100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Cytologie & histologie, ISBN: 9789089319159 Cytologie En Histologie (D001082A)

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
67
Geüpload op
08-10-2022
Geschreven in
2019/2020

Samenvatting van het partim cytologie

Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Gekoppeld boek

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 1 t.e.m. 8 (partim cytologie)
Geüpload op
8 oktober 2022
Aantal pagina's
67
Geschreven in
2019/2020
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Cytologie Boek: Cytologie en histologie
INLEIDING
1. Celafmetingen
- Microscopische afmetingen
- Grootte hangt af van 2 factoren:
 Oppervlakte/volume/diffusiemogelijkheid
Straal neemt toe  oppervlaktetoename tot 2e macht, volumetoename tot 3e macht

 Kern als controlecentrum
Cel neemt toe  meer onderdelen verder weg van controlecentrum  juiste coördinatie
moeilijker
Hoe minder actief de cel (= hoe lager het metabolisme), hoe groter de afmetingen
- Hoe lager metabolisme, hoe groter de cel
- Celvolume onafhankelijk van grootte organisme
Bv. levercellen muis even groot als levercellen rund  verschil in orgaangrootte agv aantal cellen, niet
door celvolume

2. Celvorm
 Wisselend  vrije cellen
Bv. witte bloedcellen (= leukocyten) moeten veranderlijke vorm hebben om infectiehaarden te
bereiken (moeten doorheen membranen)

 Constant
Vaste cellen: epitheelcellen1, bindweefselcellen, spiercellen hebben andere vorm, maar wel vast
Bv. huidcel: bestaat uit verschillende huidlagen  onderste laag = basale cellaag (alle cellen zijn
daar met elkaar verbonden)
 enkel vormverandering als je op huid duwt (drukveranderingen)
Bv. zaadcellen (spermatozoa): vaste vorm, maar beweegt door flagel

3. Celbouw
3 grote delen:

- Celmembraan
- Cytoplasma met celorganellen
- Nucleus (celkern)




1
weefsel dat organen en andere weefsels bedekt
1

,HOOFDSTUK 1: CELMEMBRAAN
PPT: 01celmembraan1
1. Structuur
 oplossing van georiënteerde lipiden en globulaire (= bolvormig) eiwitten

1.1 Lipiden (vetten)
- Fosfolipiden (fosfatidylcholine en fosfatidylethanolamine)
- Vormen dubbele laag :
 Polair hydrofiel gedeelte (fosfaatgroep): gericht naar waterig milieu
 Apolair-hydrofoob gedeelte (vetzuurketens): gericht naar midden van membraan




Vetzuurketens




- Ondanks soepele structuur, heeft membraan ook wat stevigheid nodig  door globulaire eiwitten



1.2 Eiwitten
Geen continue laag

Volgens mozaïekpatroon verdeeld

 Integrale eiwitten: overspannen membraan  eiwit zit over het gehele membraan (intra- en extracellulair)
 Perifere eiwitten: extracellulair of intracellulair

Polair en apolair gedeelte


FUNCTIES EIWITTEN
- Structureel: zorgen ervoor dat membraan niet te soepel is
- Transportproteïnen (carriers): transport van specifieke moleculen door celmembraan tegen
elektrochemische gradiënt
- Ionenkanalen: passief transport van ionen door celmembraan
- Pompen: actief transport van ionen door celmembraan
- Receptoren: hiermee verbinden neurotransmitters, hormonen en sommige
geneesmiddelen zich om tot effect op de cel te hebben
- Enzymen: katalyseren omzettingen thv celmembraan




2

,1.3 Glycocalyx (cell coat)
= dunne filamenteuse laag dat het celmembraan bedenkt langs de buitenzijde

- Bestaat uit vertakte filamenten aanwezig op globulaire eiwitten
- Grootste deel bestaat uit glycoproteïnen
- Kleinste deel bestaat uit glycolipiden
- Koolhydraten vormen filamenten  zijn verbonden met lipiden in celmembraan

FUNCTIES GLYCOCALYX
- Bescherming tegen fysische en chemische invloeden
Fysisch: druk uitoefenen op filament van cel  druk wordt verdeeld over groter oppervlak
Chemisch: elementen gaan interageren met glycocalyx  geen beschadiging membraan
- Transmembranair transport (pinocytose en fagocytose)
- Celadhesie = cel bindt zich aan oppervlak of andere cel mbv adhesiemoleculen
= cellen aantrekken
- Contactinhibitie = cellen wegduwen met gevolg dat een cel niet kan binden
- Herkenning  oppervlakte-antigenen erkennen eigen lichaamscellen en lichaamsvrede cellen 
lichaamsvreemde cellen kunnen afgebroken worden

2. Speciale vormen van celmembraan
 intracellulair en extracellulair

2.1 Extracellulair: microvilli en cilia

2.1.1 Microvilli

- vingervormige uitstulpingen aan celoppervlak
- Longitudinale bundels van microfilamenten
- FUNCTIE: bv. aan darmepitheel: voedingsstoffen opnemen  groot
contactoppervlak nodig  microvilli vergroten contactoppervlak
- Zwarte stippen = microtubuli: zitten vast in cytoskelet  ondersteunen
microvilli




3

, 2.1.2 Cilia en flagella

- Gespecialiseerde en complexe structuren met gecoördineerde beweeglijkheid
- FUNCTIE: cellen in de juiste richting laten bewegen
(bv. stofdeeltjes inademen  slijmproductie  cilia duwen slijm naar boven)
- Ingeplant op basaal lichaampje
- Dwarsdoorsnede: 9 groepen van perifere fibrillen en 2 centrale fibrillen (= axonema)

 Perifere fibrillen bestaan uit 2 aaneengeklitte microtubuli (= duplet)
 1 microtubuli heeft 13 eenheden = subfibril A
Bevat zijarmen die reiken tot aan het andere duplet
 bevatten dyneïne = proteïne met ATP 2-ase-activiteit 3
 zorgen voor energie voor trihaarzweepslag (ATP-hydrolyse)

 verteerbaar door trypsine en zorgen voor samenhang van axonema

 1 microtubuli heeft 10 of 11 eenheden en deel van de wand is gemeenschappelijk met subfibril A =
subfibril B


 Centrale microtubuli zijn omgeven door speciaal gestructureerde mantel waaruit spaken vertrekken die gebonden
zijn aan subfibril A

- Cilia zit vast aan kinesotoom (= basaal lichaampje): cilinder met 9 tripletten van microtubuli
Distaal: gesloten
Proximaal: open en wortels



2.2 Intercellulair: celjuncties, junctionele complexen
Junctionele complexen = bindt cellen aan elkaar vast

Epitheelcellen: vertonen de hoogst ontwikkelde junctionele complexen waardoor de cellen in een samenhangend
weefselverband aaneengehecht zijn

4 verschillende celjuncties:

- Zonula occludens
- Zonula adhaerens
- Macula adhaerens
- Nexus




2
enzymen die zich in het membraan van cellen bevinden en die kunnen werken als ionenpomp
3
ionen tegen hun elektrochemische gradiënt in de cel in of uit kunnen transporteren en zo een concentratiegradiënt opbouwen
4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
KPStudentGent Universiteit Gent
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
34
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
23
Documenten
17
Laatst verkocht
6 maanden geleden

4,3

3 beoordelingen

5
1
4
2
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen