4.1 Zijn wij tolerant
De morele geografie: het dicht op elkaar leven van mensen op een klein grondgebied. Heeft invloed
op de manier waarop wij met elkaar omgaan. Tolerantie was eerst een pragmatische keuze: de
bestuurders realiseerden hoe kwetsbaar de maatschappij was in een land met religieuze
minderheden.
Schuilkerken: kerkdiensten van katholieken werden in de 17 e eeuw niet toegestaan, ze werden wel
getolereerd zolang de bijeenkomsten niet te opzichtig plaats vonden.
Principiële kant
In veel andere landen was er nog weinig ruimte voor tolerantie, hierdoor zochten veel buitenlanders
hun vrijheid in Nederland
Het poldermodel en pacificatiedemocratie
Deze begrippen geven aan dat het in een land van minderheden vaak om compromissen gaat. En dat
de politiek een kwestie van schikken en plooien is. Verschillende partijen moeten samenwerken.
De strijd tegen het water in de 14e en 15e eeuw. Wordt vergeleken met onze conflictoplossing door
overleg. Omdat er werd samengewerkt om het water te beheersen.
Conformisme = het verlangen om zich aan te passen aan te passen aan de opvattingen en
gedragingen van de meerderheid in de samenleving.
Een gepolariseerde tijd
Sinds 2000 is er steeds meer polarisatie opgetreden denk aan de moord op Pim Fortuyn. Kiezers
voelen zich minder thuis bij de partijen die een compromis willen zoeken. Maar eerder bij die
tegenstellingen scherp onder woorden brengen.
Er zijn heftige debatten gevoerd ober bijvoorbeeld; de pietendiscussie, hoofdoek bij de politie en de
opvang van vluchtelingen.
4.2 Wat is cultuur
Alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving
met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen.
Functies zijn:
- Het bepaalt bij welke groep je hoort en een deel van je persoonlijkheid
- Wie je bent en hoe je jezelf ziet (waarop je je kleed, welke films je kijkt)]
- Gemeenschappelijk referentiekader met deels dezelfde normen en waarden
- Gedrag regulerend: het doet gedrag van mensen geordend en voorspelbaar verlopen
, Dominante cultuur en subculturen
Dominante: het geheel van waarden en normen en kenmerken dat door de meeste mensen binnen
een samenleving wordt geaccepteerd
Sub: als een specifieke groep eigen waarden normen en kenmerken ontwikkeld. Afwijkend van de
dominante cultuur. Denk aan Gothic, punkers, hippies, kakkers
Tegen: groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur of daar zelfs een dreiging
boor vormen. Denk aan anonymous
Socialisatie = het proces waarbij iemand bewust en onbewust de waarden, normen en andere
kenmerken van zijn eigen groep krijgt aangeleerd
Imitatie, een jong kind doet bijna al het gedrag na van mensen waarmee hij een sterke
binding heeft
Binnen gemeenschappen waar je toe hoort: de overheid, voetbalclub, actiegroepen
Dimensies van Hofstede
Feminien of masculien
Wat er wordt verwacht van de mannen en vrouwen. Bij feminien gelden voor mannen en vrouwen
dezelfde dingen.
Individualistisch of collectivistisch
Individualistisch wanneer de belangen van de groep voor die van de individu gaan. Andersom is dat
de individu zijn belangen voor gaan.
Machtsafstand: groot of klein
Verschillen leiden tot verschillen in macht. Het gaat niet om hoe de macht verdeeld is, maar de mate
waarin de mindere accepteren dat de verschillen er zijn.
Termijngerichtheid: lang of kort
Bij lang wordt gestreefd naar een toekomstige beloning en bij kort wordt er gericht op het in stand
houden van tradities uit het verleden.
Onzekerheidsvermijding: hoog of laag
De mate waarin mensen zich bedreigd voelen door onbekende en onzekere situaties. Is de behoefte
aan regels hoog of laag.
De morele geografie: het dicht op elkaar leven van mensen op een klein grondgebied. Heeft invloed
op de manier waarop wij met elkaar omgaan. Tolerantie was eerst een pragmatische keuze: de
bestuurders realiseerden hoe kwetsbaar de maatschappij was in een land met religieuze
minderheden.
Schuilkerken: kerkdiensten van katholieken werden in de 17 e eeuw niet toegestaan, ze werden wel
getolereerd zolang de bijeenkomsten niet te opzichtig plaats vonden.
Principiële kant
In veel andere landen was er nog weinig ruimte voor tolerantie, hierdoor zochten veel buitenlanders
hun vrijheid in Nederland
Het poldermodel en pacificatiedemocratie
Deze begrippen geven aan dat het in een land van minderheden vaak om compromissen gaat. En dat
de politiek een kwestie van schikken en plooien is. Verschillende partijen moeten samenwerken.
De strijd tegen het water in de 14e en 15e eeuw. Wordt vergeleken met onze conflictoplossing door
overleg. Omdat er werd samengewerkt om het water te beheersen.
Conformisme = het verlangen om zich aan te passen aan te passen aan de opvattingen en
gedragingen van de meerderheid in de samenleving.
Een gepolariseerde tijd
Sinds 2000 is er steeds meer polarisatie opgetreden denk aan de moord op Pim Fortuyn. Kiezers
voelen zich minder thuis bij de partijen die een compromis willen zoeken. Maar eerder bij die
tegenstellingen scherp onder woorden brengen.
Er zijn heftige debatten gevoerd ober bijvoorbeeld; de pietendiscussie, hoofdoek bij de politie en de
opvang van vluchtelingen.
4.2 Wat is cultuur
Alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving
met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen.
Functies zijn:
- Het bepaalt bij welke groep je hoort en een deel van je persoonlijkheid
- Wie je bent en hoe je jezelf ziet (waarop je je kleed, welke films je kijkt)]
- Gemeenschappelijk referentiekader met deels dezelfde normen en waarden
- Gedrag regulerend: het doet gedrag van mensen geordend en voorspelbaar verlopen
, Dominante cultuur en subculturen
Dominante: het geheel van waarden en normen en kenmerken dat door de meeste mensen binnen
een samenleving wordt geaccepteerd
Sub: als een specifieke groep eigen waarden normen en kenmerken ontwikkeld. Afwijkend van de
dominante cultuur. Denk aan Gothic, punkers, hippies, kakkers
Tegen: groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur of daar zelfs een dreiging
boor vormen. Denk aan anonymous
Socialisatie = het proces waarbij iemand bewust en onbewust de waarden, normen en andere
kenmerken van zijn eigen groep krijgt aangeleerd
Imitatie, een jong kind doet bijna al het gedrag na van mensen waarmee hij een sterke
binding heeft
Binnen gemeenschappen waar je toe hoort: de overheid, voetbalclub, actiegroepen
Dimensies van Hofstede
Feminien of masculien
Wat er wordt verwacht van de mannen en vrouwen. Bij feminien gelden voor mannen en vrouwen
dezelfde dingen.
Individualistisch of collectivistisch
Individualistisch wanneer de belangen van de groep voor die van de individu gaan. Andersom is dat
de individu zijn belangen voor gaan.
Machtsafstand: groot of klein
Verschillen leiden tot verschillen in macht. Het gaat niet om hoe de macht verdeeld is, maar de mate
waarin de mindere accepteren dat de verschillen er zijn.
Termijngerichtheid: lang of kort
Bij lang wordt gestreefd naar een toekomstige beloning en bij kort wordt er gericht op het in stand
houden van tradities uit het verleden.
Onzekerheidsvermijding: hoog of laag
De mate waarin mensen zich bedreigd voelen door onbekende en onzekere situaties. Is de behoefte
aan regels hoog of laag.