Belastingrecht
13 lesboek
Soort belasting Doel Wet
Inkomstenbelasting (IB) Belasting over inkomen van Wet IB
natuurlijke personen.
Vennootschapsbelasting (VPB) Belasting over winst van Wet VPB
rechtspersonen.
Loonbelasting (LB) Wordt berekend over het loon Wet LB
van de werknemer,
voorheffing op de
inkomstenbelasting.
Omzetbelasting (OB) Omzetbelasting of BTW wordt Wet OB
in rekening gebracht door
ondernemers. Wordt geheven
over de levering van goederen
en diensten door
ondernemers.
Belastingwetgeving:
- Materiële belastingwetgeving Waarover en hoeveel belasting betalen.
Voorbeelden: wetten inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzet- en
loonbelasting.
- Formele belastingwetgeving Alle regelgeving waaraan de Belastingdienst en de
belastingplichtige zich moeten houden bij het heffen van belasting.
Voorbeelden: vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene
Wet inzake rijksbelastingen (AWR).
Abbb / Algemene beginselen behoorlijk bestuur:
Gedragsregels: vertrouwensbeginsel, gelijkheidsbeginsel en détournement de pouvoir.
,Hoofdstuk 2: Formeel belastingrecht (16 pt)
1. Belastingplichtige
Inkomstenbelasting: art. 2.1 lid 1 IB:
- Sub A: binnenlandsbelastingplichtige Gebaseerd op het wereldinkomen.
- Sub B: buitenlandsbelastingplichtige Gebaseerd op het Nederlands inkomen.
Vennootschapsbelasting: art. 2 VPB
- Belastingplichtige is NV, BV en anderen.
Art. 4 AWR:
1. Waar iemand woont en waar een lichaam gevestigd is, wordt naar de omstandigheden
beoordeeld.
- Waar iemand woont Inschrijving bevolkingsregister, woonplaats van de familie.
- Lichaam B.V./ N.V. moet een rechtspersoon zijn, feitelijke leider
- Omstandigheden Wat is het sociaal/economisch middelpunt? Moet gaan om natuurlijke
personen (van vlees en bloed)
• Waar werk je?
• Waar woon je?
• Van welke sportschool ben je lid?
2. Aangifte
Aangiftebelasting: omzetbelasting en loonbelasting.
Stap 1: Uitnodiging tot het doen van aangifte
Aangifte Art. 6 AWR: inspecteur doet uitnodiging tot het doen van aangifte
Lid 1. Verzoek inspecteur
Met betrekking tot belastingen welke ingevolge de belastingwet bij wege van aanslag worden
geheven, dan wel op aangifte worden voldaan of afgedragen, kan de inspecteur degene die naar zijn
mening vermoedelijk belastingplichtig of inhoudingsplichtig is uitnodigen tot het doen van aangifte.
Worden door de belastingwet aangelegenheden van een derde aangemerkt als aangelegenheden
van degene die vermoedelijk belastingplichtig of inhoudingsplichtig is, dan kan de inspecteur ook die
derde uitnodigen tot het doen van aangifte. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met
betrekking tot de wijze waarop het uitnodigen tot het doen van aangifte geschiedt.
Lid 2. Eigen verzoek
Degene die een daartoe strekkend verzoek bij de inspecteur indient, wordt in elk geval uitgenodigd
tot het doen van aangifte.
Lid 3. Eigen verzoek is verplicht
Bij ministeriële regeling kan degene, die in de daarbij omschreven omstandigheden verkeert, worden
verplicht om binnen een te stellen termijn om uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken.
Art. 7 & 8 AWR: Aangifte is pas voldaan wanneer alle gevraagde gegevens duidelijk en stellig worden
ingevuld, ondertekend en naar de Belastingdienst is verzonden.
, Art. 9 & 10 AWR: inspecteur stelt termijn van tenminste 1 maand. Voor 1 mei ingediend zijn door
belastingplichtige. Omzet- en loonbelasting moet per maand/per kwartaal ingevuld worden
(termijn: per januari moet eind februari ingevuld zijn).
3. Aanslagen
Aanslagbelasting: inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Het te betalen bedrag wordt
vastgesteld in een aanslag.
Art. 11 AWR:
1. Aanslagbelasting wordt vastgesteld
De aanslag wordt vastgesteld door de inspecteur.
2. Inspecteur kan zelf bepalen om af te wijken van de aangifte
De inspecteur kan bij het vaststellen van de aanslag van de aangifte afwijken, zomede de aanslag
ambtshalve vaststellen.
3. Uiterlijk 3 jaar na verstrijken tijdstip belasting ontstaan (1 jan -31 dec)
De bevoegdheid tot het vaststellen van de aanslag vervalt door verloop van drie jaren na het tijdstip
waarop de belastingschuld is ontstaan. Indien voor het doen van aangifte uitstel is verleend, wordt
deze termijn met de duur van dit uitstel verlengd. Indien binnen zes maanden voor het einde van de
termijn, bedoeld in de eerste zin, een verzoek als bedoeld in artikel 6, tweede of derde lid, wordt
gedaan of gegevens als bedoeld in artikel 9, vierde lid, worden verstrekt, wordt die termijn met zes
maanden verlengd.
- Je gaat de jaren tellen vanaf 1 jan NIET vanaf de datum waarop je de vorige keer aangifte
hebt gedaan
- Stel 31 dec 2021 na 3 jaar is 31 dec 2024 + verleende uitstel (stel 6 maanden) eind juni
2024
4. Tijdvak is van 1 jan – 31 dec
Voor de toepassing van het derde lid wordt belastingschuld, waarvan de grootte eerst kan worden
vastgesteld na afloop van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, geacht te zijn ontstaan
op het tijdstip waarop dat tijdvak eindigt.
Aanslagbelasting
Voorlopige
aanslag.
Definitieve
aanslag
Navordering aanslag wanneer er een
nieuw feit (tenzij art. 16 lid 2 AWR) is of ter
kwade trouw Art. 16 lid 1 AWR.
Art. 16 lid 3 AWR
De bevoegdheid tot het vaststellen van een
navorderingsaanslag vervalt door verloop
van vijf jaren na het tijdstip waarop de
belastingschuld is ontstaan.
13 lesboek
Soort belasting Doel Wet
Inkomstenbelasting (IB) Belasting over inkomen van Wet IB
natuurlijke personen.
Vennootschapsbelasting (VPB) Belasting over winst van Wet VPB
rechtspersonen.
Loonbelasting (LB) Wordt berekend over het loon Wet LB
van de werknemer,
voorheffing op de
inkomstenbelasting.
Omzetbelasting (OB) Omzetbelasting of BTW wordt Wet OB
in rekening gebracht door
ondernemers. Wordt geheven
over de levering van goederen
en diensten door
ondernemers.
Belastingwetgeving:
- Materiële belastingwetgeving Waarover en hoeveel belasting betalen.
Voorbeelden: wetten inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzet- en
loonbelasting.
- Formele belastingwetgeving Alle regelgeving waaraan de Belastingdienst en de
belastingplichtige zich moeten houden bij het heffen van belasting.
Voorbeelden: vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene
Wet inzake rijksbelastingen (AWR).
Abbb / Algemene beginselen behoorlijk bestuur:
Gedragsregels: vertrouwensbeginsel, gelijkheidsbeginsel en détournement de pouvoir.
,Hoofdstuk 2: Formeel belastingrecht (16 pt)
1. Belastingplichtige
Inkomstenbelasting: art. 2.1 lid 1 IB:
- Sub A: binnenlandsbelastingplichtige Gebaseerd op het wereldinkomen.
- Sub B: buitenlandsbelastingplichtige Gebaseerd op het Nederlands inkomen.
Vennootschapsbelasting: art. 2 VPB
- Belastingplichtige is NV, BV en anderen.
Art. 4 AWR:
1. Waar iemand woont en waar een lichaam gevestigd is, wordt naar de omstandigheden
beoordeeld.
- Waar iemand woont Inschrijving bevolkingsregister, woonplaats van de familie.
- Lichaam B.V./ N.V. moet een rechtspersoon zijn, feitelijke leider
- Omstandigheden Wat is het sociaal/economisch middelpunt? Moet gaan om natuurlijke
personen (van vlees en bloed)
• Waar werk je?
• Waar woon je?
• Van welke sportschool ben je lid?
2. Aangifte
Aangiftebelasting: omzetbelasting en loonbelasting.
Stap 1: Uitnodiging tot het doen van aangifte
Aangifte Art. 6 AWR: inspecteur doet uitnodiging tot het doen van aangifte
Lid 1. Verzoek inspecteur
Met betrekking tot belastingen welke ingevolge de belastingwet bij wege van aanslag worden
geheven, dan wel op aangifte worden voldaan of afgedragen, kan de inspecteur degene die naar zijn
mening vermoedelijk belastingplichtig of inhoudingsplichtig is uitnodigen tot het doen van aangifte.
Worden door de belastingwet aangelegenheden van een derde aangemerkt als aangelegenheden
van degene die vermoedelijk belastingplichtig of inhoudingsplichtig is, dan kan de inspecteur ook die
derde uitnodigen tot het doen van aangifte. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met
betrekking tot de wijze waarop het uitnodigen tot het doen van aangifte geschiedt.
Lid 2. Eigen verzoek
Degene die een daartoe strekkend verzoek bij de inspecteur indient, wordt in elk geval uitgenodigd
tot het doen van aangifte.
Lid 3. Eigen verzoek is verplicht
Bij ministeriële regeling kan degene, die in de daarbij omschreven omstandigheden verkeert, worden
verplicht om binnen een te stellen termijn om uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken.
Art. 7 & 8 AWR: Aangifte is pas voldaan wanneer alle gevraagde gegevens duidelijk en stellig worden
ingevuld, ondertekend en naar de Belastingdienst is verzonden.
, Art. 9 & 10 AWR: inspecteur stelt termijn van tenminste 1 maand. Voor 1 mei ingediend zijn door
belastingplichtige. Omzet- en loonbelasting moet per maand/per kwartaal ingevuld worden
(termijn: per januari moet eind februari ingevuld zijn).
3. Aanslagen
Aanslagbelasting: inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Het te betalen bedrag wordt
vastgesteld in een aanslag.
Art. 11 AWR:
1. Aanslagbelasting wordt vastgesteld
De aanslag wordt vastgesteld door de inspecteur.
2. Inspecteur kan zelf bepalen om af te wijken van de aangifte
De inspecteur kan bij het vaststellen van de aanslag van de aangifte afwijken, zomede de aanslag
ambtshalve vaststellen.
3. Uiterlijk 3 jaar na verstrijken tijdstip belasting ontstaan (1 jan -31 dec)
De bevoegdheid tot het vaststellen van de aanslag vervalt door verloop van drie jaren na het tijdstip
waarop de belastingschuld is ontstaan. Indien voor het doen van aangifte uitstel is verleend, wordt
deze termijn met de duur van dit uitstel verlengd. Indien binnen zes maanden voor het einde van de
termijn, bedoeld in de eerste zin, een verzoek als bedoeld in artikel 6, tweede of derde lid, wordt
gedaan of gegevens als bedoeld in artikel 9, vierde lid, worden verstrekt, wordt die termijn met zes
maanden verlengd.
- Je gaat de jaren tellen vanaf 1 jan NIET vanaf de datum waarop je de vorige keer aangifte
hebt gedaan
- Stel 31 dec 2021 na 3 jaar is 31 dec 2024 + verleende uitstel (stel 6 maanden) eind juni
2024
4. Tijdvak is van 1 jan – 31 dec
Voor de toepassing van het derde lid wordt belastingschuld, waarvan de grootte eerst kan worden
vastgesteld na afloop van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, geacht te zijn ontstaan
op het tijdstip waarop dat tijdvak eindigt.
Aanslagbelasting
Voorlopige
aanslag.
Definitieve
aanslag
Navordering aanslag wanneer er een
nieuw feit (tenzij art. 16 lid 2 AWR) is of ter
kwade trouw Art. 16 lid 1 AWR.
Art. 16 lid 3 AWR
De bevoegdheid tot het vaststellen van een
navorderingsaanslag vervalt door verloop
van vijf jaren na het tijdstip waarop de
belastingschuld is ontstaan.
