, lOMoARcPSD|2668334
Inhoud
Casus omschrijving............................................................................................................................................................1
1. Een specifieke, meetbare hulpvraag.............................................................................................................................3
1.1.1 Procesbeschrijving................................................................................................................................................3
Het adviesgesprek.............................................................................................................................................................3
Gespreksvaardigheden.....................................................................................................................................................3
1.1.2 Het proces naar hulpvraag...................................................................................................................................5
2. Het begeleidingsplan en een effectmeting....................................................................................................................7
2.1.1 Totale communicatie............................................................................................................................................7
2.1.2 Het signaleringsplan.............................................................................................................................................9
Sleutelinterventie het signaleringsplan...........................................................................................................................10
2.2.1 Populatie en steekproef.....................................................................................................................................11
Resultaten voor en tijdens interventie............................................................................................................................13
2.3.1 De N=1 vragenlijst..............................................................................................................................................13
Spanningsopbouw...........................................................................................................................................................14
Gevoelens en emoties.....................................................................................................................................................14
Cognitief en taal..............................................................................................................................................................14
3. Passende interventies bij opvattingen over hulpverlening..........................................................................................14
3.1.1 Keuzes binnen het begeleidingsplan..................................................................................................................15
4. De cliënt centraal stellen.............................................................................................................................................16
De topografie van Kammeraat........................................................................................................................................17
Literatuurlijst................................................................................................................................................................... 19
Bijlagen........................................................................................................................................................................... 20
Spanningsopbouw...........................................................................................................................................................21
Spanningsopbouw...........................................................................................................................................................22
Spanningsopbouw...........................................................................................................................................................26
Gevoelens en emoties.....................................................................................................................................................26
Cognitief en taal..............................................................................................................................................................26
Spanningsopbouw...........................................................................................................................................................27
Casus omschrijving
Het begeleidingsplan is door middel van een casus geschreven. De casus is gebaseerd op een
mevrouw met dementie, wat aansluit bij aankomend werkplekleren traject. Er is gekozen voor een
, lOMoARcPSD|2668334
fictief begeleidingsplan dat ingaat op dementie, aangezien vorig werkplekleren traject abrupt is
afgerond en er op deze manier kennis kan worden opgedaan over de toekomstige doelgroep.
De casus
“Roepgedrag, onrust en een Zweedse band.”
Johanna is 95 jaar. Sinds 6 jaar woont ze in het verpleeghuis. De laatste tijd schreeuwt en zingt ze de
hele dag door. Ze beweegt constant in haar stoel. ’s Nachts is ze onrustig, wordt vaak roepend wakker.
De Zweedse band wordt ’s nachts en overdag gebruikt om vallen te voorkomen. Ze is oververmoeid,
put zichzelf uit. Medebewoners hebben last van haar en de verzorgenden voelen zich schuldig dat zij
Johanna in haar vrijheid moeten beperken. De frustratie groeit.
, lOMoARcPSD|2668334
1. Een specifieke, meetbare hulpvraag
1.1 Het proces tot het formuleren van de hulpvraag
1.1.1 Procesbeschrijving
De casus richt zich op een vrouw met dementie die sinds zes jaren in het verpleeghuis woont. De
laatste tijd zingt en schreeuwt de cliënt de hele dag door, waarnaast zij in de nacht ook onrustig is en
vaak roepend wakker wordt. De medebewoners van de cliënt ervaren haar gedrag als storend en
worden hierdoor zelf ook onrustig. Om te voorkomen dat de cliënt teveel last bezorgt aan de
medebewoners wordt zij vaak op haar kamer neergezet. Ook is de cliënt door haar gedrag
oververmoeid, en put zij zichzelf uit. Om haar te kalmeren krijgt de cliënt medicijnen, hierdoor wordt zij
daadwerkelijk rustiger maar ook duffer, waardoor zij niet meer in staat is te drinken en/-of te eten.
Het adviesgesprek
Om een heldere en werkbare hulpvraag te formuleren voor de cliënt wordt er gebruik gemaakt van een tell-
and-listengesprek. In een tell-and-listengesprek, ook wel bekend als consultatiegesprek, heeft de
adviesvragers een eenduidig en helder probleem. Voor dit probleem volstaat een standaardoplossing niet.
Daarbij draagt de adviseuse steeds bij aan oplossingen en overlegt samen met de adviesvragen en
medewerkers wat de voor- en nadelen zijn van deze oplossingen. Na het identificeren van het probleem gaat
de adviseuse onderzoek verrichten naar mogelijke oorzaken en oplossingen. Tot slot wordt er besproken
welke oplossingen in aanmerking komen voor het advies en wat een passende interventie is die aansluit bij de
behoeften en wensen van de cliënt (Steehouder, 2012).
Gespreksvaardigheden
In het geheel wordt er gebruik gemaakt van de methode motiverende gespreksvoering. Het doel van
motiverende gespreksvoering is het op gang brengen van gedragsverandering bij cliënten, wat gebeurt via het
ontwikkelen van de motivatie. Het woord ‘movere’ betekent letterlijk het in beweging brengen. Hieruit is
motiverende gespreksvoering ontstaan.
De aanpak van de methode motiverende gespreksvoering is in twee fasen ingedeeld. In de eerste fase staat
de ontwikkeling ten overstaande van de motivatie van de cliënt om te veranderen centraal. Dit wordt gedaan
door middel van verschillende gespreksvaardigheden. Er wordt in deze fase voornamelijk gericht op het
verkennen van de ambivalentie, de toestand van tegenstrijdige gevoelens, van de cliënt. En er wordt gericht
op uitlokken van taal gericht op verandering bij deze cliënt.
De tweede fase is gericht op het versterken van betrokkenheid bij veranderingen, en op het ontwikkelen van
een plan om de verandering te realiseren. De cliënt wordt door het stellen van vragen gestimuleerd haar
plannen en wensen in kaart te brengen (Van der Molen & Hommes, 2011).
Doordat het een tell-and-listengesprek omvat, worden er meerdere gespreksvaardigheden ingezet die van
belang zijn als adviseuse.
Op basis van de gespreksfasen die het tell-and-listengesprek hanteert is het probleem in kaart
gebracht. Het gesprek heeft plaatsgevonden tussen adviesvragers, het team in dit geval, en de
adviseuse (in het verslag ook bekend als onderzoeker). Hieronder zijn de uitkomsten van het tell-and-
listengesprek uitgewerkt en toegelicht. Tevens wordt de adviseuse in dit product ook wel de
hulpverlener of onderzoeker genoemd.
Gespreksfasen:
1. Identificatie van het probleem