Marketing
Marketing is het inspelen op wensen en behoeften van de klant.
Wens= iets wat je graag wilt
Behoeften= Is iets wat je nodig hebt of iets wat je graag wilt.
Klanten staan altijd centraal
- Wie zijn mijn klanten?
- Wat doen ze, hoe vaak en waarom?
- Wanneer doen mijn klanten wat?
- Wat zijn hun wensen en behoeften?
- Wat is de waarde van mijn klanten?
Productieconcept – Productconcept – verkoopconcept – marketingconcept –
relatiemarketingconcept – maatschappelijk concept.
Waarom we kopen wat we kopen?
- Behoeften vervoer
- Motivatie wil een grote dure auto
- Voorkeur merk bijv. mercedes
Behoefte is het bewust of onbewust ervaren van een gemis.
Een reden om een behoefte te bevredigen heet een motief (het waarom)
- Primaire en secundaire behoeften
- Materiële en immateriële
- Effectieve en latente(onbewust)
- Individuele en collectieve
Primaire behoeften:
Een primaire behoeften is iets wat je echt nodig hebt en eigenlijk ook niet zonder kan zoals:
eten, een huis en kleding.
Secundaire behoeften:
Dat zijn de behoeften die vaak op de 2e plaats komen ook wel luxeproducten zoals: een auto,
vakantie, merkkleding enz.
Materiële behoeften:
Heeft te maken met tastbare producten, het heeft te maken met bijv. gebruiksvoorwerpen
zoals afwasmiddel maar kan ook een horloge of zonnebril zijn.
Immateriële behoeften:
Dit gaat niet over producten maar over een geestelijke behoefte. De niet tastbare
producten. Bijv. kennis en cultuur of geloof.
, Effectieve behoeften:
Behoeften waarvan we ons bewust zijn dat we ze hebben maar deze leiden meestal tot een
concrete vraag. Een kapotte racefiets leidt tot de effectieve behoefte van een nieuwe.
Latente behoeften:
Van deze behoeften zijn we ons nog niet bewust. Maar er zijn momenten dat een latente
behoeften een effectieve behoefte kan worden. Voorbeeld: Je hebt nog geen racefiets en je
vriend vraagt of je mee gaat fietsen. Je schaft een racefiets aan. Deze racefiets kan kapot
gaan en het verandert in een effectieve behoefte.
Individuele behoeften:
De behoeften die een individu heeft, zijn individuele behoeften. Iedereen is anders en
iedereen heeft daarom andere behoeften. De een die wilt heel de vakantie aan het strand
liggen terwijl de andere liever actief bezig is.
Collectieve behoeften:
Deze behoeften worden gezien dat iedereen in de maatschappij deze heeft en vervuld
moeten worden door de overheid. Bijv. de behoeften aan wegen, kanalen, onderwijs en
veiligheid.
5. zelfverrijking: bereiken wat je kan
4. zelfrespect: succes en status
3. liefde en genegenheid: vriendschap, erbij horen en liefde
2. veiligheid: stabiliteit, veiligheid en economische zekerheid
1. fysologische: honger, dorst, slaap en sex
Overlevingsmotieven:
Je voornaamste zorg is in leven blijven. Je bent gericht op het vervullen van de fysologische
behoeften en op veiligheid.
Sociale motieven:
Het ‘erbij willen horen’ deel uitmaken van een groep. Behoefte aan liefde en genegenheid
maar ook aan zelfrespect.
Groeimotieven:
De behoefte ok gewaardeerd te worden en daarnaast de zelfverwerkelijking om zo hoger op
te komen en je goed te voelen.
Marketing is het inspelen op wensen en behoeften van de klant.
Wens= iets wat je graag wilt
Behoeften= Is iets wat je nodig hebt of iets wat je graag wilt.
Klanten staan altijd centraal
- Wie zijn mijn klanten?
- Wat doen ze, hoe vaak en waarom?
- Wanneer doen mijn klanten wat?
- Wat zijn hun wensen en behoeften?
- Wat is de waarde van mijn klanten?
Productieconcept – Productconcept – verkoopconcept – marketingconcept –
relatiemarketingconcept – maatschappelijk concept.
Waarom we kopen wat we kopen?
- Behoeften vervoer
- Motivatie wil een grote dure auto
- Voorkeur merk bijv. mercedes
Behoefte is het bewust of onbewust ervaren van een gemis.
Een reden om een behoefte te bevredigen heet een motief (het waarom)
- Primaire en secundaire behoeften
- Materiële en immateriële
- Effectieve en latente(onbewust)
- Individuele en collectieve
Primaire behoeften:
Een primaire behoeften is iets wat je echt nodig hebt en eigenlijk ook niet zonder kan zoals:
eten, een huis en kleding.
Secundaire behoeften:
Dat zijn de behoeften die vaak op de 2e plaats komen ook wel luxeproducten zoals: een auto,
vakantie, merkkleding enz.
Materiële behoeften:
Heeft te maken met tastbare producten, het heeft te maken met bijv. gebruiksvoorwerpen
zoals afwasmiddel maar kan ook een horloge of zonnebril zijn.
Immateriële behoeften:
Dit gaat niet over producten maar over een geestelijke behoefte. De niet tastbare
producten. Bijv. kennis en cultuur of geloof.
, Effectieve behoeften:
Behoeften waarvan we ons bewust zijn dat we ze hebben maar deze leiden meestal tot een
concrete vraag. Een kapotte racefiets leidt tot de effectieve behoefte van een nieuwe.
Latente behoeften:
Van deze behoeften zijn we ons nog niet bewust. Maar er zijn momenten dat een latente
behoeften een effectieve behoefte kan worden. Voorbeeld: Je hebt nog geen racefiets en je
vriend vraagt of je mee gaat fietsen. Je schaft een racefiets aan. Deze racefiets kan kapot
gaan en het verandert in een effectieve behoefte.
Individuele behoeften:
De behoeften die een individu heeft, zijn individuele behoeften. Iedereen is anders en
iedereen heeft daarom andere behoeften. De een die wilt heel de vakantie aan het strand
liggen terwijl de andere liever actief bezig is.
Collectieve behoeften:
Deze behoeften worden gezien dat iedereen in de maatschappij deze heeft en vervuld
moeten worden door de overheid. Bijv. de behoeften aan wegen, kanalen, onderwijs en
veiligheid.
5. zelfverrijking: bereiken wat je kan
4. zelfrespect: succes en status
3. liefde en genegenheid: vriendschap, erbij horen en liefde
2. veiligheid: stabiliteit, veiligheid en economische zekerheid
1. fysologische: honger, dorst, slaap en sex
Overlevingsmotieven:
Je voornaamste zorg is in leven blijven. Je bent gericht op het vervullen van de fysologische
behoeften en op veiligheid.
Sociale motieven:
Het ‘erbij willen horen’ deel uitmaken van een groep. Behoefte aan liefde en genegenheid
maar ook aan zelfrespect.
Groeimotieven:
De behoefte ok gewaardeerd te worden en daarnaast de zelfverwerkelijking om zo hoger op
te komen en je goed te voelen.