Echografie
College 1: MSU |Musculo Skeletal Ultrasound
Musculo? Skeletal?
– Pezen
– Spieren
– Vocht
– Bursa (slijmbeurs
– Zenuwen
– Ligamenten
– Botcontouren
– Vet
Wanneer MSU? Trauma, topsporter, tobsporter, ouderen etc.…
MSU-uitvoerder:
– Radioloog
– MBB’er, echografisten
– Fysiotherapeut
– Sportarts
– Reumatoloog
– Orthopeed
– Anesthesist
– Huisarts, traumatoloog, enz….
Ultrasound
Structuren waarin we bij MSU geïnteresseerd zijn, zijn meestal oppervlakkig gelegen.
Daardoor goed toegankelijk voor echografisch onderzoek. Huidige techniek zorgt voor goede
resolutie en contrast.
Voordelen echografie:
– Relatief goedkoop
– Lage belasting patiënt
– Dynamisch onderzoek mogelijk
Betrouwbaarheid MSU afhankelijk van:
– Kennis anatomie, fysiologie en pathologie
– Kennis van apparatuur en techniek
– Betrouwbaarheid van MSU is afhankelijk van de uitvoerder, basiskennis moet goed zijn
wil je afwijkende beelden kunnen herkennen (hebben gezien van normaalbeelden).
, – Kennis van anatomie; kennis van anatomie is het allerbelangrijkste, waar ben je mee
bezig? Wat ga je zien? Wat verwacht je te zien? Wat is er anders?
– Hoogfrequente lineaire transducer
– Optimaliseer je beeld
– Gebruik voldoende gel (eventueel een gel pad)
– Kijk in twee, soms wel drie richtingen
– Rechts-links vergelijken
– Statisch en dynamisch (ook in beweging) onderzoeken
Technische aspecten
Transducerkeuze
– Lineaire transducer
– Hoge frequentie 5 tot 12 MHZ en hoger
Over het algemeen bekijken we oppervlakkige structuren bij MSU, dus hogere frequentie
voor scherper beeld aan de oppervlakte
– Bij wat dikkere patiënten moet je soms overschakelen naar de andere transducer
omdat je niet diep genoeg kan scannen.
Beeldoptimalisatie
– Kies juiste preset (MSK/MSU)
– Let op diepte/vergroting
– Gain/TGC
– Focussering
Artefacten
“Echo of schijnbare echo waarvan afstand, richting of sterkte niet overeenkomen met de
werkelijke plaats van de reflector”
– Bedieningsartefacten (apparaat goed instellen)
– Slagschaduw/Echoversterking (operatieclips/verkalkingen)
– Breking
– Reverberatie
– Spiegelartefact
– Partial volume
– Anisotropie!
Anisotrope: variatie in de eigenschappen van een
stof, afhankelijk van de richting waarin het
onderzoek gedaan wordt.
Reflectoren maken een hoek met de hoofdbundel
Oorzaak: niet loodrecht scannen
Komt vooral voor bij pezen en zenuwen
,Spieren
– Spierbuik (minstens één), omgeven door een fascie. Pezen
(minstens twee), verbinding met skelet.
– Voorbeeld: Musculus Quadriceps Femoris
– Spierbuik; epimysium
– Spierbundel; perimysium
– Bundel spiervezels; endomysium
– Spiervezels 1 tot > 15 cm
– Myofibrillen
Longitudinaal:
– Vezels: echo-arm
– Perimysium/Epimysium/Fascia/intermusculair vet: echorijk
Transversaal:
– Vezels: echo-arm
– Perimysium: echorijke stippen/korte lijnen
Spierweefsel
, Pezen
– Parallelle, collagene vezels lopende in de lengterichting van de pees
– Aanhechting aan het bot
– Bevatten sensoren die informatie geven over spanning in het peesweefsel
– Weinig gevasculariseerd; Spieren zijn meer doorbloed dan pezen!
Tenzij het ontstoken is, dan gaat het beter doorbloeden; wanneer dit voorkomt ga je
een test uitvoeren in de praktijk.
– Een pees is omgeven door een peesschede of door een
bindweefsellaag (paratenon)
– Peesschede: dubbelwandige buis om pees waartussen
zich synovia bevindt
– Pezen met/zonder peesschede:
o Met: handen, voeten, schouder
o Zonder: achillespees, patellapees
– Pezen worden op hun plaats gehouden door
ligamenten/retinaculum
– Peerschede/bursa: ter plaatse van bewegende delen
om wrijving te voorkomen (voeten en de handen).
Longitudinaal:
– Dichte, parallel lopende echorijke vezelstructuren
Transversaal:
– Echorijk, gestippeld beeld
Pezen moeten loodrecht getroffen worden i.v.m. anisotrope!!
College 1: MSU |Musculo Skeletal Ultrasound
Musculo? Skeletal?
– Pezen
– Spieren
– Vocht
– Bursa (slijmbeurs
– Zenuwen
– Ligamenten
– Botcontouren
– Vet
Wanneer MSU? Trauma, topsporter, tobsporter, ouderen etc.…
MSU-uitvoerder:
– Radioloog
– MBB’er, echografisten
– Fysiotherapeut
– Sportarts
– Reumatoloog
– Orthopeed
– Anesthesist
– Huisarts, traumatoloog, enz….
Ultrasound
Structuren waarin we bij MSU geïnteresseerd zijn, zijn meestal oppervlakkig gelegen.
Daardoor goed toegankelijk voor echografisch onderzoek. Huidige techniek zorgt voor goede
resolutie en contrast.
Voordelen echografie:
– Relatief goedkoop
– Lage belasting patiënt
– Dynamisch onderzoek mogelijk
Betrouwbaarheid MSU afhankelijk van:
– Kennis anatomie, fysiologie en pathologie
– Kennis van apparatuur en techniek
– Betrouwbaarheid van MSU is afhankelijk van de uitvoerder, basiskennis moet goed zijn
wil je afwijkende beelden kunnen herkennen (hebben gezien van normaalbeelden).
, – Kennis van anatomie; kennis van anatomie is het allerbelangrijkste, waar ben je mee
bezig? Wat ga je zien? Wat verwacht je te zien? Wat is er anders?
– Hoogfrequente lineaire transducer
– Optimaliseer je beeld
– Gebruik voldoende gel (eventueel een gel pad)
– Kijk in twee, soms wel drie richtingen
– Rechts-links vergelijken
– Statisch en dynamisch (ook in beweging) onderzoeken
Technische aspecten
Transducerkeuze
– Lineaire transducer
– Hoge frequentie 5 tot 12 MHZ en hoger
Over het algemeen bekijken we oppervlakkige structuren bij MSU, dus hogere frequentie
voor scherper beeld aan de oppervlakte
– Bij wat dikkere patiënten moet je soms overschakelen naar de andere transducer
omdat je niet diep genoeg kan scannen.
Beeldoptimalisatie
– Kies juiste preset (MSK/MSU)
– Let op diepte/vergroting
– Gain/TGC
– Focussering
Artefacten
“Echo of schijnbare echo waarvan afstand, richting of sterkte niet overeenkomen met de
werkelijke plaats van de reflector”
– Bedieningsartefacten (apparaat goed instellen)
– Slagschaduw/Echoversterking (operatieclips/verkalkingen)
– Breking
– Reverberatie
– Spiegelartefact
– Partial volume
– Anisotropie!
Anisotrope: variatie in de eigenschappen van een
stof, afhankelijk van de richting waarin het
onderzoek gedaan wordt.
Reflectoren maken een hoek met de hoofdbundel
Oorzaak: niet loodrecht scannen
Komt vooral voor bij pezen en zenuwen
,Spieren
– Spierbuik (minstens één), omgeven door een fascie. Pezen
(minstens twee), verbinding met skelet.
– Voorbeeld: Musculus Quadriceps Femoris
– Spierbuik; epimysium
– Spierbundel; perimysium
– Bundel spiervezels; endomysium
– Spiervezels 1 tot > 15 cm
– Myofibrillen
Longitudinaal:
– Vezels: echo-arm
– Perimysium/Epimysium/Fascia/intermusculair vet: echorijk
Transversaal:
– Vezels: echo-arm
– Perimysium: echorijke stippen/korte lijnen
Spierweefsel
, Pezen
– Parallelle, collagene vezels lopende in de lengterichting van de pees
– Aanhechting aan het bot
– Bevatten sensoren die informatie geven over spanning in het peesweefsel
– Weinig gevasculariseerd; Spieren zijn meer doorbloed dan pezen!
Tenzij het ontstoken is, dan gaat het beter doorbloeden; wanneer dit voorkomt ga je
een test uitvoeren in de praktijk.
– Een pees is omgeven door een peesschede of door een
bindweefsellaag (paratenon)
– Peesschede: dubbelwandige buis om pees waartussen
zich synovia bevindt
– Pezen met/zonder peesschede:
o Met: handen, voeten, schouder
o Zonder: achillespees, patellapees
– Pezen worden op hun plaats gehouden door
ligamenten/retinaculum
– Peerschede/bursa: ter plaatse van bewegende delen
om wrijving te voorkomen (voeten en de handen).
Longitudinaal:
– Dichte, parallel lopende echorijke vezelstructuren
Transversaal:
– Echorijk, gestippeld beeld
Pezen moeten loodrecht getroffen worden i.v.m. anisotrope!!