Anamnese en verpleegplan
EVL 2.2 indiceren
Naam:
Studentnummer:
Groep:
EVL Code:
Datum:
Naam leerteambegeleider:
Organisatie:
,Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................................................................................................ 3
1 Casus.......................................................................................................................................................... 4
1.1 Voorgeschiedenis............................................................................................................................................5
1.2 Actuele ziektebeelden.....................................................................................................................................5
..............................................................................................................................................................................6
1.3 Medicatie........................................................................................................................................................6
1.4 Sociaal netwerk..............................................................................................................................................7
1.5 Zelfmanagementniveau..................................................................................................................................8
2 Anamnese................................................................................................................................................. 10
3 Zorgplan met verpleegkundige diagnoses/doelen/interventies..................................................................12
3.1 Verpleegkundige diagnoses..........................................................................................................................12
3.2 Uitwerking diagnoses...................................................................................................................................12
3.3 Indicatie........................................................................................................................................................21
3.4 Efficiënt werken............................................................................................................................................23
Literatuurlijst............................................................................................................................................... 24
Bijlage 1: Feedbackformulier leerwerkbegeleider......................................................................................... 26
2
, Inleiding
In dit verslag staat het aanwijzen van zorg centraal, dit wordt ook wel indiceren genoemd. Per 1
januari 2015 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) komen te vervallen. Sindsdien is
deze wet opgedeeld in de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Jeugdwet. Volgens Rosendal & Dorst (2015) heeft deze
hervorming ertoe geleid dat de wijkverpleegkundige met ingang van 2015 verantwoordelijk is voor
het gehele zorgproces van anamnese tot indicatiestellen en het toewijzen van zorg. De gedachte
hierachter is dat er een versterkende eerstelijnszorg zal ontstaan waardoor men langer zelfstandig
thuis kan blijven wonen. De hervorming impliceert een vernieuwde manier van zorgverlening waarbij
eigen regie en het bevorderen van zelfmanagement op de voorgrond staan. Waar de financiële
prikkel bij het verhogen van het aantal verrichtingen lag in de jaren voor 2015 ligt deze nu bij het
behalen van het beoogde resultaat.
Om verantwoord te kunnen indiceren zijn er naast onderbouwde verpleegkundige diagnoses ook een
aantal competenties nodig. Deze competenties benoemd Rosendal (2019) in het expertisegebied
wijkverpleegkundige. Het competentiegebied van zorgverlener wordt voor de verpleegkundige
gezien als kernwaarde van de beroepsuitoefening. Voor een wijkverpleegkundige geldt dat het
competentiegebied van gezondheidsbevorderaar ook als kernwaarde wordt beschouwd. De overige
vijf competentiegebieden zijn ondersteunend aan de twee benoemde kerngebieden. Naast de
competenties dient de wijkverpleegkundige ook te beschikken over kennis van het normenkader.
Hierin worden zes normen beschreven die laten zien waaraan de wijkverpleegkundige hoort te
voldoen wanneer zij verpleging en verzorging in de eigen omgeving indiceren en organiseren
(Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland, 2014).
In het expertisegebied wordt de rol van de wijkverpleegkundige omschreven als een breed HBO
opgeleide regieverpleegkundige die te werk gaat als een generalist en een samenwerkingspartner. Er
dient gehandeld te worden op basis van professionele autonomie waarmee de zorg vastgesteld kan
worden voor een optimale gezondheid. Deze zorg zal door de wijkverpleegkundige worden
geïndiceerd en georganiseerd binnen de Zorgverzekeringswet (Rosendal, 2019).
De omgeving waarin deze opdracht wordt uitgevoerd bevindt zich binnen de wijkverpleging in
(plaatsnaam) vanuit de organisatie (naam organisatie). (plaatsnaam) telt volgens Aantal inwoners
(plaatsnaam) (2021) een totaal van 22.900 inwoners. De casus speelt zich af in een wijk binnen
(plaatsnaam) die is gebouwd in de jaren tachtig en ligt in een groene omgeving. Volgens Wijken in
(plaatsnaam) | (bron) (z.d.) wonen in de betreffende wijk 2.400 bewoners, deze bewoners zijn ouder
dan de gemiddelde bewoner in (plaatsnaam).
De betreffende casus die voor deze opdracht wordt gebruikt leest u in hoofdstuk 1. Er wordt een
volledige beschrijving gegeven over de behoeften op sociaal, psychisch en lichamelijk gebied, de
voorgeschiedenis, actuele ziektebeelden, medicatie, sociaal netwerk en zelfmanagement. In
hoofdstuk 2 vindt u de uitwerking van de anamnese. Hierop volgt hoofdstuk 3 met een overzicht van
de verpleegkundige diagnoses, een uitgewerkt zorgplan en een onderbouwing met betrekking tot
efficiënt werken. Na deze hoofdstukken volgt de literatuurlijst. Naast het verslag zal er een
aansluitende presentatie worden gegeven waarin wordt besproken hoe alles tot stand is gekomen.
3
EVL 2.2 indiceren
Naam:
Studentnummer:
Groep:
EVL Code:
Datum:
Naam leerteambegeleider:
Organisatie:
,Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................................................................................................ 3
1 Casus.......................................................................................................................................................... 4
1.1 Voorgeschiedenis............................................................................................................................................5
1.2 Actuele ziektebeelden.....................................................................................................................................5
..............................................................................................................................................................................6
1.3 Medicatie........................................................................................................................................................6
1.4 Sociaal netwerk..............................................................................................................................................7
1.5 Zelfmanagementniveau..................................................................................................................................8
2 Anamnese................................................................................................................................................. 10
3 Zorgplan met verpleegkundige diagnoses/doelen/interventies..................................................................12
3.1 Verpleegkundige diagnoses..........................................................................................................................12
3.2 Uitwerking diagnoses...................................................................................................................................12
3.3 Indicatie........................................................................................................................................................21
3.4 Efficiënt werken............................................................................................................................................23
Literatuurlijst............................................................................................................................................... 24
Bijlage 1: Feedbackformulier leerwerkbegeleider......................................................................................... 26
2
, Inleiding
In dit verslag staat het aanwijzen van zorg centraal, dit wordt ook wel indiceren genoemd. Per 1
januari 2015 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) komen te vervallen. Sindsdien is
deze wet opgedeeld in de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Jeugdwet. Volgens Rosendal & Dorst (2015) heeft deze
hervorming ertoe geleid dat de wijkverpleegkundige met ingang van 2015 verantwoordelijk is voor
het gehele zorgproces van anamnese tot indicatiestellen en het toewijzen van zorg. De gedachte
hierachter is dat er een versterkende eerstelijnszorg zal ontstaan waardoor men langer zelfstandig
thuis kan blijven wonen. De hervorming impliceert een vernieuwde manier van zorgverlening waarbij
eigen regie en het bevorderen van zelfmanagement op de voorgrond staan. Waar de financiële
prikkel bij het verhogen van het aantal verrichtingen lag in de jaren voor 2015 ligt deze nu bij het
behalen van het beoogde resultaat.
Om verantwoord te kunnen indiceren zijn er naast onderbouwde verpleegkundige diagnoses ook een
aantal competenties nodig. Deze competenties benoemd Rosendal (2019) in het expertisegebied
wijkverpleegkundige. Het competentiegebied van zorgverlener wordt voor de verpleegkundige
gezien als kernwaarde van de beroepsuitoefening. Voor een wijkverpleegkundige geldt dat het
competentiegebied van gezondheidsbevorderaar ook als kernwaarde wordt beschouwd. De overige
vijf competentiegebieden zijn ondersteunend aan de twee benoemde kerngebieden. Naast de
competenties dient de wijkverpleegkundige ook te beschikken over kennis van het normenkader.
Hierin worden zes normen beschreven die laten zien waaraan de wijkverpleegkundige hoort te
voldoen wanneer zij verpleging en verzorging in de eigen omgeving indiceren en organiseren
(Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland, 2014).
In het expertisegebied wordt de rol van de wijkverpleegkundige omschreven als een breed HBO
opgeleide regieverpleegkundige die te werk gaat als een generalist en een samenwerkingspartner. Er
dient gehandeld te worden op basis van professionele autonomie waarmee de zorg vastgesteld kan
worden voor een optimale gezondheid. Deze zorg zal door de wijkverpleegkundige worden
geïndiceerd en georganiseerd binnen de Zorgverzekeringswet (Rosendal, 2019).
De omgeving waarin deze opdracht wordt uitgevoerd bevindt zich binnen de wijkverpleging in
(plaatsnaam) vanuit de organisatie (naam organisatie). (plaatsnaam) telt volgens Aantal inwoners
(plaatsnaam) (2021) een totaal van 22.900 inwoners. De casus speelt zich af in een wijk binnen
(plaatsnaam) die is gebouwd in de jaren tachtig en ligt in een groene omgeving. Volgens Wijken in
(plaatsnaam) | (bron) (z.d.) wonen in de betreffende wijk 2.400 bewoners, deze bewoners zijn ouder
dan de gemiddelde bewoner in (plaatsnaam).
De betreffende casus die voor deze opdracht wordt gebruikt leest u in hoofdstuk 1. Er wordt een
volledige beschrijving gegeven over de behoeften op sociaal, psychisch en lichamelijk gebied, de
voorgeschiedenis, actuele ziektebeelden, medicatie, sociaal netwerk en zelfmanagement. In
hoofdstuk 2 vindt u de uitwerking van de anamnese. Hierop volgt hoofdstuk 3 met een overzicht van
de verpleegkundige diagnoses, een uitgewerkt zorgplan en een onderbouwing met betrekking tot
efficiënt werken. Na deze hoofdstukken volgt de literatuurlijst. Naast het verslag zal er een
aansluitende presentatie worden gegeven waarin wordt besproken hoe alles tot stand is gekomen.
3
