Sv biologie h1, leerjaar 3, verbranding en ademhaling.
1.1 wat is verbranding?
De meeste auto’s hebben een motor waarbij verbranding plaatsvind.
Voor verbranding is een brandstof nodig, bij auto’s is dat vaak benzine.
Door verbranding kan de auto bewegen en wordt de motor warm.
We zeggen dus dat bij verbranding energie vrijkomt in de vorm van beweging en warmte.
Bij verbranding verdwijnt de brandstof en ontstaan er nieuwe stoffen.
De stoffen die bij verbranding ontstaan, noemen we verbrandingsproducten.
Door de verbranding bij auto’s verdwijnt de benzine en ontstaan uitlaatgassen
Een kaars bestaat uit kaarsvet.
Als een kaars brandt, verdwijnt het kaarsvet.
Het kaarsvet is de brandstof.
Bij de verbranding ontstaan verbrandingsproducten en komt energie vrij in de vorm van licht
en warmte.
Als je een potje over een kaars zet, gaat de vlam uit.
Dit komt doordat de zuurstof in het potje dan verbruikt is.
Voor verbranding is zuurstof nodig.
Bij de verbranding ontstaan water en koolstofdioxide.
Met helder kalkwater kun je koolstof dioxide aantonen, het wordt namelijk troebel als er
koolstofdioxide bij komt.
Een stof waarmee je een andere stof aantoont, heet een indicator.
Helder kalkwater is dus de indicator voor koolstofdioxide.
1.1 wat is verbranding?
De meeste auto’s hebben een motor waarbij verbranding plaatsvind.
Voor verbranding is een brandstof nodig, bij auto’s is dat vaak benzine.
Door verbranding kan de auto bewegen en wordt de motor warm.
We zeggen dus dat bij verbranding energie vrijkomt in de vorm van beweging en warmte.
Bij verbranding verdwijnt de brandstof en ontstaan er nieuwe stoffen.
De stoffen die bij verbranding ontstaan, noemen we verbrandingsproducten.
Door de verbranding bij auto’s verdwijnt de benzine en ontstaan uitlaatgassen
Een kaars bestaat uit kaarsvet.
Als een kaars brandt, verdwijnt het kaarsvet.
Het kaarsvet is de brandstof.
Bij de verbranding ontstaan verbrandingsproducten en komt energie vrij in de vorm van licht
en warmte.
Als je een potje over een kaars zet, gaat de vlam uit.
Dit komt doordat de zuurstof in het potje dan verbruikt is.
Voor verbranding is zuurstof nodig.
Bij de verbranding ontstaan water en koolstofdioxide.
Met helder kalkwater kun je koolstof dioxide aantonen, het wordt namelijk troebel als er
koolstofdioxide bij komt.
Een stof waarmee je een andere stof aantoont, heet een indicator.
Helder kalkwater is dus de indicator voor koolstofdioxide.
