Hoe is te verklaren dat een kind taal verwerft:
Nature:
aangeboren vermogen
aaneg bepaalt hoe goed je ergens in wordt
Nurture:
Omgeving waarin je opgroeit
je opvoeding, de omgeving waarin je opgroeit bepaald hoe goed je ergens
in wordt.
Apen hebben niet het aangeboren taalvermogen wat mensen hebben. Het
zit niet in hun nature.
Chomsky(generatieve taalkunde): zo’n aangeboren taalvermogen heb je
ook wel nodig, want anders zou het nooit mogelijk zijn om uit de armoede
van het taalaanbod(poverty of stimulus) iets te leren.
Genie Wiley is typisch nurture: als er geen taal word aangeboden gebeurd
er niks, en er is een cruciale periode: na je 6e/7e kun je bijna geen eerste
taal meer leren.
Dove kinderen hebben hetzelfde taalniveau als andere kinderen van hun
leeftijd.
Wat leren we van dove kinderen van dove ouders?
Input en output.
Nature en nurture
LAD is alleen toegerust voor gesproken taal: gebarentaal is ook taal.
Behavioristen/leertheoretici(o.a. Skinner)
Kinderen leren door:
●Imiteren
●Bekrachtiging(beloning, operante conditionering)
Kinderen maken taalontwikkelingsfouten die zij helemaal niet kunnen
imiteren van de ouders dus klopt niet helemaal. Kinderen verzinnen ook
hun eigen woordjes.
Cognitieve taalkunde: Interactionele visie
, Een kind is in aanleg taalvaardig(LAD), maar het is nodig om de
aangeboren taalaanleg op jonge leeftijd te stimuleren.
Tomasello
Intention reading en Joint Attention:
Kinderen(mensen) leren een taal vooral door de wil/behoefte een ander te
begrijpen. Dat doe je vooral door jouw aandacht op hetzelfde te richten als
je gesprekspartner.
Patroonherkenning:
Kinderen hebben het vermogen om patronen te herkennen. In eerste
instantie vooral: hetzelfde of anders. Maar later herkennen kinderen ook
veel complexere patronen.
Fases in de Taalontwikkeling:
●Prelinguale Fase- 0 tot 1;0 jaar
●Vroeglinguale Fase- 1;0 tot 2;6 jaar
●Differentiatiefase- 2;6 tot 5;0
●Voltooiingsfase- 5;0 en ouder
0 – 1 jaar: Prelinguale(of voortalige) Fase:
Nog geen taal, maar wel een hele grote ontwikkeling
●Huilen
●Lachen
●Steeds meer verschillende klanken maken
●Brabbelen(na 8 maanden afgestemd op hun eigen taal, brabbelen
verschilt internationaal)
●Al heel veel communicatief gedrag
●Maar nog geen echte woordjes