Module: Signaleren en preventie
LUC: Adapteren en verantwoorden van een preventieve interventie
,Inhoudsopgave
1 Context omschrijving..............................................................................................................................................4
1.1 Context............................................................................................................................................................4
1.2 Doelgroep........................................................................................................................................................4
...............................................................................................................................................................................4
2 Beschrijving interventie..........................................................................................................................................5
2.1 Evalueren binnen de Organisatie....................................................................................................................6
3 Procesevaluatie plan en bevindingen....................................................................................................................7
3.1 Bevindingen procesevaluatie..........................................................................................................................8
4 Organisatievisie en methodiek...............................................................................................................................9
5 Analyse op professioneel handelen.....................................................................................................................11
6 Conclusie en voorstel...........................................................................................................................................13
Literatuurlijst.......................................................................................................................................................16
Bijlagen....................................................................................................................................................................18
Bijlage 1: Gespreksverslag Interview coördinator..................................................................................................18
Bijlage 2: Procesevaluatie........................................................................................................................................19
Aanleiding onderzoek..........................................................................................................................................19
Is de interventie uitgevoerd volgens plan?.........................................................................................................19
Participerende observatie...................................................................................................................................26
Fly on the wall observaties..................................................................................................................................27
Interviews met vijf respondenten.......................................................................................................................28
Interview veegploegleider...................................................................................................................................29
Dagboek verslag..................................................................................................................................................30
Bijlage 3: Reflectie...................................................................................................................................................31
Bijlage 4: Feedback werkbegeleider........................................................................................................................33
2
,Inleiding
In dit verantwoordingsverslag wordt kritisch onderzoek gedaan naar het
dagbestedingsproject ‘de veegploeg’. Deze bestaande preventieve interventie is gericht op
het vergroten van de eigen regie en participatie van de cliënten. De interventie wordt
middels een procesevaluatie geëvalueerd. De aanleiding hiervoor is het signaal van een
extreem onder invloed zijnde deelnemer van de dagbesteding die in de gracht is gevallen.
In het eerste hoofdstuk wordt toegelicht wat de interventie inhoudt. In het volgende
hoofdstuk worden door middel van diverse onderzoeksmethoden als interviews, observaties
en een dagboekverslag de evaluatievragen van de procesevaluatie beantwoord. De
bevindingen van de procesevaluatie worden verklaard met behulp van de drie
veranderingsmodellen van Donkers (2015). Daarna wordt er toegelicht en gereflecteerd op
welke modellen er volgens de onderzoeker onvoldoende worden ingezet binnen de
interventie. Met het schema van Cameron en Quinn (2011) worden de bevindingen
verklaard aan de hand van waarden en normen van cliënten, begeleiders en de Organisatie
zelf, die zich binnen de Organisatiestructuur voordoen. De bevindingen die de
spanningsvelden met zich meebrengen worden in het volgende hoofdstuk vervolgens
verklaard door drie theoretische bronnen. Deze bronnen geven inzichten in de visies van de
betrokken partijen. Het afsluitende hoofdstuk bevat de toelichting en aanbevelingen voor
het management van een aantal veranderingen. Er wordt onderbouwd hoe de voorgestelde
aanpassingen voor meer eigen regie en positieve veranderingen voor de cliënten kunnen
zorgen. De mening van de begeleiders, cliënten en de samenwerkend partner wordt
toegelicht en leiden tot een plan van aanpak.
.
3
, 1 Context omschrijving
1.1 Context
De Organisatie (z.d.) is een beschermde woonvorm met 24 uurs-toezicht voor voorheen
dakloze cliënten met psychische of psychosociale problemen met een verslaving. Cliënten
worden ondersteund en begeleid in hun dagelijkse wonen en leven. De ondersteuning is
gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie of op stabilisatie van een
psychiatrisch ziektebeeld inclusief verslaving. Er wordt gewerkt vanuit een visie die eigen
regie nastreeft en werkt met de methodiek krachtwerk (Organisatie, z.d.).Binnen deze
locatie van de Organisatie (z.d) wonen 28 cliënten die wanneer ze hier fysiek toe in staat zijn
verplicht zijn om vijf dagen per week deel te nemen aan één van de aangeboden
dagbestedingsprojecten. Het dagbestedingsproject ‘de veegploeg’ is gericht op
arbeidsparticipatie van de cliënten in de maatschappij. Cliënten die deelnemen aan deze
dagbesteding gaan minimaal vijf dagen per week en twee dagdelen de wijk in om het vuil in
de straten op te ruimen. Middelengebruik wordt gedoogd op hun eigen kamer maar niet
tijdens de dagbestedingsprojecten en openbare ruimten.
1.2 Doelgroep
De doelgroep op deze locatie kan volgens de aspecten van (De Jager, Mok, & Sipkema, 2009)
worden omschreven als een groep van tien cliënten die kampen met
verslavingsproblematiek en psychosociale problemen. Uit cliëntdossiers blijkt dat ze
wilsbekwaam zijn en zelfstandig keuzes mogen maken over hun gebruik. Zij hebben de regie
in handen en bepalen zelf hoeveel, waar en wat ze aan middelen gebruiken en waar ze hun
geld aan uitgeven. Het gemeenschappelijke doel van de cliënten is om veilig te wonen en
werken en met ondersteuning van de begeleiders hun gebruik te stabiliseren en te
participeren door deelname aan de dagbesteding. Ze vormen een hechte groep en zijn
verbonden door voorkeur van middelengebruik. Sociale waarden als veiligheid, leefbaarheid
en tolerantie zijn belangrijk binnen de groep die niet voor elkaar hebben gekozen, maar door
het lot zijn samengebracht.
4
LUC: Adapteren en verantwoorden van een preventieve interventie
,Inhoudsopgave
1 Context omschrijving..............................................................................................................................................4
1.1 Context............................................................................................................................................................4
1.2 Doelgroep........................................................................................................................................................4
...............................................................................................................................................................................4
2 Beschrijving interventie..........................................................................................................................................5
2.1 Evalueren binnen de Organisatie....................................................................................................................6
3 Procesevaluatie plan en bevindingen....................................................................................................................7
3.1 Bevindingen procesevaluatie..........................................................................................................................8
4 Organisatievisie en methodiek...............................................................................................................................9
5 Analyse op professioneel handelen.....................................................................................................................11
6 Conclusie en voorstel...........................................................................................................................................13
Literatuurlijst.......................................................................................................................................................16
Bijlagen....................................................................................................................................................................18
Bijlage 1: Gespreksverslag Interview coördinator..................................................................................................18
Bijlage 2: Procesevaluatie........................................................................................................................................19
Aanleiding onderzoek..........................................................................................................................................19
Is de interventie uitgevoerd volgens plan?.........................................................................................................19
Participerende observatie...................................................................................................................................26
Fly on the wall observaties..................................................................................................................................27
Interviews met vijf respondenten.......................................................................................................................28
Interview veegploegleider...................................................................................................................................29
Dagboek verslag..................................................................................................................................................30
Bijlage 3: Reflectie...................................................................................................................................................31
Bijlage 4: Feedback werkbegeleider........................................................................................................................33
2
,Inleiding
In dit verantwoordingsverslag wordt kritisch onderzoek gedaan naar het
dagbestedingsproject ‘de veegploeg’. Deze bestaande preventieve interventie is gericht op
het vergroten van de eigen regie en participatie van de cliënten. De interventie wordt
middels een procesevaluatie geëvalueerd. De aanleiding hiervoor is het signaal van een
extreem onder invloed zijnde deelnemer van de dagbesteding die in de gracht is gevallen.
In het eerste hoofdstuk wordt toegelicht wat de interventie inhoudt. In het volgende
hoofdstuk worden door middel van diverse onderzoeksmethoden als interviews, observaties
en een dagboekverslag de evaluatievragen van de procesevaluatie beantwoord. De
bevindingen van de procesevaluatie worden verklaard met behulp van de drie
veranderingsmodellen van Donkers (2015). Daarna wordt er toegelicht en gereflecteerd op
welke modellen er volgens de onderzoeker onvoldoende worden ingezet binnen de
interventie. Met het schema van Cameron en Quinn (2011) worden de bevindingen
verklaard aan de hand van waarden en normen van cliënten, begeleiders en de Organisatie
zelf, die zich binnen de Organisatiestructuur voordoen. De bevindingen die de
spanningsvelden met zich meebrengen worden in het volgende hoofdstuk vervolgens
verklaard door drie theoretische bronnen. Deze bronnen geven inzichten in de visies van de
betrokken partijen. Het afsluitende hoofdstuk bevat de toelichting en aanbevelingen voor
het management van een aantal veranderingen. Er wordt onderbouwd hoe de voorgestelde
aanpassingen voor meer eigen regie en positieve veranderingen voor de cliënten kunnen
zorgen. De mening van de begeleiders, cliënten en de samenwerkend partner wordt
toegelicht en leiden tot een plan van aanpak.
.
3
, 1 Context omschrijving
1.1 Context
De Organisatie (z.d.) is een beschermde woonvorm met 24 uurs-toezicht voor voorheen
dakloze cliënten met psychische of psychosociale problemen met een verslaving. Cliënten
worden ondersteund en begeleid in hun dagelijkse wonen en leven. De ondersteuning is
gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie of op stabilisatie van een
psychiatrisch ziektebeeld inclusief verslaving. Er wordt gewerkt vanuit een visie die eigen
regie nastreeft en werkt met de methodiek krachtwerk (Organisatie, z.d.).Binnen deze
locatie van de Organisatie (z.d) wonen 28 cliënten die wanneer ze hier fysiek toe in staat zijn
verplicht zijn om vijf dagen per week deel te nemen aan één van de aangeboden
dagbestedingsprojecten. Het dagbestedingsproject ‘de veegploeg’ is gericht op
arbeidsparticipatie van de cliënten in de maatschappij. Cliënten die deelnemen aan deze
dagbesteding gaan minimaal vijf dagen per week en twee dagdelen de wijk in om het vuil in
de straten op te ruimen. Middelengebruik wordt gedoogd op hun eigen kamer maar niet
tijdens de dagbestedingsprojecten en openbare ruimten.
1.2 Doelgroep
De doelgroep op deze locatie kan volgens de aspecten van (De Jager, Mok, & Sipkema, 2009)
worden omschreven als een groep van tien cliënten die kampen met
verslavingsproblematiek en psychosociale problemen. Uit cliëntdossiers blijkt dat ze
wilsbekwaam zijn en zelfstandig keuzes mogen maken over hun gebruik. Zij hebben de regie
in handen en bepalen zelf hoeveel, waar en wat ze aan middelen gebruiken en waar ze hun
geld aan uitgeven. Het gemeenschappelijke doel van de cliënten is om veilig te wonen en
werken en met ondersteuning van de begeleiders hun gebruik te stabiliseren en te
participeren door deelname aan de dagbesteding. Ze vormen een hechte groep en zijn
verbonden door voorkeur van middelengebruik. Sociale waarden als veiligheid, leefbaarheid
en tolerantie zijn belangrijk binnen de groep die niet voor elkaar hebben gekozen, maar door
het lot zijn samengebracht.
4
