Vwo 5 vraag en aanbod
Hoofdstuk 1 markten
Een markt brengt vragers en aanbieders bij elkaar
- Concrete markt: vragers en aanbieders komen op een plek bij elkaar
- Abstracte markt: vragers en aanbieders ontmoeten elkaar nooit.
Er zijn verschillende markten:
- Goederen/dienstenmarkt
- Arbeidsmarkt
- Vermogensmarkt
- Valutamarkt
Omzet = verkoopprijs x afzet
Hoofdstuk 2 vraag: op zoek naar een spijkerbroek
Als de prijs van een spijkerbroek EasyBlue
daalt, koopt Ilse meer spijkerbroeken.
Hierdoor verandert de vraaglijn niet. De
functie en de grafiek vertellen namelijk juist
wat er dan gebeurt. Er vindt een
verschuiving plaats over (langs) de
vraaglijn.
Om te weten dat het door de prijsdaling
komt dat de vraag stijgt hebben we
de ceteris-paribus-voorwaarde nodig.
Die gaat ervan uit dat alle andere
factoren gelijk blijven.
Van individuele naar collectieve vraaglijn in stappen:
1. maak een tabel met links als p= kies waardes die je nodig hebt.
2. vul de tabel in met de waardes van persoon 1
3. doe stap 2 voor persoon 2
4. doe de kolommen van persoon 1 en 2 plus elkaar
5 teken de collectieve vraaglijn.
, Vwo 5 vraag en aanbod
de
prijselasticiteit van de vraag (EV) geeft aan in welke mate de vraag reageert op een
prijsverandering. of anders gezegd: de relatieve verandering van de vraag als gevolg
van een verandering van de prijs. Het is een negatief verband
Ev= procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid/
procentuele verandering van de prijs
Ev= gevolg/oorzaak
Voorbeeld met uitleg:
Situatie 1: Stel er vind een procentuele prijsstijging van 19% procent plaats, en de
procentuele verandering van de vraag is -20%.
EV= -20%/+19% = -1,05 -> gevolg is groter dan de oorzaak -> elastisch
Situatie 2: stel er is vind een procentuele prijsstijging van 21% plaats, en de
procentuele verandering van de vraag is -20%.
EV= -20%/+21 = -0,95 -> gevolg is kleiner dan de oorzaak -> inelastisch
Hoofdstuk 1 markten
Een markt brengt vragers en aanbieders bij elkaar
- Concrete markt: vragers en aanbieders komen op een plek bij elkaar
- Abstracte markt: vragers en aanbieders ontmoeten elkaar nooit.
Er zijn verschillende markten:
- Goederen/dienstenmarkt
- Arbeidsmarkt
- Vermogensmarkt
- Valutamarkt
Omzet = verkoopprijs x afzet
Hoofdstuk 2 vraag: op zoek naar een spijkerbroek
Als de prijs van een spijkerbroek EasyBlue
daalt, koopt Ilse meer spijkerbroeken.
Hierdoor verandert de vraaglijn niet. De
functie en de grafiek vertellen namelijk juist
wat er dan gebeurt. Er vindt een
verschuiving plaats over (langs) de
vraaglijn.
Om te weten dat het door de prijsdaling
komt dat de vraag stijgt hebben we
de ceteris-paribus-voorwaarde nodig.
Die gaat ervan uit dat alle andere
factoren gelijk blijven.
Van individuele naar collectieve vraaglijn in stappen:
1. maak een tabel met links als p= kies waardes die je nodig hebt.
2. vul de tabel in met de waardes van persoon 1
3. doe stap 2 voor persoon 2
4. doe de kolommen van persoon 1 en 2 plus elkaar
5 teken de collectieve vraaglijn.
, Vwo 5 vraag en aanbod
de
prijselasticiteit van de vraag (EV) geeft aan in welke mate de vraag reageert op een
prijsverandering. of anders gezegd: de relatieve verandering van de vraag als gevolg
van een verandering van de prijs. Het is een negatief verband
Ev= procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid/
procentuele verandering van de prijs
Ev= gevolg/oorzaak
Voorbeeld met uitleg:
Situatie 1: Stel er vind een procentuele prijsstijging van 19% procent plaats, en de
procentuele verandering van de vraag is -20%.
EV= -20%/+19% = -1,05 -> gevolg is groter dan de oorzaak -> elastisch
Situatie 2: stel er is vind een procentuele prijsstijging van 21% plaats, en de
procentuele verandering van de vraag is -20%.
EV= -20%/+21 = -0,95 -> gevolg is kleiner dan de oorzaak -> inelastisch