Maatschappijleer
samenvatting TW 4
1. Je kan een definitie geven van een rechtsstaat;
De rechtsstaat is een staat waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen
machtsmisbruik en willekeur van de overheid.
2. Je kan in algemene lijnen uitleggen op welke manier de Franse Revolutie heeft bijgedragen
tot het ontstaan van de rechtsstaat;
De eerste grondwet in NL dateert uit 1798 toen NL was bezet door de Fransen. Na de Franse
tijd werd NL in 1814 een koninkrijk onder Willem I. In 1848 werd toedoen van staatsman
Thorbecke de macht van de koning grondwettelijk aan banden gelegd en kregen gekozen
volksvertegenwoordigers meer invloed. Pas in 1917 kregen alle volwassen mannen kiesrecht,
en nog weer twee jaar later ook de vrouwen. Aan de rechten die we nu hebben, gaat dus een
lange geschiedenis vooraf. En doordat het recht in beweging is, is de rechtsstaat nooit ‘af’. In
een dictatuur bepaalt één machthebber of één partij in feite wat de regels zijn.
3. Je kan (kenmerken van) een klassieke rechtsstaat vergelijken met (kenmerken van) een
sociale rechtsstaat;
Kenmerken klassieke grondrechten/rechtsstaat: rechten die de overheid moet garanderen.
Bijv. gelijke behandeling en vrijheid van godsdienst.
Kenmerken sociale grondrechten/rechtsstaat: rechten die de overheid niet kan garanderen,
maar zich er wel voor moet inspannen. Bijv. recht op woongelegenheid of werk.
Solidariteit is het bewustzijn dat alhoewel individuen verschillende taken, interesses en
waarden hebben, de orde en samenhang van de maatschappij afhangt van het elkaar kunnen
vertrouwen voor het uitvoeren van die specifieke taken
4. Je kan voor elk van de beginselen van de rechtsstaat uitleggen wat deze inhouden, hoe ze zijn
ontstaan en waarom ze van belang zijn voor een rechtsstaat;
Er is sprake van een verdeling van de macht: het principe van de machtenscheiding
of trias politica werd bedacht door de Franse filosoof Montesquieu (1689-1755).
Volgens hem moest de macht van de overheid in drieën worden verdeeld:
- De wetgevende macht maakt de wetten waaraan burgers en overheid zich
moeten houden. (parlement)
- De uitvoerende macht zorgt ervoor dat eenmaal goedgekeurde wetten worden
uitgevoerd. (politie)
samenvatting TW 4
1. Je kan een definitie geven van een rechtsstaat;
De rechtsstaat is een staat waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen
machtsmisbruik en willekeur van de overheid.
2. Je kan in algemene lijnen uitleggen op welke manier de Franse Revolutie heeft bijgedragen
tot het ontstaan van de rechtsstaat;
De eerste grondwet in NL dateert uit 1798 toen NL was bezet door de Fransen. Na de Franse
tijd werd NL in 1814 een koninkrijk onder Willem I. In 1848 werd toedoen van staatsman
Thorbecke de macht van de koning grondwettelijk aan banden gelegd en kregen gekozen
volksvertegenwoordigers meer invloed. Pas in 1917 kregen alle volwassen mannen kiesrecht,
en nog weer twee jaar later ook de vrouwen. Aan de rechten die we nu hebben, gaat dus een
lange geschiedenis vooraf. En doordat het recht in beweging is, is de rechtsstaat nooit ‘af’. In
een dictatuur bepaalt één machthebber of één partij in feite wat de regels zijn.
3. Je kan (kenmerken van) een klassieke rechtsstaat vergelijken met (kenmerken van) een
sociale rechtsstaat;
Kenmerken klassieke grondrechten/rechtsstaat: rechten die de overheid moet garanderen.
Bijv. gelijke behandeling en vrijheid van godsdienst.
Kenmerken sociale grondrechten/rechtsstaat: rechten die de overheid niet kan garanderen,
maar zich er wel voor moet inspannen. Bijv. recht op woongelegenheid of werk.
Solidariteit is het bewustzijn dat alhoewel individuen verschillende taken, interesses en
waarden hebben, de orde en samenhang van de maatschappij afhangt van het elkaar kunnen
vertrouwen voor het uitvoeren van die specifieke taken
4. Je kan voor elk van de beginselen van de rechtsstaat uitleggen wat deze inhouden, hoe ze zijn
ontstaan en waarom ze van belang zijn voor een rechtsstaat;
Er is sprake van een verdeling van de macht: het principe van de machtenscheiding
of trias politica werd bedacht door de Franse filosoof Montesquieu (1689-1755).
Volgens hem moest de macht van de overheid in drieën worden verdeeld:
- De wetgevende macht maakt de wetten waaraan burgers en overheid zich
moeten houden. (parlement)
- De uitvoerende macht zorgt ervoor dat eenmaal goedgekeurde wetten worden
uitgevoerd. (politie)