Testen
Testinterpretatie
Voordelen:
● Je wilt iets achterhalen, een hypothese toetsen
● Meest objectieve maat die we kennen
Nadelen:
● Momentopname
● Het benadert zelden de dagelijkse situatie
● Je kunt fouten maken
● Gebaseerd op een theorie (van een taalmodel bijv)
Afwijkend?
- Heeft iemand afasie?
- Heeft iemand een semantische stoornis?
- Heeft iemand woordvindingsproblemen?
- Redt iemand zich communicatief goed in het dagelijks leven?
Hoe stel je dat vast?
Statische waarden:
- Gemiddelde en standaarddeviatie
- Cut-off scores → hiermee kun je stellen of iets afwijkt of niet
- Percentielscores → hoeveel % slechter of net zoals de cliënt scoort
- C-scores
- T-waarden
, De TokenTest staat bekend als een valide en betrouwbare test om vast te stellen of er wel of
geen sprake is van afasie en of die afasie er überhaupt is.
Correlatie = de manier waarop iets samenhangt met iets anders, samenhang tussen twee
verschillende metingen/variabelen
Symptomen en syndromen
Afasie is een verworven taalstoornis, veroorzaakt door plotseling optredend (focaal)
hersenletsel dat ontstaat nadat de taal verworven is. Dit betekent dat het om een centrale
taalstoornis gaat die enerzijds zowel de taalproductie als het taalbegrip en anderzijds zowel
gesproken als geschreven taal betreft.
Taal ligt opgeslagen in de hersenen en wanneer de gebieden die betrokken zijn bij taal
beschadigd raken, dan spreekt men van afasie.
Focaal hersenletsel = er moet een focus van letsel zijn die de taalstoornis veroorzaakt.
Er wordt alleen van afasie gesproken als de periode van taalverwerving min of meer is
afgesloten.
Bij kids hebben verworven taalstoornissen vaak een externe oorzaak, bijv een verkeers-
ongeluk. De taalstoornissen bij deze kids worden ‘kinderafasie’ genoemd.
Nederland telt naar schatting 30.000 afasiepatiënten, dit is de ‘prevalentie’ (geeft aan
hoeveel mensen NU een afasie hebben). Elk jaar komen er een kleine 10.000 nieuwe
patiënten bij (de ‘incidentie’ → aantal mensen die ooit een afasie hebben gehad). Bij veel
patiënten verdwijnt afasie binnen een paar weken. Ongeveer ⅓ van de afasiepatiënten
overleeft het eerste jaar niet.
Hoe kan hersenletsel afasie veroorzaken? Hersencellen kunnen alleen goed functioneren
als zij van voldoende zuurstof en voedingsstoffen (bijv glucose) worden voorzien. Deze
stoffen worden aangevoerd via bloed. Als er gedurende een paar minuten te weinig zuurstof
en glucose aangevoerd wordt, dan sterven hersencellen af. Dit wordt ‘necrose’ genoemd.
Op het moment dat hersencellen beschadigd raken, kunnen ze sterven. Afgestorven
hersencellen functioneren niet langer. Door zuurstoftekort ontstaat oedeem (vocht-
ophoping). Dit neemt ruimte in, maar er is geen ruimte voor dit vocht door de schedel die om
de hersenen zit. Gevolg is dat oedeem druk uitoefent op gezonde hersencellen, die
daardoor onvoldoende zuurstof en glucose krijgen om te functioneren, maar nog wel genoeg
om te overleven. Ook kan het zijn dat bepaalde intacte hersengebieden niet meer
functioneren omdat een hersengebied waarmee ze in verbinding staat, afgestorven is. Dit
heet diaschise. Als het oedeem of de diaschise afneemt (kan wel enkele weken tot
maanden duren), dan kunnen de niet-functionerende, maar intacte gebieden opnieuw gaan
functioneren, waardoor de afasie kan verbeteren of zelfs helemaal verdwijnen. Ook kunnen
andere hersengebieden bepaalde functies overnemen, maar over het algemeen is de
vooruitgang dan niet erg groot.
4 mogelijke oorzaken van verworven hersenletsel:
> Beroerte; hersenen worden van bloed voorzien door 3 arteriën (slagaders), die de
taalgebieden van zuurstof en voedingsstoffen voorzien. Als de bloedvoorziening dmv deze
arteriën stokt, kan er afasie optreden. In de meeste gevallen (ong 85%) is zo’n verstoring
van de bloedvoorziening het gevolg van een beroerte (medische term = cerebrovasculair
accident, CVA). Een CVA kan op 3 verschillende manieren ontstaan. Een hersenbloeding,
een trombose en een herseninfarct.
Hersenbloeding: hierbij scheurt een arterie in de hersenen (Figuur 1.1). Als gevolg hiervan
krijgen de gebieden die door deze arterie worden verzorgd onvoldoende voedingsstoffen,
Testinterpretatie
Voordelen:
● Je wilt iets achterhalen, een hypothese toetsen
● Meest objectieve maat die we kennen
Nadelen:
● Momentopname
● Het benadert zelden de dagelijkse situatie
● Je kunt fouten maken
● Gebaseerd op een theorie (van een taalmodel bijv)
Afwijkend?
- Heeft iemand afasie?
- Heeft iemand een semantische stoornis?
- Heeft iemand woordvindingsproblemen?
- Redt iemand zich communicatief goed in het dagelijks leven?
Hoe stel je dat vast?
Statische waarden:
- Gemiddelde en standaarddeviatie
- Cut-off scores → hiermee kun je stellen of iets afwijkt of niet
- Percentielscores → hoeveel % slechter of net zoals de cliënt scoort
- C-scores
- T-waarden
, De TokenTest staat bekend als een valide en betrouwbare test om vast te stellen of er wel of
geen sprake is van afasie en of die afasie er überhaupt is.
Correlatie = de manier waarop iets samenhangt met iets anders, samenhang tussen twee
verschillende metingen/variabelen
Symptomen en syndromen
Afasie is een verworven taalstoornis, veroorzaakt door plotseling optredend (focaal)
hersenletsel dat ontstaat nadat de taal verworven is. Dit betekent dat het om een centrale
taalstoornis gaat die enerzijds zowel de taalproductie als het taalbegrip en anderzijds zowel
gesproken als geschreven taal betreft.
Taal ligt opgeslagen in de hersenen en wanneer de gebieden die betrokken zijn bij taal
beschadigd raken, dan spreekt men van afasie.
Focaal hersenletsel = er moet een focus van letsel zijn die de taalstoornis veroorzaakt.
Er wordt alleen van afasie gesproken als de periode van taalverwerving min of meer is
afgesloten.
Bij kids hebben verworven taalstoornissen vaak een externe oorzaak, bijv een verkeers-
ongeluk. De taalstoornissen bij deze kids worden ‘kinderafasie’ genoemd.
Nederland telt naar schatting 30.000 afasiepatiënten, dit is de ‘prevalentie’ (geeft aan
hoeveel mensen NU een afasie hebben). Elk jaar komen er een kleine 10.000 nieuwe
patiënten bij (de ‘incidentie’ → aantal mensen die ooit een afasie hebben gehad). Bij veel
patiënten verdwijnt afasie binnen een paar weken. Ongeveer ⅓ van de afasiepatiënten
overleeft het eerste jaar niet.
Hoe kan hersenletsel afasie veroorzaken? Hersencellen kunnen alleen goed functioneren
als zij van voldoende zuurstof en voedingsstoffen (bijv glucose) worden voorzien. Deze
stoffen worden aangevoerd via bloed. Als er gedurende een paar minuten te weinig zuurstof
en glucose aangevoerd wordt, dan sterven hersencellen af. Dit wordt ‘necrose’ genoemd.
Op het moment dat hersencellen beschadigd raken, kunnen ze sterven. Afgestorven
hersencellen functioneren niet langer. Door zuurstoftekort ontstaat oedeem (vocht-
ophoping). Dit neemt ruimte in, maar er is geen ruimte voor dit vocht door de schedel die om
de hersenen zit. Gevolg is dat oedeem druk uitoefent op gezonde hersencellen, die
daardoor onvoldoende zuurstof en glucose krijgen om te functioneren, maar nog wel genoeg
om te overleven. Ook kan het zijn dat bepaalde intacte hersengebieden niet meer
functioneren omdat een hersengebied waarmee ze in verbinding staat, afgestorven is. Dit
heet diaschise. Als het oedeem of de diaschise afneemt (kan wel enkele weken tot
maanden duren), dan kunnen de niet-functionerende, maar intacte gebieden opnieuw gaan
functioneren, waardoor de afasie kan verbeteren of zelfs helemaal verdwijnen. Ook kunnen
andere hersengebieden bepaalde functies overnemen, maar over het algemeen is de
vooruitgang dan niet erg groot.
4 mogelijke oorzaken van verworven hersenletsel:
> Beroerte; hersenen worden van bloed voorzien door 3 arteriën (slagaders), die de
taalgebieden van zuurstof en voedingsstoffen voorzien. Als de bloedvoorziening dmv deze
arteriën stokt, kan er afasie optreden. In de meeste gevallen (ong 85%) is zo’n verstoring
van de bloedvoorziening het gevolg van een beroerte (medische term = cerebrovasculair
accident, CVA). Een CVA kan op 3 verschillende manieren ontstaan. Een hersenbloeding,
een trombose en een herseninfarct.
Hersenbloeding: hierbij scheurt een arterie in de hersenen (Figuur 1.1). Als gevolg hiervan
krijgen de gebieden die door deze arterie worden verzorgd onvoldoende voedingsstoffen,
