Paragraaf 1
Inwendig en uitwendig milieu
Ziekteverwekkers (pathogenen): virussen, bacteriën, schimmels, dieren.
Dekweefsel: scheidt het inwendige en uitwendige milieu van de huid, longen en darmen.
Inwendige milieu: deel van het lichaam kan alleen worden bereikt als het de
celmembraan passeert.
Lichaamsvreemde stoffen
Infectie: binnendringen van ziekteverwekkers.
Lichaamsvreemd: stoffen of cellen die niet in je lichaam thuishoren. Het afweersysteem beschermt
je tegen lichaamsvreemde organismen/stoffen.
De eerste verdedigingslinie
Huid en slijmvliezen zijn de eerste verdedigingslinie in de bescherming tegen gevaren van buitenaf.
Openingen in de huid worden beschermd door de slijmvliezen.
In de kiemlaag (huid) liggen pigmentvormende cellen: melanocyten. Deze vormen het donkere
pigment: melanine.
Mechanische afweer: afweer met behulp van fysieke aanpassingen.
Chemische afweer: gebruik van stoffen om indringers buiten te houden.
Bescherming bij planten
Mechanische afweer: uiterlijke aanpassingen.
Chemische afweer: stoffen worden gemaakt die niet lekker zijn voor herbivoren.
Indirecte afweer: lokstof die de natuurlijke vijand aantrekt.
Paragraaf 2
Het afweersysteem
Aangeboren afweer: gericht op verschillende typen ziekteverwekkers. Dient als een snelle eerste
afweer tegen infectie.
Verworven afweer: afweersysteem dat je gedurende leven ontwikkelt. Gericht op één type
ziekteverwekker.
Lymfoïde organen (belangrijke organen van het afweersysteem): beenmerg, thymus, milt en
lymfeknopen.
Rode beenmerg:
- Ontstaan witte bloedcellen
o Fagocyten: aangeboren afweer
o Lymfocyten: verworven afweer
Aangeboren afweer
Macrofragen: witte bloedcellen (fagocyten) die een ziekteverwekker gelijk aanvallen als het, het
lichaam van een mens binnendringen.
- Nemen de ziekteverwekkers in zich op (fagocyteren) om ze onschadelijk te maken
Inwendig en uitwendig milieu
Ziekteverwekkers (pathogenen): virussen, bacteriën, schimmels, dieren.
Dekweefsel: scheidt het inwendige en uitwendige milieu van de huid, longen en darmen.
Inwendige milieu: deel van het lichaam kan alleen worden bereikt als het de
celmembraan passeert.
Lichaamsvreemde stoffen
Infectie: binnendringen van ziekteverwekkers.
Lichaamsvreemd: stoffen of cellen die niet in je lichaam thuishoren. Het afweersysteem beschermt
je tegen lichaamsvreemde organismen/stoffen.
De eerste verdedigingslinie
Huid en slijmvliezen zijn de eerste verdedigingslinie in de bescherming tegen gevaren van buitenaf.
Openingen in de huid worden beschermd door de slijmvliezen.
In de kiemlaag (huid) liggen pigmentvormende cellen: melanocyten. Deze vormen het donkere
pigment: melanine.
Mechanische afweer: afweer met behulp van fysieke aanpassingen.
Chemische afweer: gebruik van stoffen om indringers buiten te houden.
Bescherming bij planten
Mechanische afweer: uiterlijke aanpassingen.
Chemische afweer: stoffen worden gemaakt die niet lekker zijn voor herbivoren.
Indirecte afweer: lokstof die de natuurlijke vijand aantrekt.
Paragraaf 2
Het afweersysteem
Aangeboren afweer: gericht op verschillende typen ziekteverwekkers. Dient als een snelle eerste
afweer tegen infectie.
Verworven afweer: afweersysteem dat je gedurende leven ontwikkelt. Gericht op één type
ziekteverwekker.
Lymfoïde organen (belangrijke organen van het afweersysteem): beenmerg, thymus, milt en
lymfeknopen.
Rode beenmerg:
- Ontstaan witte bloedcellen
o Fagocyten: aangeboren afweer
o Lymfocyten: verworven afweer
Aangeboren afweer
Macrofragen: witte bloedcellen (fagocyten) die een ziekteverwekker gelijk aanvallen als het, het
lichaam van een mens binnendringen.
- Nemen de ziekteverwekkers in zich op (fagocyteren) om ze onschadelijk te maken