Samenvatting motivatie en emotie

MOTIVATIE EN EMOTIE
INLEIDING: WETENSCHAPPELIJKE CYCLUS

THEORIEËN LEVEREN VERKLARINGEN VOOR FENOMENEN

Verklaring = een explanandum (te verklaren fenomeen) wordt gelinkt aan een explanans (verklarend feit)
VB. Het fenomeen van water (explanandum) kan gelinkt worden aan H 2O (explanans)

Verklaren van een fenomeen

1. Afbakening / definitie van het explanandum
2. Zoektocht naar een explanans

Stappen maken deel uit van een cyclus

1. VOORLOPIGE AFBAKENING / WERKDEFINITIE
 Lijst van oppervlakkige kenmerken
 VB. Water is vloeibaar, helder, geurloos…
2. ONTWIKKELING VAN EEN VERKLARING
 Het explanandum wordt gelinkt aan een explanans
 VB. Moleculaire structuur van water is H 2O
3. TESTEN VAN DE VERKLARING IN EMPIRISCH ONDERZOEK
 VB. Staaltjes water nemen volgens de werkdefinitie & nagaan als moleculaire structuur H 2O is
4. WETENSCHAPPELIJKE DEFINITIE
 Voldoende bevestigd
 Explanans maakt deel uit vd definitie vh fenomeen, waar het de voorlopige kenmerken vervangt
 Consensus over definitie? Gebruiken om nieuwe predicties te maken over het fenomeen

TYPES DEFINITIES

WERKDEFINITIE WETENSCHAPPELIJKE DEFINITIE
Descriptief Prescriptief
Beschrijving vd manier waarop leken Definitie waarin wetenschappers voorschrijven
in het dagelijks leven de term gebruiken hoe een term gebruikt moet worden




Set afbakenen van andere sets



Intensionele en extensionele ; mutueel afhankelijk
Set met intentie 3-8, fixeert de extensie van die set


1 Interne organisatie van de set

,TYPES VERKLARINGEN

STRUCTURELE VERKLARING
= stelt wat de componenten van een fenomeen zijn & wat de relatie is tussen de componenten
VB. Een kater bestaat uit hoofdpijn, misselijkheid en een droge mond

CAUSALE VERKLARING
= stelt wat de oorzaak van een fenomeen is
VB. De oorzaak van een kater is te veel drinken de avond voordien

MECHANISTISCHE VERKLARING
= stelt wat de ondeliggende processen zijn van de overgang van de oorzaak naar het effect
Hoe? Decompositie van processen in subprocessen
& uitleg over hoe de bouwstenen interageren om het explanandum te produceren

LEVELS VAN ANALYSE

Structurele en mechanistische verklaringen doorkruisen verschillende levels van analyse

Observeerbaar level

o Een systeem produceert een observeerbare output (gedrag of respons) bij het verschijnen
van een observeerbare input (stimulus)
o Processen worden beschreven in termen van hun input, output en de relatie hiertussen
o Wat tussen input en output ligt ; black box

Mentaal level

o Proces wordt ontleed in subprocessen of kleine black boxen
o Subprocessen worden beschreven in termen van inputs en outputs
o Tussenliggende inputs en outputs zijn verborgen ; mentale representaties
o Elk van deze subprocessen kan ontleed worden in nog kleinere subprocessen
 Tot ze in de latere fases van decompositie overeenkomen met hersenprocessen

Hersenlevel

o De black boxen worden gematerialiseerd in hersenprocessen


Proces = de overgang tussen input en output



CONCLUSIE

1) Theorie-ontwikkeling start vaak van een descriptieve set
2) Verklaringen ontwikkelen in de hoop dat die een gemeenschappelijke noemer opleveren
die gebruikt kan worden om de set af te bakenen

o Noemer gevonden? Set krijgt een wetenschappelijke status
o Noemer niet gevonden? Onderzoekers besluiten dat set niet wetenschappelijk is & laten hem vallen



2

,DEEL 1: MOTIVATIE

WETENSCHAPPELIJKE CYCLUS TOEGEPAST OP MOTIVATIE

SITUERING VAN MOTIVATIETHEORIEËN EN GEDRAGSTHEORIEËN

GEDRAGSTHEORIEËN nemen gedrag als explanandum
MOTIVATIETHEORIEËN zijn een subset van gedragstheorieën die motivatie inroepen als explanans




Sommige theorieën zijn beter uitgerust om de kwaliteit van gedrag te verklaren
Terwijl andere theorieën beter uitgerust zijn om de kwantiteit van gedrag te verklaren




WAT IS MOTIVATIE?

Motivatie = verzamelnaam voor motivtionele constructen zoals doelen, behoeften, noden, drijfveren…
 Doel als verzamelnaam voor al deze motivationele constructen

Doel = mentale representatie met bepaalde eigenschappen
de representatie van een gewenste toestand in de toekomst

MENTALE REPRESENTATIES

Mentale representaties hebben verschillende aspecten

o Inhoud
o Formaat
 Dynamische representaties ; doelen
- Leiden vaak tot gedrag
- Activatie stijgt over tijd, zelfs bij obstakels (tenzij belangrijker doel geactiveerd word)
- Na poging: evaluatie + tijdelijke inhibitie
 Niet-dynamische representaties ; overtuigingen, verwachtingen, gedachten
- Leiden niet tot gedrag (wel als ze gecombineerd worden met doelen)
- Activatie daalt over tijd

3

, - Breekt af bij nieuwe stimulus

DE INHOUD EN ORGANISATIE VAN DOELEN

Ontelbaar aantal doelen ; georganiseerd in een DOELHIËRARCHIE

o H belangrijker dan L
 Het vervullen van H krijgt voorang op het vervullen van L
 L zijn meer inwisselbaar dan H
o L = middel om H te bereiken
 Om H uitgevoerd te krijgen, moet deze L activeren ; plan maken
 L kan ook een eigen leven leiden (chice auto bezitten wordt doel op zich ipv indruk maken)
o H = meer abstract / L = meer concreet
 Meer abstract / concreet als het door meer / minder concrete subdoelen bereikt kan worden
o H = aangeboren en universeel / L = meer aangeleerd en cultuurspecifiek

! Doelhiërarchie ligt niet vast ; doelen kunnen meer of minder belangrijk worden
Uitgezonderd van de allerhoogste-orde doelen

Hogere-orde doelen




Lagere-orde doelen


VERSCHILLEN TUSSEN GEDRAGSTHEORIEËN


LEVEL VAN ANALYSE & TYPE VAN VERKLARING

= het level van analyse waarop ze focussen en het type van verklaring dat ze willen bieden

Radicaal behaviorisme

o Observeerbaar level
o Causale verklaring bieden voor gedrag
o Voorgestelde explanantia ; kenmerken van stimuli en de leergeschiedenis
o VB. Organisme eet omdat het een bepaalde tijd gedepriveerd werd van voedsel

Mentale theorieën

o Mentaal level
o Mechanistische verklaring bieden voor gedrag, maar op een vrij hoog niveau
o Voorgestelde explanantia ; mentale representaties
o VB. Organisme eet omdat het honger heeft

Neurowetenschappelijke theorieën

o Hersenlevel
o Mechanistische verklaring bieden voor gedrag, maar op een lager niveau

4