Project Onderneming
Toetsing van:
Dossier
1920 HBR-2-PR-18-OR
Hogeschool Leiden Opleiding HBO-Rechten
Cherelle Peneux – s1107328 Docent: Annemarie Stoter
Inleverdatum: 31-01-2020
Reguliere kans
Klas: RE2C Collegejaar 2019/2020
, Betreft: verzoek juridisch advies
Geachte heer Meijer,
U heeft mij juridisch advies gevraagd over de overeenkomst die door uw dochter,
mevrouw C. Meijer, is aangegaan met betrekking tot het faillissement. Naar aanleiding
van uw gestelde vragen, zal ik middels deze mail advies geven.
U heeft aangegeven dat medeoprichter eveneens uw dochter mevrouw C. Meijer een
overeenkomst heeft gesloten met ‘Sustainable dining en daarbij een bedrag van €75.000
euro heeft overgeboekt. Het eerder genoemde bedrag is afkomstig van de online
bankrekening van ‘Met Smaak’ en zoals u aangaf was dat geld bedoeld voor de doorstart
van de onderneming. U gaf aan zich zorgen te maken omdat het faillissement nadert.
In uw mail was het duidelijk of de onderneming gebonden is aan deze overeenkomst, wie
er aansprakelijk is voor de aankoop en of de overeenkomst teruggedraaid kan worden
teneinde de schulden af te lossen.
Allereerst behandel ik de vraag, of de onderneming gebonden is aan deze overeenkomst.
In iedere onderneming verschillen de regels in vertegenwoordigingsbevoegdheid. Zo ook
in die van u. U en uw dochter bezitten beiden 50 procent van de onderneming, zoals
beschreven in de statuten. In beginsel is de vertegenwoordigingsbevoegdheid van een BV
onbeperkt en onvoorwaardelijk, dit staat beschreven in artikel 2:240 BW. Jullie zijn dan
ook beiden bevoegd om rechtshandelingen namens de BV te verrichten.
Uit de omstandigheden blijkt dat mevrouw Meijer roekeloos heeft gehandeld. Dit
gebeurde juist op het moment dat het faillissement zou naderen. Mevrouw Meijer heeft
onrechtmatig en onbehoorlijk gehandeld en kan daardoor aansprakelijk gesteld worden
indien nodig. Dit staat dan ook beschreven in artikel 2:9 BW (onbehoorlijk bestuur).
Echter, wanneer een onderneming financiële problemen heeft, dreigt failliet te gaan of
een verzoek tot faillissement heeft aangevraagd, heeft dit gevolgen. Wanneer er sprake
is van 1 van deze situaties, moet het bestuur van een vennootschap uitsluitend
handelingen verrichten die de boedel ten goede kunnen komen. Dit staat beschreven in
artikel 42 lid 1 van de Faillissementswet. Dit artikel dient er ook om te voorkomen dat de
schuldeisers benadeeld worden. Wanneer blijkt dat een schuldeiser toch wordt benadeeld
door een rechtshandeling van de schuldenaar kan een curator deze rechtshandeling
vernietigen op grond van artikel 1:42 Fw. Deze regeling wordt ook wel Actio Pauliana of
als faillissementspauliana genoemd. Mevrouw Meijer wist dat het overgeboekte geld een
ander doeleinde had en er een faillissement naderde.
Met betrekking tot de vraag hoe moet met deze overeenkomst moet worden omgegaan
in het licht van het naderende faillissement zal ik u nader toelichten. Omdat er sprake is
van Actio Pauliana zoals eerder beschreven, zal de aangegane overeenkomst
hoogstwaarschijnlijk worden aangemerkt als een rechtshandeling die de schuldeisers kan
benadelen.
Concluderend,
De overeenkomst die door uw dochter is gedaan is rechtsgeldig, maar door het
naderende faillissement kan de curator dit vernietigen. Ik adviseer u om uw dochter
Toetsing van:
Dossier
1920 HBR-2-PR-18-OR
Hogeschool Leiden Opleiding HBO-Rechten
Cherelle Peneux – s1107328 Docent: Annemarie Stoter
Inleverdatum: 31-01-2020
Reguliere kans
Klas: RE2C Collegejaar 2019/2020
, Betreft: verzoek juridisch advies
Geachte heer Meijer,
U heeft mij juridisch advies gevraagd over de overeenkomst die door uw dochter,
mevrouw C. Meijer, is aangegaan met betrekking tot het faillissement. Naar aanleiding
van uw gestelde vragen, zal ik middels deze mail advies geven.
U heeft aangegeven dat medeoprichter eveneens uw dochter mevrouw C. Meijer een
overeenkomst heeft gesloten met ‘Sustainable dining en daarbij een bedrag van €75.000
euro heeft overgeboekt. Het eerder genoemde bedrag is afkomstig van de online
bankrekening van ‘Met Smaak’ en zoals u aangaf was dat geld bedoeld voor de doorstart
van de onderneming. U gaf aan zich zorgen te maken omdat het faillissement nadert.
In uw mail was het duidelijk of de onderneming gebonden is aan deze overeenkomst, wie
er aansprakelijk is voor de aankoop en of de overeenkomst teruggedraaid kan worden
teneinde de schulden af te lossen.
Allereerst behandel ik de vraag, of de onderneming gebonden is aan deze overeenkomst.
In iedere onderneming verschillen de regels in vertegenwoordigingsbevoegdheid. Zo ook
in die van u. U en uw dochter bezitten beiden 50 procent van de onderneming, zoals
beschreven in de statuten. In beginsel is de vertegenwoordigingsbevoegdheid van een BV
onbeperkt en onvoorwaardelijk, dit staat beschreven in artikel 2:240 BW. Jullie zijn dan
ook beiden bevoegd om rechtshandelingen namens de BV te verrichten.
Uit de omstandigheden blijkt dat mevrouw Meijer roekeloos heeft gehandeld. Dit
gebeurde juist op het moment dat het faillissement zou naderen. Mevrouw Meijer heeft
onrechtmatig en onbehoorlijk gehandeld en kan daardoor aansprakelijk gesteld worden
indien nodig. Dit staat dan ook beschreven in artikel 2:9 BW (onbehoorlijk bestuur).
Echter, wanneer een onderneming financiële problemen heeft, dreigt failliet te gaan of
een verzoek tot faillissement heeft aangevraagd, heeft dit gevolgen. Wanneer er sprake
is van 1 van deze situaties, moet het bestuur van een vennootschap uitsluitend
handelingen verrichten die de boedel ten goede kunnen komen. Dit staat beschreven in
artikel 42 lid 1 van de Faillissementswet. Dit artikel dient er ook om te voorkomen dat de
schuldeisers benadeeld worden. Wanneer blijkt dat een schuldeiser toch wordt benadeeld
door een rechtshandeling van de schuldenaar kan een curator deze rechtshandeling
vernietigen op grond van artikel 1:42 Fw. Deze regeling wordt ook wel Actio Pauliana of
als faillissementspauliana genoemd. Mevrouw Meijer wist dat het overgeboekte geld een
ander doeleinde had en er een faillissement naderde.
Met betrekking tot de vraag hoe moet met deze overeenkomst moet worden omgegaan
in het licht van het naderende faillissement zal ik u nader toelichten. Omdat er sprake is
van Actio Pauliana zoals eerder beschreven, zal de aangegane overeenkomst
hoogstwaarschijnlijk worden aangemerkt als een rechtshandeling die de schuldeisers kan
benadelen.
Concluderend,
De overeenkomst die door uw dochter is gedaan is rechtsgeldig, maar door het
naderende faillissement kan de curator dit vernietigen. Ik adviseer u om uw dochter