Musculoskeletale kinesitherapie 5
,Mobiliteit trainen → spierfunctie benoemen (bv. exorotatie)
Kracht trainen → spiergroep benoemen (bv. exorotatoren)
Opbouwen van therapie
- Begin: laag gewicht, laag aantal herhalingen
- Opbouwen: eerst aantal herhalingen, daarna pas gewicht
,1. INLEIDING
1. Inhoud en doelstellingen van de cursus
1.1 Klinisch redeneren
Klinisch redeneren omvat de mentale processen van verzamelen, interpreteren en structureren van de
informatie waardoor de kinesitherapeut in staat is op de grond van zijn biomechanische
gedragswetenschappelijke en kinesitherapeutische kennis een probleem te verhelderen en op te lossen
- Dynamisch proces
- Wordt bepaald door een veelheid aan factoren (kennis, redeneervermogen, persoonlijkheid,
ervaring en externe factoren)
Behandeldoelstellingen en behandelplan
- Opstellen op basis van anamnese en klinisch onderzoek
- Doelen: gericht op herwinnen van stoornissen in activiteiten en/of participatie
- Eventueel subdoelen gebruiken
- Doelen SMART formuleren + rekening houden met specifieke noden (hulpvraag),
ernst/reactiviteit van klacht, fasen van weefselherstel en haalbaarheid
1.2 Praktische vaardigheden
Onderzoek en behandeling gaan in elkaar over
2. Eindcompetenties
- Minicasus waar je relevante behandeldoelstellingen en -plan voor moet opstellen + keuze van
technieken geven en uitvoeren
- Extra techniek, losstaand van casus
1
, 3. Herhaling palpatie
BOTSTRUCTUREN
- Proc. coracoïdeus
- Tuberculum minus
- Tuberculum majus
- Sternoclaviculair gewricht
- Acromioclaviculair gewricht
- Acromion + angulus acromialis
- Spina scapulae
- Angulus inferior scapulae
- Margo medialis
SPIEREN
M. biceps caput longum
- Arm 90° abductie
- Vinger op mediale zijde arm leggen → biceps valt in 2 delen
- Korte spier kan je volgen tot op proc. coracoïdeus
M. trapezius pars ascendens
- Zijlig of buiklig
- Via driehoek van auscultatie
- Weerstand anteflexie of horizontale abductie → visualisatie onderrand
M. supraspinatus
M. infraspinatus
- Buiklig
- Oorsprong: bovenste 2/3e van laterale scapularand
- Functie: exorotatie
- Spier kan je vastnemen als een hamburger
- Pees palperen: sfinx houding met handen naar buiten gedraaid → onder tuberculum majus
M. teres major
- Buiklig
- Vormt mee de achterste okselplooi
- Oorsprong: laatste 1/3e scapula
- Insertie: tuberculum minus
- Functie: endorotatie
- Duidelijke spierbuik = worst
Vinger leggen boven infraspinatus (buiklig)
- Weerstand tegen endorotatie: m. teres major
- Weerstand tegen exorotatie: m. infraspinatus
2