Motor control
Constraints on motor control W1, W2
Behandeling
Kennis
- Pathofysiologie van motorische controle
Vaardigheden
- Faciliteren, welke klinimetrie/interventie
(Attitude)
- Hoe ga ik om met een afasie of een andere attitude van de patiënt
- Bijeenkomsten Sociale vaardigheden
Classificatie beperkingen
- Tekens versus Symptomen
- Ondersteuning herkenning medisch probleem
o Symptomen worden door de persoon beschreven
o Tekenen zijn objectiveerbare indicaties.
o De combinatie kan suggestief zijn voor een diagnose
- Positieve vs. Negatieve tekens/ symptomen
o Ontstaan van abnormale gedraging
o Verlies normaal gedrag
Voorbeeld
Negatieve tekenen/ symptomen: desintegratie van neurale functies
Positieve tekenen/ symptomen: versterking of openbaar worden van lage niveaus
door gebrek aan inhibitie
Primaire versus secundaire effecten
Motorcortex defecten
Motore zwakte
Normale kracht houdt in:
1. Het aantal motorunits dat aanspant
2. Het type motorunits dat aanspant
3. De frequentie van de actiepotentiaal
- De onmogelijkheid om normale kracht te leveren
- Parese, paralyse, hemiparese en hemiplegie
- Distaal meer uitval dan proximaal
53
, Abnormale synergiën
- De productie van onnodige bewegingen in een gewricht en spieren
- Niet direct betrokken in een functionele taak
Co-activatie
- Aanspannen van agonist en antagonist
- Wanneer hebben wij co-activatie?
Bij ouderen geeft co-activatie in het begin van een beweging vertraging in de
beweging
Spasticiteit
- Abnormale spiertonus (spasticiteit)
Spasticiteit
- Hyperactieve stretch reflex (myotatische reflex)
- Abnormale stand van de ledenmaten
- Excessieve co-activatie antagonist
- Geassocieerde reacties
- Clonus (spinaal > corticaal)
- Stereotiep
Spasticiteit= een ‘motorische ontregeling’ gekarakteriseerd door een
snelheidsafhankelijke toename van de spierspanning met verhoogde peesreflexen,
t.g.v. overprikkelbaarheid van de rekreflex als een onderdeel van het ‘upper motor
neuron syndrome’ (UMNS).
Cerebellaire defecten
Hypertonie
- Vaak ook bij ontwikkelingsproblemen zichtbaar (downsyndroom)
- Vermindering van de aanspanning van een spier bij verlening (antagonist)
- Vaak gepaard met pendel-reflex
Coördinatieproblemen
- van beweging, balans en evenwicht
- de essentie van coördinatie is opeenvolgende beweging, timing en
afstemming van de activatie van verschillende spiergroepen
- breed spectrum mogelijk
- dysmetria (hypo/hyper) en dysdiadochokinesia
temor
- ritmische niet vrijwillige oscillerende beweging
intentie-termor (let op uitzonderingen)
- ritmische niet-vrijwillige oscillerende beweging tijdens doelbewust bewegen
- meest zichtbaar aan het eind van een beweging
verstoorde fout correctie
- cerebellum essentieel om fouten te corrigeren
- feed forward ontbreekt
- essentieel bij motorisch leren
54
Constraints on motor control W1, W2
Behandeling
Kennis
- Pathofysiologie van motorische controle
Vaardigheden
- Faciliteren, welke klinimetrie/interventie
(Attitude)
- Hoe ga ik om met een afasie of een andere attitude van de patiënt
- Bijeenkomsten Sociale vaardigheden
Classificatie beperkingen
- Tekens versus Symptomen
- Ondersteuning herkenning medisch probleem
o Symptomen worden door de persoon beschreven
o Tekenen zijn objectiveerbare indicaties.
o De combinatie kan suggestief zijn voor een diagnose
- Positieve vs. Negatieve tekens/ symptomen
o Ontstaan van abnormale gedraging
o Verlies normaal gedrag
Voorbeeld
Negatieve tekenen/ symptomen: desintegratie van neurale functies
Positieve tekenen/ symptomen: versterking of openbaar worden van lage niveaus
door gebrek aan inhibitie
Primaire versus secundaire effecten
Motorcortex defecten
Motore zwakte
Normale kracht houdt in:
1. Het aantal motorunits dat aanspant
2. Het type motorunits dat aanspant
3. De frequentie van de actiepotentiaal
- De onmogelijkheid om normale kracht te leveren
- Parese, paralyse, hemiparese en hemiplegie
- Distaal meer uitval dan proximaal
53
, Abnormale synergiën
- De productie van onnodige bewegingen in een gewricht en spieren
- Niet direct betrokken in een functionele taak
Co-activatie
- Aanspannen van agonist en antagonist
- Wanneer hebben wij co-activatie?
Bij ouderen geeft co-activatie in het begin van een beweging vertraging in de
beweging
Spasticiteit
- Abnormale spiertonus (spasticiteit)
Spasticiteit
- Hyperactieve stretch reflex (myotatische reflex)
- Abnormale stand van de ledenmaten
- Excessieve co-activatie antagonist
- Geassocieerde reacties
- Clonus (spinaal > corticaal)
- Stereotiep
Spasticiteit= een ‘motorische ontregeling’ gekarakteriseerd door een
snelheidsafhankelijke toename van de spierspanning met verhoogde peesreflexen,
t.g.v. overprikkelbaarheid van de rekreflex als een onderdeel van het ‘upper motor
neuron syndrome’ (UMNS).
Cerebellaire defecten
Hypertonie
- Vaak ook bij ontwikkelingsproblemen zichtbaar (downsyndroom)
- Vermindering van de aanspanning van een spier bij verlening (antagonist)
- Vaak gepaard met pendel-reflex
Coördinatieproblemen
- van beweging, balans en evenwicht
- de essentie van coördinatie is opeenvolgende beweging, timing en
afstemming van de activatie van verschillende spiergroepen
- breed spectrum mogelijk
- dysmetria (hypo/hyper) en dysdiadochokinesia
temor
- ritmische niet vrijwillige oscillerende beweging
intentie-termor (let op uitzonderingen)
- ritmische niet-vrijwillige oscillerende beweging tijdens doelbewust bewegen
- meest zichtbaar aan het eind van een beweging
verstoorde fout correctie
- cerebellum essentieel om fouten te corrigeren
- feed forward ontbreekt
- essentieel bij motorisch leren
54
