100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting voeding

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
7
Geüpload op
05-07-2022
Geschreven in
2020/2021

Complete samenvatting van het hoofdstuk voeding










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
School jaar
6

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 1 - voeding
Geüpload op
5 juli 2022
Aantal pagina's
7
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

VERTERING

BASISSTOF 1: VOEDINGSSTOFFEN

Voedingsmiddelen  alles wat je eet of drinkt

Functies voedingsmiddelen:
 Bouwstof  nodig voor de vorming van organische moleculen bij voortgezette assimilatie,
nodig voor de vorming van cellen en weefsels, nodig voor groei en ontwikkeling en
voor vervanging van afgestorven cellen
 Brandstof  leveren energie voor dissimilatie (verbranding)

Soorten voedingsmiddelen:
1. Eiwitten (proteïnen):
 Ketens van aminozuren
 Bouwstof  tussencelstof cellen en weefsels
 Brandstof  na omzetting tot glucose, verbranding eiwitten uit spieren bij glucosetekort
 Regulatie van bijna alle processen in een organisme
 Transport van stoffen, celcommunicatie, chemische reacties, spelen rol bij bloedstolling en
immuniteit
 Soorten eiwitten:
- Dierlijk  vlees, vis, melk, kaas, eieren
- Plantaardig  brood, graanproducten, peulvruchten, noten, paddenstoelen
 Vertering: eiwitmoleculen worden gesplitst in afzonderlijke aminozuren, aminozuren worden
opgenomen in bloed en gaan via de lever naar alle organen
 Bij eiwitsynthese worden de afzonderlijke aminozuren weer aan elkaar gekoppeld tot
eiwitmoleculen (in cellen)
 Transaminering  vorming aminozuren uit andere aminozuren door de overplaatsing van een
aminogroep (NH2), gebeurt in lever
 Essentiële aminozuren  8 aminozuren die de mens niet zelf kan vormen: moeten in voedsel
zitten

2. Koolhydraten (sachariden):
 Bouwstof  Desoxyribose (monosacharide) in DNA-moleculen, ribose (monosacharide) in ATP
 Brandstof  1 g koolhydraten = 17 kJ energie
 Zoete vruchten, jam, stroop, honing  glucose, fructose, sacharose (respectievelijk mono-,
mono- , disachariden)
 Brood, aardappelen, rijst, macaroni  zetmeel (polysacharide)
 Melk  lactose (disacharide)
 Overschot aan koolhydraten:
 Hormoon insuline zorgt voor omzetting tot glycogeen (polysacharide)  glycogeen wordt in
lever en spieren opgeslagen als reservestof
 Omzetting tot vet  opgeslagen in onderhuids bindweefsel en rondom spieren en organen
 Voedingsvezels  koolhydraten die niet verteerd kunnen worden door de mens
 Belangrijk voor stoelgang en darmwerking (darmperistaltiek)
 Afkomstig uit celwanden van plantaardige voedingsmiddelen
 Deel kan wel worden afgebroken door enzymen
 Bv. cellulose en pectine




3. Vetten (lipiden)

,  Vetmolecuul = glycerolmolecuul + 3 vetzuurmoleculen  triglyceriden
 Brandstof  1 g vet = 38 kJ energie
 Bouwstof  fosfolipiden in membranen (vetzuur vervangen door fosforzuur), vitamines (A,D, E, K)
o Overschot vet:
 Opslag als reserve energiebron
 Opslag onder huid of rondom organen
o Soorten vetzuren:
 Verzadigd  alleen enkele bindingen  dierlijke vetten
 Onverzadigd  dubbele binding/bindingen (enkel-/meervoudig onverzadigd)  plantaardige
oliën en vis
 Essentiële vetzuren  vetzuren die het lichaam niet zelf uit organische stoffen kan vormen: enkele
onverzadigde vetzuren moeten in voedsel zitten

4. Water
 Alle dranken, groenten, fruit
 Bouwstof  lichaamscellen
 Oplosmiddel (osmotische waarde)
 Transportmiddel (bv. in bloed)
 Regulatie lichaamstemperatuur (bv. zweten)
 Beetje water ontstaat bij dissimilatie

5. Mineralen (zouten)
 Anorganische stoffen (calcium, fosfor, kalium, natrium)
 Melk, vlees, vis, eieren, noten, groenten
 Bouwstof  hard botweefsel en stevige tanden (calcium en fosfor), geleiding impulsen (kalium +
natrium), stollen van bloed (calcium)
 Spoorelementen  mineralen die je in zeer kleine hoeveelheden nodig hebt (bv. chroom, fluor,
jodium, ijzer). Spoorelementen zijn vaak bestanddelen van enzymen en hormonen

6. Vitaminen
 Fruit, groenten, melk, margarine, vis
 Organische stoffen die nodig zijn om processen (stofwisseling) in lichaam goed te laten verlopen
(vaak bestanddelen van enzymen)
o Vitamine K
 Kan worden gemaakt door bacteriën in dikke darm
 Vitamine A, B, C, D moeten in voedsel aanwezig zijn
o Vitamine B
 Verzamelnaam voor verschillende vitaminen  vitamine-B-complex
 Afzonderlijke vitaminen aangegeven met cijfers (bv B1, B6)
o Provitaminen
 Soms zijn vitaminen in voedsel aanwezig als provitaminen
 Lichaam kan zelf uit een provitamine een vitamine vormen (provitamine D o.i.v. zonlicht 
vitamine D)
 Gebreksziekten  ziekten bij een gebrek aan vitaminen (zie p. 16, afb. 13)
 Ook ziekte bij overschot
€6,57
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
EJASpruit

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
EJASpruit Maastricht University
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
0
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
9
Laatst verkocht
-

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen