A/F Systema Nervosum
Algemeen:
- De hersenen bevatten 100 miljard onderling verbonden neuronen/zenuwcellen. De
neuronen zijn schakelcellen tussen broncellen en doelcellen.
- De verschillende hersengebieden hebben verschillende functies. Zij moeten namelijk
communiceren met andere hersendelen of met de rest van het lichaam. Die
communicatie wordt door de neuronen geregeld.
Geheugen:
- Korte termijngeheugen: De zintuigen geven informatie die afferent naar je hersenen
toegaat. Die informatie moet ergens worden opgeslagen. Je moet het korte
termijngeheugen heel snel ter beschikking hebben, het limbische systeem (met name
de hippocampus) zorgt voor de korte termijnopslag, als je dit maar vaak genoeg doet
zullen er waarschijnlijk sporen in je hersenschors gearchiveerd worden. -> lange
termijn
- Lange termijngeheugen: Sporen die in de hersenschors worden opgeslagen, worden
weer teruggehaald door ervaringen als herinneringen en deze kun je dan gebruiken
in je cognitie (hoe je met bepaalde dingen omgaat).
Systema Nervosum
, Al de informatie afkomstig van de zintuigen, gaat afferent (-> in de richting van je hersenen)
via de zenuwen. Zenuwen zijn bundels van delen van neuronen. De ‘prikkels’/informatie
komt vervolgens terecht in je hersenen, hier wordt de informatie opgeslagen/verwerkt. Er
kan dan een maatregel komen (bijv. rennen, vluchten, slapen). De maatregel is dan efferent.
Ook de maatregel gaat via de zenuwen, vaak zijn dit dezelfde zenuwen als de afferente
prikkel. De maatregel/actie wordt dan in de richting van de skeletspieren gestuurd.
Alle zenuwen bij elkaar heet het perifere zenuwstelsel, vandaar dat het gele blok (zenuwen)
perifere zenuwstelsel heet.
De hersenen met alle onderdelen + ruggenmerg is het centrale zenuwstelsel
Alle acties die naar de spieren gaan, zijn willekeurig -> jij bepaalt zelf wanneer je de spier
gebruikt.
Er zijn ook onwillekeurige/autonome prikkels, je hebt daar geen controle over. Er zijn daar 2
mogelijkheden in:
- Het lichaam moet worden klaargemaakt om te vechten of vluchten ->
orthosympathische zenuwstelsel/ sympathische zenuwstelsel
- Het lichaam wordt klaargemaakt om te rusten/verteren -> parasympathische
zenuwstelsel
Het kan niet zo zijn dat beide stelsels tegelijkertijd even goed functioneren.
Neuronen/zenuwcellen en neuroglia
Neuron = basiseenheid van alle neurale functies > communicatie
- Het laatste stuk van een neuron heet een Axon. De Axon geleidt prikkels door het
ontstaan van een actiepotentiaal (elektrische impuls). Heel veel axonen bij elkaar
vormen een zenuw (afferent/efferent)
- Dendrieten zijn boomvormige structuren (heel veel vertakkingen), die vertakkingen
dienen ervoor dat alle prikkels goed kunnen worden opgevangen.
Algemeen:
- De hersenen bevatten 100 miljard onderling verbonden neuronen/zenuwcellen. De
neuronen zijn schakelcellen tussen broncellen en doelcellen.
- De verschillende hersengebieden hebben verschillende functies. Zij moeten namelijk
communiceren met andere hersendelen of met de rest van het lichaam. Die
communicatie wordt door de neuronen geregeld.
Geheugen:
- Korte termijngeheugen: De zintuigen geven informatie die afferent naar je hersenen
toegaat. Die informatie moet ergens worden opgeslagen. Je moet het korte
termijngeheugen heel snel ter beschikking hebben, het limbische systeem (met name
de hippocampus) zorgt voor de korte termijnopslag, als je dit maar vaak genoeg doet
zullen er waarschijnlijk sporen in je hersenschors gearchiveerd worden. -> lange
termijn
- Lange termijngeheugen: Sporen die in de hersenschors worden opgeslagen, worden
weer teruggehaald door ervaringen als herinneringen en deze kun je dan gebruiken
in je cognitie (hoe je met bepaalde dingen omgaat).
Systema Nervosum
, Al de informatie afkomstig van de zintuigen, gaat afferent (-> in de richting van je hersenen)
via de zenuwen. Zenuwen zijn bundels van delen van neuronen. De ‘prikkels’/informatie
komt vervolgens terecht in je hersenen, hier wordt de informatie opgeslagen/verwerkt. Er
kan dan een maatregel komen (bijv. rennen, vluchten, slapen). De maatregel is dan efferent.
Ook de maatregel gaat via de zenuwen, vaak zijn dit dezelfde zenuwen als de afferente
prikkel. De maatregel/actie wordt dan in de richting van de skeletspieren gestuurd.
Alle zenuwen bij elkaar heet het perifere zenuwstelsel, vandaar dat het gele blok (zenuwen)
perifere zenuwstelsel heet.
De hersenen met alle onderdelen + ruggenmerg is het centrale zenuwstelsel
Alle acties die naar de spieren gaan, zijn willekeurig -> jij bepaalt zelf wanneer je de spier
gebruikt.
Er zijn ook onwillekeurige/autonome prikkels, je hebt daar geen controle over. Er zijn daar 2
mogelijkheden in:
- Het lichaam moet worden klaargemaakt om te vechten of vluchten ->
orthosympathische zenuwstelsel/ sympathische zenuwstelsel
- Het lichaam wordt klaargemaakt om te rusten/verteren -> parasympathische
zenuwstelsel
Het kan niet zo zijn dat beide stelsels tegelijkertijd even goed functioneren.
Neuronen/zenuwcellen en neuroglia
Neuron = basiseenheid van alle neurale functies > communicatie
- Het laatste stuk van een neuron heet een Axon. De Axon geleidt prikkels door het
ontstaan van een actiepotentiaal (elektrische impuls). Heel veel axonen bij elkaar
vormen een zenuw (afferent/efferent)
- Dendrieten zijn boomvormige structuren (heel veel vertakkingen), die vertakkingen
dienen ervoor dat alle prikkels goed kunnen worden opgevangen.
