Samenvatting Onderzoekspracticum 1
Inhoudsopgave
Soorten metingen.......................................................................................................................................... 2
Variabele en meetniveaus.............................................................................................................................. 4
Frequentie verdelingen & Grafieken............................................................................................................... 4
Samenvatten van alle resultaten.................................................................................................................... 5
Histogrammen............................................................................................................................................... 7
Z-scores......................................................................................................................................................... 7
Frequentie en dichtheid................................................................................................................................. 7
Normaalverdeling.......................................................................................................................................... 8
Correlatie...................................................................................................................................................... 9
Regressie..................................................................................................................................................... 10
Betrouwbaarheid & Validiteit...................................................................................................................... 12
Validiteit van een heel onderzoek................................................................................................................ 14
Sampling...................................................................................................................................................... 15
Non – propability samples............................................................................................................................ 16
Probability samples...................................................................................................................................... 16
Statistische inferentie.................................................................................................................................. 17
Betrouwbaarheidsintervallen....................................................................................................................... 18
Causaliteit en interne validiteit.................................................................................................................... 19
Hypothesen................................................................................................................................................. 22
Z- en T- toetsen............................................................................................................................................ 24
Z- waarde.................................................................................................................................................... 25
Vrijheidsgraden........................................................................................................................................... 26
Z- en T-toets................................................................................................................................................ 27
Chi-kwadraat............................................................................................................................................... 31
Simpson’s paradox....................................................................................................................................... 32
,Soorten metingen
Operationaliseren = def. Woordenboek/ omschrijft het begrip.
Operationele definitie = hoe wordt het gemeten?
1. Observatie
Drie beslissingen:
Setting: naturalistisch of vooropgezet (contrived)?
• Naturalistisch = in eigen omgeving
• Veldexperiment = natuurlijke omgeving + manipulatie
• Vooropgezet = in laberatiorium
Onderzoeker: verborgen of openlijk?
• Openlijk, nadeel: anders gedrag vertonen
• Verborgen, nadeel: de ethiek
• Tussenoplossing:
• Niet alles vertellen
• Informanten gebruiken
• Indirect meten
Methode
• Narratieve
• Checklist
• Tijdsmetingen
• Beoordelingsschalen
Narratieve = exacte registratie van gedrag en/of verbale uitingen
Voordeel: gedetailleerd & allesomvattend
Nadeel: intensief, tijdrovend & onoverzichtelijk
Checklist = Registreert de aan- of afwezigheid van vooraf bepaald gedrag
Voordeel: Gebruiksgemak, overzichtelijk, analyseren
Nadeel: Operationele definities
Tijdsmeting = Hoeveel tijd zit er tussen 2 gedragen of een gebeurtenis en een gedraging (
Latency ), Hoelang duurt bepaald gedrag ( Duration )
Voordeel: Makkelijk te meten en te analyseren
Nadeel: Wat betekend dit, interpretatie?
Beoordelingsschaal = meten de kwaliteit, intensiteit van gedrag
Voordeel: meer informatie en makkelijk te analyseren
Nadeel: Subjectief, definities?
2. Fysiologische maten
Metingen in/aan het lichaam
• Processen in het lichaam koppelen aan psychologische processen
• Steeds vaker gebruikt in sociaalwetenschappelijk onderzoek
• Hartslag, bloedafname etc.
,Speeksel afname bij kinderen om bv cortisol te onderzoeken.
• Controle van de metingen
• Bewaren
• Instructie ouders… kind wil het niet
MEMS= cap that can be screwed on a bottle for registration of time.
3. Zelfrapportage
Belangrijke beslissingen:
• Vragenlijst of interview
• Soort vragen! - > Bias vragenlijsten – sociale wenselijkheid, ja/nee zeggers. Centrale
tendentie – logische fout
4. Archiefdata
Bestaande gegevens
Voordeel: data is al beschikbaar
Nadeel: afhankelijk van data
Bij alle metingen en soorten onderzoek:
• Beschrijvend
• Co relationeel
• Quasi- experimenteel
Kan gebruik maken van
• Observeren
• Vragenlijst
• Fysiologische maten
• Archiefdata
Ethiek = is de wetenschappelijke of systematische studie van de moraal. Anders gezegd
is ethiek 'kritisch nadenken over wat (moreel) goed is om te doen'. Van oudsher wordt
de ethiek gezien als een onderdeel van de filosofie.
Algemene benaderingen
• Deontologisch = principe dat een handleiding in lijn moet zijn met een in zichzelf geldende
regel, zoals waarde, norm of wet
• Utilitaristisch = morele waarde van een handeling afmeten aan de bijdrage die deze
handeling levert aan het algemeen nut
• Sceptisch = ervanuit gaande dat het aan elke onderzoeker is om ethiek te benaderen en af te
wegen.
Ethische richtlijnen: www.apa.org/ethics
Onderzoek – Deelnemer
• Geen plagiaat - informed… constent
• Geen verzinsels - niet bedriegen
• Niets weglaten - niet schaden
, • Niets onterecht opeisen - niet onder druk zetten
• Je best doen - anoniem
• Openheid - privacy
Variabele en meetniveaus
Data = gegevens
Dataset = verzameling gegevens ( in een tabel)
• Individuen – vaak personen
• Variabelen – kenmerken van die individuen die variëren
Types variabelen:
• Onafhankelijk : oorzaak
• Afhankelijk: gevolg
• Onderscheid niet altijd te maken
Dataset = tabel met ruwe gegevens van het onderzoek
Meetniveaus
Bv. Geslacht
Bv. Opleidingsniveau
Bv. Temperatuur
Bv. Aantallen
Andere indelen: discreet & continu
Discreet is niet gelijk aan categorisch
Maar wel: categorische variabelen zijn altijd discreet!
Vragenlijsten met ordinale schaal
Een vraag vs. Meerdere vragen
Dus: categorisch -> numeriek
Meetniveaus: waarom belangrijk?
• Hoeveel informatie geven de getallen
• Wat kun je met die getallen doen
Frequentie verdelingen & Grafieken
Frequentietabel = frequentieverdeling in tabel
Absolute frequentie = aantal malen dat een score voorkomt
Percentage = absolute frequentie gedeeld door aantal ind. X 100
Inhoudsopgave
Soorten metingen.......................................................................................................................................... 2
Variabele en meetniveaus.............................................................................................................................. 4
Frequentie verdelingen & Grafieken............................................................................................................... 4
Samenvatten van alle resultaten.................................................................................................................... 5
Histogrammen............................................................................................................................................... 7
Z-scores......................................................................................................................................................... 7
Frequentie en dichtheid................................................................................................................................. 7
Normaalverdeling.......................................................................................................................................... 8
Correlatie...................................................................................................................................................... 9
Regressie..................................................................................................................................................... 10
Betrouwbaarheid & Validiteit...................................................................................................................... 12
Validiteit van een heel onderzoek................................................................................................................ 14
Sampling...................................................................................................................................................... 15
Non – propability samples............................................................................................................................ 16
Probability samples...................................................................................................................................... 16
Statistische inferentie.................................................................................................................................. 17
Betrouwbaarheidsintervallen....................................................................................................................... 18
Causaliteit en interne validiteit.................................................................................................................... 19
Hypothesen................................................................................................................................................. 22
Z- en T- toetsen............................................................................................................................................ 24
Z- waarde.................................................................................................................................................... 25
Vrijheidsgraden........................................................................................................................................... 26
Z- en T-toets................................................................................................................................................ 27
Chi-kwadraat............................................................................................................................................... 31
Simpson’s paradox....................................................................................................................................... 32
,Soorten metingen
Operationaliseren = def. Woordenboek/ omschrijft het begrip.
Operationele definitie = hoe wordt het gemeten?
1. Observatie
Drie beslissingen:
Setting: naturalistisch of vooropgezet (contrived)?
• Naturalistisch = in eigen omgeving
• Veldexperiment = natuurlijke omgeving + manipulatie
• Vooropgezet = in laberatiorium
Onderzoeker: verborgen of openlijk?
• Openlijk, nadeel: anders gedrag vertonen
• Verborgen, nadeel: de ethiek
• Tussenoplossing:
• Niet alles vertellen
• Informanten gebruiken
• Indirect meten
Methode
• Narratieve
• Checklist
• Tijdsmetingen
• Beoordelingsschalen
Narratieve = exacte registratie van gedrag en/of verbale uitingen
Voordeel: gedetailleerd & allesomvattend
Nadeel: intensief, tijdrovend & onoverzichtelijk
Checklist = Registreert de aan- of afwezigheid van vooraf bepaald gedrag
Voordeel: Gebruiksgemak, overzichtelijk, analyseren
Nadeel: Operationele definities
Tijdsmeting = Hoeveel tijd zit er tussen 2 gedragen of een gebeurtenis en een gedraging (
Latency ), Hoelang duurt bepaald gedrag ( Duration )
Voordeel: Makkelijk te meten en te analyseren
Nadeel: Wat betekend dit, interpretatie?
Beoordelingsschaal = meten de kwaliteit, intensiteit van gedrag
Voordeel: meer informatie en makkelijk te analyseren
Nadeel: Subjectief, definities?
2. Fysiologische maten
Metingen in/aan het lichaam
• Processen in het lichaam koppelen aan psychologische processen
• Steeds vaker gebruikt in sociaalwetenschappelijk onderzoek
• Hartslag, bloedafname etc.
,Speeksel afname bij kinderen om bv cortisol te onderzoeken.
• Controle van de metingen
• Bewaren
• Instructie ouders… kind wil het niet
MEMS= cap that can be screwed on a bottle for registration of time.
3. Zelfrapportage
Belangrijke beslissingen:
• Vragenlijst of interview
• Soort vragen! - > Bias vragenlijsten – sociale wenselijkheid, ja/nee zeggers. Centrale
tendentie – logische fout
4. Archiefdata
Bestaande gegevens
Voordeel: data is al beschikbaar
Nadeel: afhankelijk van data
Bij alle metingen en soorten onderzoek:
• Beschrijvend
• Co relationeel
• Quasi- experimenteel
Kan gebruik maken van
• Observeren
• Vragenlijst
• Fysiologische maten
• Archiefdata
Ethiek = is de wetenschappelijke of systematische studie van de moraal. Anders gezegd
is ethiek 'kritisch nadenken over wat (moreel) goed is om te doen'. Van oudsher wordt
de ethiek gezien als een onderdeel van de filosofie.
Algemene benaderingen
• Deontologisch = principe dat een handleiding in lijn moet zijn met een in zichzelf geldende
regel, zoals waarde, norm of wet
• Utilitaristisch = morele waarde van een handeling afmeten aan de bijdrage die deze
handeling levert aan het algemeen nut
• Sceptisch = ervanuit gaande dat het aan elke onderzoeker is om ethiek te benaderen en af te
wegen.
Ethische richtlijnen: www.apa.org/ethics
Onderzoek – Deelnemer
• Geen plagiaat - informed… constent
• Geen verzinsels - niet bedriegen
• Niets weglaten - niet schaden
, • Niets onterecht opeisen - niet onder druk zetten
• Je best doen - anoniem
• Openheid - privacy
Variabele en meetniveaus
Data = gegevens
Dataset = verzameling gegevens ( in een tabel)
• Individuen – vaak personen
• Variabelen – kenmerken van die individuen die variëren
Types variabelen:
• Onafhankelijk : oorzaak
• Afhankelijk: gevolg
• Onderscheid niet altijd te maken
Dataset = tabel met ruwe gegevens van het onderzoek
Meetniveaus
Bv. Geslacht
Bv. Opleidingsniveau
Bv. Temperatuur
Bv. Aantallen
Andere indelen: discreet & continu
Discreet is niet gelijk aan categorisch
Maar wel: categorische variabelen zijn altijd discreet!
Vragenlijsten met ordinale schaal
Een vraag vs. Meerdere vragen
Dus: categorisch -> numeriek
Meetniveaus: waarom belangrijk?
• Hoeveel informatie geven de getallen
• Wat kun je met die getallen doen
Frequentie verdelingen & Grafieken
Frequentietabel = frequentieverdeling in tabel
Absolute frequentie = aantal malen dat een score voorkomt
Percentage = absolute frequentie gedeeld door aantal ind. X 100