Memorandum Europees recht
Datum: 22 mei 2022
Betreft: opvang van mevrouw Stefana gemeente Haarlemmermeer wegens
mensenhandel
Vorige week heeft u mij gevraagd de casus te bestuderen in zake Stefana uit Polen betreft
mensenhandel. U heeft mij gevraagd om het een en ander uit te zoeken en daarover te
informeren. Hieronder zal ik met uitgebreid uitleg uw vragen beantwoorden.
Ik zal de te beantwoorden rechtsvragen hieronder opsommen:
1. Aan de hand van welke criteria de rechter kan beoordelen of Stefana een beroep kan
doen op artikel 11 van richtlijn 2011/36/EU.
2. Of de rechter de richtlijnbepaling artikel 11 van richtlijn 2011/36/EU? Of art. 1.2.2 lid 2
WMO zal toepassen?
3. Of er een inbreukprocedure gestart kan worden namens de Europese Commissie tegen de
lidstaat Nederland.
4. De verschillende fases en stappen van de inbreukprocedure.
5. De voorgestelde bepalingen wat eventueel opgenomen kan worden in de gemeentelijke
verordening.
Als eerst de feiten m.b.t. de casus van mevrouw Stefana. Uit de casus blijkt dat Stefana
slachtoffer is geworden van mensenhandel in de gemeente Haarlemmermeer. De gemeente
weigert onderdak te bieden aan Stefana o.g.v. art 1.2.2 lid 2 WMO, waarin staat dat
vreemdelingen niet in aanmerking komen voor opvang door de gemeente in de gevallen
beschreven in artikel 24 lid 2 richtlijn 2004/38. De advocaat van Stefana is hiertegen in
bezwaar gegaan. Het is namelijk verplicht dat alle lidstaten asiel moeten verlenen aan
slachtoffers van mensenhandel.
De eerste vraag is of Stefana een beroep kan doen op artikel 11 van richtlijn 2011/36/EU en
met welke criteria de rechter dit zal beoordelen. De rechter zal eerst moeten kijken of dit
artikel een rechtstreekse werking heeft. De rechter moet voor de beoordeling het arrest
Gend en loos1 gebruiken. Aan de hand van dit arrest is het voor burgers makkelijk om naar
de rechter te stappen. Dankzij de Gend en loos arrest kan een burger gelijk een beroep
instellen bij de nationale rechter zonder naar de nationale wetgeving te gaan (artikel 30
VWEU). De rechter dient eerst te toetsen aan drie punten voordat er een beroep kan
worden gedaan op artikel 11 van richtlijn 2011/36/EU. De drie punten zijn:
- Het moet onvoorwaardelijk zijn
- Het moet voldoende nauwkeurig zijn
- Het moet concreet zijn.
1
HvJ EG 5 februari 1963, C-26/62, ECLI:EU:C:1963:1 (Van Gend en Loos).
Datum: 22 mei 2022
Betreft: opvang van mevrouw Stefana gemeente Haarlemmermeer wegens
mensenhandel
Vorige week heeft u mij gevraagd de casus te bestuderen in zake Stefana uit Polen betreft
mensenhandel. U heeft mij gevraagd om het een en ander uit te zoeken en daarover te
informeren. Hieronder zal ik met uitgebreid uitleg uw vragen beantwoorden.
Ik zal de te beantwoorden rechtsvragen hieronder opsommen:
1. Aan de hand van welke criteria de rechter kan beoordelen of Stefana een beroep kan
doen op artikel 11 van richtlijn 2011/36/EU.
2. Of de rechter de richtlijnbepaling artikel 11 van richtlijn 2011/36/EU? Of art. 1.2.2 lid 2
WMO zal toepassen?
3. Of er een inbreukprocedure gestart kan worden namens de Europese Commissie tegen de
lidstaat Nederland.
4. De verschillende fases en stappen van de inbreukprocedure.
5. De voorgestelde bepalingen wat eventueel opgenomen kan worden in de gemeentelijke
verordening.
Als eerst de feiten m.b.t. de casus van mevrouw Stefana. Uit de casus blijkt dat Stefana
slachtoffer is geworden van mensenhandel in de gemeente Haarlemmermeer. De gemeente
weigert onderdak te bieden aan Stefana o.g.v. art 1.2.2 lid 2 WMO, waarin staat dat
vreemdelingen niet in aanmerking komen voor opvang door de gemeente in de gevallen
beschreven in artikel 24 lid 2 richtlijn 2004/38. De advocaat van Stefana is hiertegen in
bezwaar gegaan. Het is namelijk verplicht dat alle lidstaten asiel moeten verlenen aan
slachtoffers van mensenhandel.
De eerste vraag is of Stefana een beroep kan doen op artikel 11 van richtlijn 2011/36/EU en
met welke criteria de rechter dit zal beoordelen. De rechter zal eerst moeten kijken of dit
artikel een rechtstreekse werking heeft. De rechter moet voor de beoordeling het arrest
Gend en loos1 gebruiken. Aan de hand van dit arrest is het voor burgers makkelijk om naar
de rechter te stappen. Dankzij de Gend en loos arrest kan een burger gelijk een beroep
instellen bij de nationale rechter zonder naar de nationale wetgeving te gaan (artikel 30
VWEU). De rechter dient eerst te toetsen aan drie punten voordat er een beroep kan
worden gedaan op artikel 11 van richtlijn 2011/36/EU. De drie punten zijn:
- Het moet onvoorwaardelijk zijn
- Het moet voldoende nauwkeurig zijn
- Het moet concreet zijn.
1
HvJ EG 5 februari 1963, C-26/62, ECLI:EU:C:1963:1 (Van Gend en Loos).
