Experimentele Methoden & Statistiek
Centrale vragen/wanneer gebruik je wat
Power: hoe groot is de kans dat ik uit deze populatie een steekproef trek waarin dit
verschil ook significant is
ANOVA: vergelijken van gemiddeldes: verschillen de gemiddeldes van elkaar?
Regressievergelijking: toetsen van helling/snijpunt dmv T-toets
Pearson’s r: T-toets
Z-toets: hoe groot is de kans dat…
T-toets: steekproeven
Statistiek college 1
Meetniveaus afhankelijke variabelen
- Nominaal: niet te ordenen categorie
- Ordinaal: te ordenen categorie
→ afstand/verschil tussen categorieën onduidelijk
- Interval: te ordenen categorie
→ duidelijke afstand tussen categorieën, geen absoluut nulpunt
→ continue data, modus berekenen niet mogelijk
- Ratio: te ordenen categorie
→ duidelijke afstand tussen categorieën, absoluut nulpunt
Continue data: waardes verschillen vaak klein beetje, tijd bij hardloopwedstrijd
Centrumwaarden
- Modus: waarde die het vaakst voorkomt (antwoord B op multiple choice toets)
- Mediaan: na ordenen van de waarden, waarde van de middelste rang
- Gemiddelde: som%aantal van alle waarden
Spreiding data: schatten van verdeling van waardes
- Bereik: max waarde - min waarde
- Gemiddelde afwijking van gemiddelde: (Deviation) waarde - gem. Waarde
→ som van gemiddelde afwijking van gemiddelde = 0
- Gemiddelde absolute afwijkingen: | waarde - gem |
→ som gemiddelde absolute afwijkingen % aantal waardes (aka observaties)
→ MAD: mean absolute deviation
- Variantie: gemiddelde gekwadrateerde afwijking
, → som devianties^2 % aantal observaties - 1
- Standaarddeviatie: vierkantswortel van variantie nemen
Variance berekenen:
1. Mean
2. Deviations per observatie
3. Squared deviations
4. Sum of squared deviations
5. Divide sum by n values - 1
Grasple module 1
Dataset:
- Rijen → aantal proefpersonen
- Kolommen → variabelen
Nominaal: verdelen in verschillende groepen maar niet op een logische volgorde zetten
- Ijssmaken
Ordinaal: verdelen in groepen en ordenen op natuurlijke indeling
- Leeftijd
Kwantitatieve variabelen: kun je ordenen en verschillen van meten, gelijke verschillen
tussen waardes hebben dezelfde betekenis
Ratio: te ordenen en met nulpunt
- Gewicht
Centrummaat: het punt waar het grootste deel van de data zich bevindt
Modus: waarde die het vaakst voorkomt
Symbolen:
● Een waarde wordt aangegeven met X
● Als je de som van iets neemt, gebruik je de Griekse hoofdletter Sigma Σ
● Het aantal waardes is n
● De gemiddelde waarde geef je aan door een streepje boven de waarde te zetten: X‾
(STEEKPROEF)
● Soms wordt het gemiddelde in een steekproef aangegeven aan met de eerste letter van
het Engelse woord voor gemiddelde, mean, M
● Soms wordt het gemiddelde ook weergegeven met de Griekse letter: μ (POPULATIE)
● De variantie wordt vaak genoteerd als σ2
● De standaarddeviatie in populatie: σ (of standaardfout in t-test)
● De standaarddeviatie in steekproef: s (of standaardfout in t-test)
Centrale vragen/wanneer gebruik je wat
Power: hoe groot is de kans dat ik uit deze populatie een steekproef trek waarin dit
verschil ook significant is
ANOVA: vergelijken van gemiddeldes: verschillen de gemiddeldes van elkaar?
Regressievergelijking: toetsen van helling/snijpunt dmv T-toets
Pearson’s r: T-toets
Z-toets: hoe groot is de kans dat…
T-toets: steekproeven
Statistiek college 1
Meetniveaus afhankelijke variabelen
- Nominaal: niet te ordenen categorie
- Ordinaal: te ordenen categorie
→ afstand/verschil tussen categorieën onduidelijk
- Interval: te ordenen categorie
→ duidelijke afstand tussen categorieën, geen absoluut nulpunt
→ continue data, modus berekenen niet mogelijk
- Ratio: te ordenen categorie
→ duidelijke afstand tussen categorieën, absoluut nulpunt
Continue data: waardes verschillen vaak klein beetje, tijd bij hardloopwedstrijd
Centrumwaarden
- Modus: waarde die het vaakst voorkomt (antwoord B op multiple choice toets)
- Mediaan: na ordenen van de waarden, waarde van de middelste rang
- Gemiddelde: som%aantal van alle waarden
Spreiding data: schatten van verdeling van waardes
- Bereik: max waarde - min waarde
- Gemiddelde afwijking van gemiddelde: (Deviation) waarde - gem. Waarde
→ som van gemiddelde afwijking van gemiddelde = 0
- Gemiddelde absolute afwijkingen: | waarde - gem |
→ som gemiddelde absolute afwijkingen % aantal waardes (aka observaties)
→ MAD: mean absolute deviation
- Variantie: gemiddelde gekwadrateerde afwijking
, → som devianties^2 % aantal observaties - 1
- Standaarddeviatie: vierkantswortel van variantie nemen
Variance berekenen:
1. Mean
2. Deviations per observatie
3. Squared deviations
4. Sum of squared deviations
5. Divide sum by n values - 1
Grasple module 1
Dataset:
- Rijen → aantal proefpersonen
- Kolommen → variabelen
Nominaal: verdelen in verschillende groepen maar niet op een logische volgorde zetten
- Ijssmaken
Ordinaal: verdelen in groepen en ordenen op natuurlijke indeling
- Leeftijd
Kwantitatieve variabelen: kun je ordenen en verschillen van meten, gelijke verschillen
tussen waardes hebben dezelfde betekenis
Ratio: te ordenen en met nulpunt
- Gewicht
Centrummaat: het punt waar het grootste deel van de data zich bevindt
Modus: waarde die het vaakst voorkomt
Symbolen:
● Een waarde wordt aangegeven met X
● Als je de som van iets neemt, gebruik je de Griekse hoofdletter Sigma Σ
● Het aantal waardes is n
● De gemiddelde waarde geef je aan door een streepje boven de waarde te zetten: X‾
(STEEKPROEF)
● Soms wordt het gemiddelde in een steekproef aangegeven aan met de eerste letter van
het Engelse woord voor gemiddelde, mean, M
● Soms wordt het gemiddelde ook weergegeven met de Griekse letter: μ (POPULATIE)
● De variantie wordt vaak genoteerd als σ2
● De standaarddeviatie in populatie: σ (of standaardfout in t-test)
● De standaarddeviatie in steekproef: s (of standaardfout in t-test)