Blauwdruk voor het ontwerp “train je trainer” – het ontwerpen, uitvoeren en evalueren
van een effectieve training voor toekomstige onderwijsinspecteurs
Student 1 (#), Student 2 (#), Student 3 (#) & Student 4(#)
OTA2-UOLI2-16: Ontwerpen van Leersituaties (Gevorderd)
Docent: Naam Docent
Datum: …
,Inhoud
Probleemdefinitie.................................................................................................................................5
Behoefteanalyse................................................................................................................................5
Doelgroepanalyse..............................................................................................................................6
Contextanalyse..................................................................................................................................7
Orienting context............................................................................................................................................7
De lerenden doen mee aan deze training met als doel om hun eigen vaardigheden in het ontwerpen
en geven van een effectieve en interactieve training te verbeteren. Echter heeft een groot deel van
de lerenden zelf onterecht het beeld dat hun trainingen op dit moment al van een prima niveau zijn.
De opdrachtgever heeft begin dit jaar namelijk een onderzoek gedaan onder de nieuwe inspecteurs
die de trainingen van de lerenden hebben gevolgd, en hieruit volgde dat voornamelijk de interactie
in de trainingen nog te wensen overliet. Omdat de lerenden zelf dus niet per sé het nut van het
ontwerp inzien, zal dus rekening gehouden worden met het verhogen van de motivatie van de
deelnemers, voornamelijk middels de ideeën van Kirkpatrick (2007)...............................................7
Taakanalyse.....................................................................................................................................10
Conclusie.........................................................................................................................................13
Macro-ontwerp (bijlage A)................................................................................................................16
Leertaken en taakklassen.................................................................................................................16
Het 4C/ID-model toont een holistische benadering ten opzichte van de leertaak. Een leertaak wordt
gezien als het gewenste resultaat van de gehele leerervaring. De leertaken vormen het overgrote
deel van de input voor keuzes die in het ontwerp moeten worden gemaakt (Van Merriënboer &
Kirschner, 2018). Binnen het 4C/ID model wordt uitgegaan van authentieke leertaken; dit zorgt
voor de integratie van kennis, vaardigheden en attituden, het kunnen coördineren van de
samenstellende vaardigheden en leidt tot een hoge transfer naar praktijksituaties (Van Merriënboer
& Kirschner, 2018). Tijdens het ontwerpen van deze leertaken zal rekening worden gehouden met
het variatieprincipe, het sequenceprincipe, het fidelity principe en support en guidance. Tot slot zal
ook de performance assessment worden besporken. Variatieprincipe.............................................16
Ten eerste is het van belang dat alle leertaken van elkaar verschillen in dezelfde vorm als deze in de
echte wereld zouden kunnen verschillen. De variatie bevordert de lerende te generaliseren zodat de
verworven kennis toepasbaar wordt in meerdere situaties. Onderzoek wijst uit dat deze variatie de
transfer van leren bevordert, zowel voor simpele als complexe taken (Van Merriënboer, Kester, &
, Paas, 2006). Om die reden is het variatieprincipe toegepast in dit ontwerp. Variatie zal in dit
ontwerp onder andere terug te zien zijn door een afwisseling aan online en fysieke leeromgevingen,
of een combinatie hiervan. Flipped classroom wordt toegepast door de lerenden strategieën en
informatie aan te leren in de e-learning die vervolgens in een fysieke leeromgeving wordt verwerkt
of toegepast. Double blended-learning, een afwisseling tussen realistische en gesimuleerde
omgevingen, wordt toegepast door de lerenden afwisselend te laten reageren op simulatie-
leerlingen en leerlingen in een echte context. Dit wordt gedaan om meer controle te verkrijgen over
het leerproces in de soort leerlingen die de lerenden tegen kunnen komen op de werkvloer (Van
Merriënboer & Kirschner, 2018).....................................................................................................16
Sequenceprincipe..........................................................................................................................................17
Fidelity principe.............................................................................................................................................19
Support en Guidance.....................................................................................................................................20
Onderwijskundige keuzes.............................................................................................................................22
Performance Assessment..............................................................................................................................23
Er is vanwege de inhoudelijke verschillen tussen de trainingen die de lerenden gaan geven,
gekozen om geen gebruik te maken van developmental portfolios (Van Merriënboer & Kirschner,
2018). Daarnaast wordt dit als onnodig geacht omdat wordt verwacht dat, op basis van hun
voorkennis en opleidingsniveau, de lerenden in staat zijn de scoring rubric op de juiste manier te
interpreteren....................................................................................................................................24
Ondersteunende informatie..............................................................................................................27
Procedurele Informatie....................................................................................................................30
Deeltaakoefening.............................................................................................................................31
Micro-ontwerp...................................................................................................................................32
Implementatie..................................................................................................................................33
Evaluatie..........................................................................................................................................36
Referenties..........................................................................................................................................39
Bijlage A: Macro ontwerp...............................................................................................................42
Bijlage B: Projectplan......................................................................................................................46
Bijlage C: groepsreflectie................................................................................................................47
Bijlage E1: Evaluatieformulier ‘reaction sheet’ Kirkpatrick (2017)................................................49
3
, Bijlage E2: behaviour (checklist observator)...................................................................................50
Bijlage F: Volledige perfomance assessment..................................................................................51
4
van een effectieve training voor toekomstige onderwijsinspecteurs
Student 1 (#), Student 2 (#), Student 3 (#) & Student 4(#)
OTA2-UOLI2-16: Ontwerpen van Leersituaties (Gevorderd)
Docent: Naam Docent
Datum: …
,Inhoud
Probleemdefinitie.................................................................................................................................5
Behoefteanalyse................................................................................................................................5
Doelgroepanalyse..............................................................................................................................6
Contextanalyse..................................................................................................................................7
Orienting context............................................................................................................................................7
De lerenden doen mee aan deze training met als doel om hun eigen vaardigheden in het ontwerpen
en geven van een effectieve en interactieve training te verbeteren. Echter heeft een groot deel van
de lerenden zelf onterecht het beeld dat hun trainingen op dit moment al van een prima niveau zijn.
De opdrachtgever heeft begin dit jaar namelijk een onderzoek gedaan onder de nieuwe inspecteurs
die de trainingen van de lerenden hebben gevolgd, en hieruit volgde dat voornamelijk de interactie
in de trainingen nog te wensen overliet. Omdat de lerenden zelf dus niet per sé het nut van het
ontwerp inzien, zal dus rekening gehouden worden met het verhogen van de motivatie van de
deelnemers, voornamelijk middels de ideeën van Kirkpatrick (2007)...............................................7
Taakanalyse.....................................................................................................................................10
Conclusie.........................................................................................................................................13
Macro-ontwerp (bijlage A)................................................................................................................16
Leertaken en taakklassen.................................................................................................................16
Het 4C/ID-model toont een holistische benadering ten opzichte van de leertaak. Een leertaak wordt
gezien als het gewenste resultaat van de gehele leerervaring. De leertaken vormen het overgrote
deel van de input voor keuzes die in het ontwerp moeten worden gemaakt (Van Merriënboer &
Kirschner, 2018). Binnen het 4C/ID model wordt uitgegaan van authentieke leertaken; dit zorgt
voor de integratie van kennis, vaardigheden en attituden, het kunnen coördineren van de
samenstellende vaardigheden en leidt tot een hoge transfer naar praktijksituaties (Van Merriënboer
& Kirschner, 2018). Tijdens het ontwerpen van deze leertaken zal rekening worden gehouden met
het variatieprincipe, het sequenceprincipe, het fidelity principe en support en guidance. Tot slot zal
ook de performance assessment worden besporken. Variatieprincipe.............................................16
Ten eerste is het van belang dat alle leertaken van elkaar verschillen in dezelfde vorm als deze in de
echte wereld zouden kunnen verschillen. De variatie bevordert de lerende te generaliseren zodat de
verworven kennis toepasbaar wordt in meerdere situaties. Onderzoek wijst uit dat deze variatie de
transfer van leren bevordert, zowel voor simpele als complexe taken (Van Merriënboer, Kester, &
, Paas, 2006). Om die reden is het variatieprincipe toegepast in dit ontwerp. Variatie zal in dit
ontwerp onder andere terug te zien zijn door een afwisseling aan online en fysieke leeromgevingen,
of een combinatie hiervan. Flipped classroom wordt toegepast door de lerenden strategieën en
informatie aan te leren in de e-learning die vervolgens in een fysieke leeromgeving wordt verwerkt
of toegepast. Double blended-learning, een afwisseling tussen realistische en gesimuleerde
omgevingen, wordt toegepast door de lerenden afwisselend te laten reageren op simulatie-
leerlingen en leerlingen in een echte context. Dit wordt gedaan om meer controle te verkrijgen over
het leerproces in de soort leerlingen die de lerenden tegen kunnen komen op de werkvloer (Van
Merriënboer & Kirschner, 2018).....................................................................................................16
Sequenceprincipe..........................................................................................................................................17
Fidelity principe.............................................................................................................................................19
Support en Guidance.....................................................................................................................................20
Onderwijskundige keuzes.............................................................................................................................22
Performance Assessment..............................................................................................................................23
Er is vanwege de inhoudelijke verschillen tussen de trainingen die de lerenden gaan geven,
gekozen om geen gebruik te maken van developmental portfolios (Van Merriënboer & Kirschner,
2018). Daarnaast wordt dit als onnodig geacht omdat wordt verwacht dat, op basis van hun
voorkennis en opleidingsniveau, de lerenden in staat zijn de scoring rubric op de juiste manier te
interpreteren....................................................................................................................................24
Ondersteunende informatie..............................................................................................................27
Procedurele Informatie....................................................................................................................30
Deeltaakoefening.............................................................................................................................31
Micro-ontwerp...................................................................................................................................32
Implementatie..................................................................................................................................33
Evaluatie..........................................................................................................................................36
Referenties..........................................................................................................................................39
Bijlage A: Macro ontwerp...............................................................................................................42
Bijlage B: Projectplan......................................................................................................................46
Bijlage C: groepsreflectie................................................................................................................47
Bijlage E1: Evaluatieformulier ‘reaction sheet’ Kirkpatrick (2017)................................................49
3
, Bijlage E2: behaviour (checklist observator)...................................................................................50
Bijlage F: Volledige perfomance assessment..................................................................................51
4
