Samenvatting Traject V&V - Verpleegtechnische handelingen niveau 4 Theorieboek, ISBN: 9789006910353 Verpleegtechnische Handelingen

Thema 4.13 wonden met hechtingen
Hechten:
 Vaak mechanische wonden  ongeval- en operatiewonden
 Wond moet schoon en vers zijn  maximaal 8 uur open
 Bij rechte wondranden mooiere littekens dan gerafelde wondranden

Het doel van hechten:
Een wond wordt gehecht om ervoor te zorgen dat de wond sneller geneest en er zo mini mogelijk
vorming van littekenweefsel optreedt.
Afhankelijk van de genezing van de wond worde ze meestal na acht tot tien dagen weer verwijderd.

Sluiten van wonden:
 Materiaal: kunststofdraad  polyester en nylon
 Metalen hechtingen  agrafes en staples (huidnietjes)
 Oplosbaar hechtmateriaal
 Lijm

Voor welk materiaal de behandelend arts kiest, hangt af van een aantal factoren.
 De plaats van de wond. Inwendig zal de arts hechtmateriaal kiezen dat je niet meer hoeft te
verwijderen.
 Het soort weefsel dat gehecht wordt. Een bloedvat vraagt om ander materiaal dan
bijvoorbeeld de huid.
 De kans op een litteken op een zichtbare plaats. Bij plastische chirurgie in het gezicht
bijvoorbeeld kiest de arts hechtmateriaal dat zo min mogelijk littekenweefsel veroorzaakt.

Het doel staples (nietjes):
Worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de wond sneller geneest en er zo min mogelijk vorming
van littekenweefsel optreedt.
Afhankelijk van de genezing van de wond worde ze meestal na acht tot tien dagen weer verwijderd.

Daarnaast kun je hechtingen onderverdelen naar de methode van hechten, zoals:
 Elke hechting afzonderlijk leggen (enkelvoudig geknoopt);
 Met één draad een rij van hechtingen maken, met alleen aan het begin en aan het eind een
knoop (doorlopende rijgdraad);
 Met staples of nietjes wondranden fixeren die tegen elkaar aanliggen.

Wondverzorging bij hechtingen:
Schoon gehechte wond:
Breng direct na hechten steriel verbandmateriaal aan om de wond te beschermen tegen pathogene
micro-organismen

Wond die nabloedt:
 Bij verbinden
 Nadeel; je kan de wond minder goed observeren
 Is van tijdelijke aard
Bij een ongestoorde wondgenezing kun je 24 tot 48 uur na de behandeling het verband definitief
verwijderen. Daarna laat je de gehechte wond met rust.




1

,Verwisselen van het verband:
Wanneer inspectie noodzakelijk is : klachten van de zorgvrager, aanleiding na observatie verband;
 Verband is nat door wondvocht (wondsecreet)
 Onverklaarbare temp. stijging

Infectie hechtingen:
De insteekgaatjes van het hechtmateriaal zijn vaak een beetje rood  elke steekgaatje is een porte
d’entrée
Sprake serieuze infectie waarbij ontstekingsvocht geproduceerd wordt  hechtingen vaak
vroegtijdig verwijderd. De wond wordt daarna gespoeld en behandeld als een gele wond.

Hechtmateriaal verwijderen tijd:
 Vaak na 7 tot 10 dagen  opdr. Arts
 Hechtingen gezicht  3 tot 5 dagen  genezing sneller door goede doorbloeding
Moeten de hechtingen langer blijven zitten, dan is er meestal sprake van een grote wond of een
wond die vertraagd geneest, door slechte doorbloeding of het gebruik van medicijnen
zoals corticosteroïden.

Corticosteroïden:
Chemische variant van het lichaamseigen bijnierschorshormoon.

Werkwijze hechtmateriaal verwijderen:
 Grote wonden  hechtingen worden niet in 1 keer verwijderd  om en om verwijderd:
eerste de ene helft, een aantal dagen later de andere helft.
 Is er sprake van een infectie, dan worden de hechtingen eerder verwijderd.  vuil  opvang
materiaal
 Na het verwijderen  zwaluwstaartje of steristrip om de wondranden te ondersteunen.

Aandachtspunten werkwijze:
 Gebruik steriel materiaal
 Bij verwijderen van agrafes moet de tang schoon zijn maar hoeft niet steriel
 Aseptisch werken  eerst de schone wonden en daarna vuile of geïnfecteerde wonden
verzorgen  voorkomen van kruisinfectie;
Bij het voorkomen van kruisinfecties is een schone, stofvrije omgeving ook van belang. Hoe meer
activiteiten in een ruimte, hoe meer micro-organismen er in de lucht zitten.

Werkwijze:
 Toepassen zorgvuldige handhygiëne
 Vertel de zorgvrager wat je gaat doen
 Reinig wondgebied  oud materiaal of ander materiaal weg halen
 Het knoopje van de hechting snijd je dichtbij de huid af en het gedeelte dat je uit het gebied
trekt, zat al onderhuids  veroorzaken infectie minimaal.
 Observeren spanning wondranden  om en om verwijderen
Als de hechtingen eruit zijn gehaald en de wond er goed uitziet en niet lekt, hoef je de wond niet te
verbinden. Als dat wel het geval is, dan dek je de wond af met een gaas of pleister.




2

, Thema 4.14 wonden met drains
Drain:
Kunststofbuis(je) dat tot doel heeft bloed en weefselvocht uit het wondgebied af te voeren. dit kan
via een hevelwerking of met een vacuumsysteem.

Hevelwerking:
Hevelwerking ontstaat als het opvangsysteem lager is geplaatst dan het wondbed.

Doel drainage:
Door de afvoer van dit vocht wordt de kans op wondontsteking kleiner en verloopt de wondgenezing
beter.

Soorten drains:
 Afhankelijk van de plek
 Verschil in dikte
 Passieve of actieve drainage

T-drain:
Speciaal type drain dat wordt gebruikt bij de opening van de galwegen.

Passieve drainage:
Er is sprake van passieve drainage als er een drain die door de chirurg in het wondbed achtergelaten
wordt, uitmondt in het absorberende verband waarmee de wond is afgedekt.
 Vaak bij een abces is geopend en er een handschoen- of penrosedrain in het wondgebied
wordt achtergelaten om de wond open te houden.
 Kan worden aangesloten op een hevelend opvangsysteem

Actieve drainage:
Bij actieve drainage wordt het vocht uit het wondgebied afgezogen door een geringe, gelijkmatige
afzuigkracht in de vorm van een vacuümsysteem of door elektrische afzuigapparatuur.

Redondrain:
Een kant-en-klaar aangeleverde disposable opvangfles . Bij deze drain kan het vacuüm niet opnieuw
ingesteld worden en wordt de disposable fles vervangen.

Harmonicadrain:
Het drainagesysteem bestaat uit een disposable kunststof zuigflesje met een onderdruk. Het
zuigflesje heeft een afvoerslang die aangesloten wordt op de drain die in het wondbed ligt en met
een enkele hechting vastgezet is aan de huid op de plaats waar de drain het lichaam verlaat. Het
wondvocht (wondsecreet) wordt vanuit het wondgebied door het vacuüm in de fles gezogen.
 Opnieuw op vacuüm brengen is mogelijk.
De hoeveelheid vocht die opgevangen wordt, moet je als verpleegkundige bij beide vormen van
drainage dagelijks meten en noteren  wordt meegenomen in de vochtbalans.

Tijdstip van verwijderen van een drain:
Hangt af van  hoeveelheid wondsecreet dat naar buitenkomst
 Een buikdrain blijft vier tot vijf dagen op zijn plaats.
 Een onderhuids (subcutaan) gelegen drain blijft een tot drie dagen zitten; dit is mede
afhankelijk van de productie van de hoeveelheid wondvocht.



3