AYA AHLALOUCH
BEKNOPTE SAMENVATTING GKB4
Alle stof uit Handboek voor Leraren en Identiteitsontwikkeling en Leerlingbegeleiding samengevat
→ gecategoriseerd in 5 domeinen.
1
,BASICS
De adolescentiefase = ontwikkelingsfase tussen kindertijd en volwassenheid.
- Loopt van ongeveer 12 tot 22.
- In deze periode → fysieke, neurologische en psychologische
veranderingen treden op die tot uiting komen in gedachten, behoeften en
gevoelens.
1. Periode van vroege adolescentie = lichamelijke groei en rijping en
psychoseksuele ontwikkeling staan centraal. + Losmakingsproces tussen
adolescent en ouders komt op gang.
- Groeispurt (bij meisjes eerder dan jongens);
- belang peergroup wordt belangrijker;
- cognitieve ontwikkeling.
2. Periode van middenadolescentie = adolescent experimenteert met vele
nieuwe keuzemogelijkheden.
- identiteitsontwikkeling (vriendschappen belangrijker);
- experimenteren (met drank/drugs, en tegenwoordig ook vapes).
3. Periode van late adolescentie = staat in het teken van het aangaan van
verplichtingen op het gebied van de maatschappelijke positie en
persoonlijke relaties.
- cognitieve ontwikkeling (formeel denken en hypothetische relaties
leggen);
- verantwoordelijkheid nemen en keuzes maken;
- zelfbeeld en zelfgevoel (antwoord op de vraag ‘wie ben ik?’)
2
,INHOUDSOPGAVE
DOMEIN A: BIOLOGISCH
DOMEIN B: MAATSCHAPPELIJK
● STUKJE GESCHIEDENIS
● BEELDVORMING OVER ADOLESCENTEN
● INTERCULTURELE KLASSEN
● RELATIE TUSSEN LEERLING EN OUDERS
DOMEIN C: ECOLOGISCH SYSTEEM
DOMEIN D: PERSOONLIJKHEID
DOMEIN E: INTELLIGENTIE
3
, DOMEIN A: BIOLOGISCH
1. ONTWIKKELING VAN DE HERSENEN
Er zijn twee belangrijke delen in de hersenen:
1. linkerhelft
2. rechterhelft
Bij de linkerkant wordt informatie die aan de
rechterkant waargenomen wordt verwerkt en
vice versa.
→ Samen zijn linker- en rechterhelft de grote
hersenen, te onderscheiden van kleine
hersenen (= cerebellum).
Hersenschors (buitenste laag hersenen) is onder te
verdelen in vier cortexen/kwabben:
1. occipitale kwab → regelt visuele waarneming.
2. pariëtale kwab → regelt ruimtelijke waarneming
en zintuiglijke informatie.
3. temporale kwab → regelt gehoor, taalfuncties
en geheugen.
4. frontale kwab → stuurt gedrag doelgericht, in
samenwerking met andere hersengebieden vinden hier
executieve functies plaats (motorische en cognitieve
controlefuncties).
a. prefrontale cortex = voorste deel van de
hersenen. Betrokken bij functies als
plannen, besluiten nemen en emoties
reguleren.
Limbisch systeem = systeem in grote hersenen die betrokken is bij
emoties. Valt onder te verdelen in:
➢ Thalamus → hier komen waarnemingen binnen. Deze staat in
verbinding met de amygdala.
➢ Amygdala → koppelt waarnemingen aan emoties als angst,
agressie en/of gevaar.
➢ Hippocampus → belangrijk voor het opslaan van
gebeurtenissen in het langetermijngeheugen. Vooral
emotioneel gekleurde gebeurtenissen worden opgeslagen.
Staat in verbinding met amygdala.
➢ Nucleus accumbens → prettige gebeurtenissen hier verwerkt.
➢ Hypothalamus → sterke emoties zoals stress hier geregeld. Ook
lichaamsfuncties als hartslag, slapen, eten en hormoonproductie gefixt.
4