wetboek van strafrecht Boek 2 Boek 3
Straf Gevangenisstraf Hechtenis (huis van bewaring)
Poging tot Strafbaar Niet strafbaar
Medeplichtigheid aan Strafbaar Niet strafbaar
Behandeling Strafkamer rechtbank kantonrechter
Reikwijdte van het strafrecht
Territorialiteitsbeginsel Nederlandse strafwet is van toepassing op een ieder die op Nederlands
grondgebied een strafbaar feit pleegt. Art. 2 Sr. !!
Uitbreiding grondgebied Nederlandse strafwet geldt ook voor iedereen aan boord van een
Nederlands schip of vliegtuig. Art. 3 Sr. !!
Universaliteitsbeginsel het Nederlandse strafrecht is van toepassing op iedereen die zich buiten
Nederland schuldig maakt aan bepaalde in de Nederlandse strafwet genoemde misdrijven. Art. 4 Sr.
- Internationale belangen en veiligheid. Bijv. terrorisme en vliegtuigkaping.
Personaliteitsbeginsel vier eisen:
1. Buiten Nederland gepleegd
2. Door Nederlander
3. Hier strafbaar als misdrijf
4. In betreffende land strafbaar
- Bij sommige misdrijven doet het er niet toe waar het wordt gepleegd als het door een
persoon met Nederlandse nationaliteit word gepleegd, is de Nederlandse strafwet van
toepassing.
- Wanneer verjaring art. 70 Sr
, H3
!! Strafbepaling, drie onderdelen
1. Delictsomschrijving = beschrijving van het verboden gedrag.
2. Kwalificatie = juridische naam van het delict.
3. Sanctienorm = maximale straf die de rechter mag opleggen.
Diefstal art. 310 Sr
Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Art. 23 Sr alle geldboetes
Doodslag 287 Sr
Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan doodslag, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
In NL werken we met maximumstraffen, de rechter heeft de vrijheid om te bepalen hoe hoog de straf
wordt.
Bestanddelen woorden die in de delictsomschrijving staan.
- Enig goed
- Dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort
- Wegnemen
- Oogmerk
- Wederrechtelijk
- Toe-eigenen
!! Pas als aan alle bestandsdelen is voldaan, kan iemand gestraft worden !!
Wederrechtelijkheid en schuld, twee extra voorwaarden voor strafbaarheid
1. Wederrechtelijkheid het gedrag is in strijd met het recht.
2. Schuld de daad kan de dader verweten worden.
Schuld = verzamelterm voor elke vorm van verwijtbaarheid.
1. Opzet > bedoeling om kwaad te doen.
2. Schuld in enge zin > geen bedoeling om kwaad te doen. (perongelijk)
Er is sprake van een strafbaar feit bij:
1. Voldoen aan volledige delictsomschrijving
EN
2. Wederrechtelijkheid (in strijd met het recht)
EN
3. Schuld
Uitzonderingen:
- Niet voldaan aan alle bestanddelen
- Toch strafbaar onder bepaalde omstandigheden
- Bij poging en deelneming
H4 wetsartikelen
H1
Wanneer kom je met strafrecht in aanraking?
- Als je een strafbaar feit hebt gepleegd. Boek 2/3 SR
Inhoud strafrecht
- Verboden gedragingen
- Bevoegdheden van politie en justitie
- Gang van zaken tijdens rechtszaak
- Straffen en maatregelen die kunnen worden opgelegd
Strafbepaling: verboden gedrag waarop straf staat bij overtreding daarvan.
Doel strafrecht
- Bescherming van de rechtsorde ( veiligheid en rust in de samenleving )
Zonder regels krijg je wanorde en chaos in de samenleving
Legaliteitsbeginsel art 1 wetboek van strafrecht
SR = materieel inhoud
SV = formeel procedure
Rechtsbronnen
Wetten
- Wetboek van strafrecht
- Wetboek van strafvordering
- Bijzondere wetten > relen één onderwerp
- Algemene maatregel van bestuur > algemene regels van de regering
- Verordeningen > algemene regels van lagere overheden zoals gemeenten en provincies
Wetboek van strafrecht
- Boek 1 algemene bepalingen
- Boek 2 misdrijven
- Boek 3 overtredingen
Wetboek van strafvordering
- Boek 1 algemene bepalingen
- Boek 2 strafvordering in eerste aanleg
- Boek 3 rechtsmiddelen
- Boek 4 enige rechtsplegingen van bijzondere aard
- Boek 5 internationale en Europese strafrechtelijke samenwerking
- Boek 6 tenuitvoerlegging
Bijzondere wetten
- Wegenverkeerswet
- Wet wapens en munitie
- Opiumwet
- Wet op de economische delicten
,H2
Indeling wetboek van strafrecht (Sr)
- Bestaat uit 3 boeken (blz. 4937 wetboek)
Boek 1
- algemene bepalingen – van toepassing op alle strafbepalingen in bijzondere wetten. Bijv
Opiumwet. (art. 1 t/m 91)
Boek 2
- misdrijven (art. 92 t/m 421)
- diefstal (art. 310 Sr)
Boek 3
- overtredingen (art. 424 t/m 479)
Misdrijven = zware strafbare feiten > rechtsorde wordt geschonden (boek 2 Sr)
Overtredingen = lichte strafbare feiten > alleen overtreding van de wet (boek 3 Sr)
(Provinciale) en gemeentelijke verordeningen (Apv) overtredingen
Misdrijf Overtreding
Wetboek van strafrecht Boek 2 Boek 3
Straf Gevangenisstraf Hechtenis (huis van bewaring)
Poging tot Strafbaar Niet strafbaar
Medeplichtigheid aan Strafbaar Niet strafbaar
Behandeling Strafkamer rechtbank kantonrechter
Reikwijdte van het strafrecht
Territorialiteitsbeginsel Nederlandse strafwet is van toepassing op een ieder die op Nederlands
grondgebied een strafbaar feit pleegt. Art. 2 Sr. !!
Uitbreiding grondgebied Nederlandse strafwet geldt ook voor iedereen aan boord van een
Nederlands schip of vliegtuig. Art. 3 Sr. !!
Universaliteitsbeginsel het Nederlandse strafrecht is van toepassing op iedereen die zich buiten
Nederland schuldig maakt aan bepaalde in de Nederlandse strafwet genoemde misdrijven. Art. 4 Sr.
- Internationale belangen en veiligheid. Bijv. terrorisme en vliegtuigkaping.
Personaliteitsbeginsel vier eisen:
1. Buiten Nederland gepleegd
2. Door Nederlander
3. Hier strafbaar als misdrijf
4. In betreffende land strafbaar
- Bij sommige misdrijven doet het er niet toe waar het wordt gepleegd als het door een
persoon met Nederlandse nationaliteit word gepleegd, is de Nederlandse strafwet van
toepassing.
- Wanneer verjaring art. 70 Sr
, H3
!! Strafbepaling, drie onderdelen
1. Delictsomschrijving = beschrijving van het verboden gedrag.
2. Kwalificatie = juridische naam van het delict.
3. Sanctienorm = maximale straf die de rechter mag opleggen.
Diefstal art. 310 Sr
Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om
het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Art. 23 Sr alle geldboetes
Doodslag 287 Sr
Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan doodslag, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
In NL werken we met maximumstraffen, de rechter heeft de vrijheid om te bepalen hoe hoog de straf
wordt.
Bestanddelen woorden die in de delictsomschrijving staan.
- Enig goed
- Dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort
- Wegnemen
- Oogmerk
- Wederrechtelijk
- Toe-eigenen
!! Pas als aan alle bestandsdelen is voldaan, kan iemand gestraft worden !!
Wederrechtelijkheid en schuld, twee extra voorwaarden voor strafbaarheid
1. Wederrechtelijkheid het gedrag is in strijd met het recht.
2. Schuld de daad kan de dader verweten worden.
Schuld = verzamelterm voor elke vorm van verwijtbaarheid.
1. Opzet > bedoeling om kwaad te doen.
2. Schuld in enge zin > geen bedoeling om kwaad te doen. (perongelijk)
Er is sprake van een strafbaar feit bij:
1. Voldoen aan volledige delictsomschrijving
EN
2. Wederrechtelijkheid (in strijd met het recht)
EN
3. Schuld
Uitzonderingen:
- Niet voldaan aan alle bestanddelen
- Toch strafbaar onder bepaalde omstandigheden
- Bij poging en deelneming
H4 wetsartikelen