Vragen
1 . Welk structuur van het bot bevat zenuwen en bloedbaan, en spelen een rol bij het herstel
van de botten?
A. Diafyse
B. Epifyse
C. Periost
D. endost
2. Welke bewering is niet waar?
A. Lacunen zijn groepjes osteocyten die gelegen liggen tussen de lamellen.
B. Lamellen zijn dunne laagjes matrix
C. Osteonen zijn de basale functionele eenheden van het bot.
D. Centraal kanaal bevat zenuwen.
3. Geef de goede volgorde aan van Enchondrale verbening:
1. Nieuw ontstane osteoblasten bedekken schacht van kraakbeen met dun laagje
bindweefsel
2. Bloedvaten dringen epifysen binnen en osteoblasten vormen secundaire beenkenmerk
3. Kraakbeencellen in midden van groeiende kraakbeenmodel worden groter en sterven af
terwijl de matrix verkalkt.
4. Het beenweefsel van schacht wordt dikker en kraakbeen vlak bij epifysen wordt door
een schacht van beenweefsel vervangen.
5. Bloedvaten dringen kraakbeen binnen. Nieuwe osteoblasten vormen primaire beenkern
4. Welk hormonen zijn vereist voor een normale botgroei?
A. Vitamine D, C en B
B. Vitamine D, A en K
C. Vitamine B, C en E
D. Vitamine B, A en K
5. Wat betekent Osteopenie:
A. Botontkalking
B. Onvoldoende verbening
C. Tekort aan osteoclasten
D. Te kleine botdichtheid
6. Wat voor soort bot is Thoracale 4 (T4)?
A. Lange
B. Korte
C. Onregelmatige
D. Platte
7. Wat houd het wet van Wolff in?
A. Om een X-foto te maken van de enkel moeten de enkel aan bepaalde eisen voldoen
B. Bij toename belasting, hypertrofeert het bot
, C. Waar zout gaat, gaat water
D. Verstoring in calcium leid tot over behaardheid
8. Welk bewering over de bewegelijkheid van gewrichten is niet waar?
A. Je pols is een Diartrose gewricht
B. Een synartrose verbinding is te vinden in je schedelbotten.
C. De distale verbinding tussen de fibula en tibia is een Diartrose gewricht
D. Tussenwervelschijven zijn een voorbeeld van amfiartrosen.
9. Wat voor beweging is protractie?
A. Als iemand zijn bovenlip met zijn ondertanden pakt
B. Opzij buigen van wervelkolom
C. Buigen van enkel omhoog
D. Omhoog tillen van je arm
10. Wat voor soort gewricht is je elleboog?
A. Zadel
B. Scharnier
C. Kogel
D. Draai
11. Een meisje van 4 komt op de SEH door een pijnlijke arm. De BMH belt na het
maken van x-foto gelijk de familie omdat hij verwacht dat er kindermishandeling is
gebruikt. Wat zou de meest waarschijnlijke soort breuk zijn?
A. Communitieve fractuur
B. Avulsie fractuur
C. Gesloten greenstick
D. Spiraal fractuur
12: Welke Weber fractuur is het minst ernstig en heeft het minste tijd nodig om te
helen?
A. A
B. B
C. C
13. Welk fractuur zou je niet bij iemand zien van 34 jaar oud?
A. Buigfractuur
B. Intra-articulaire fractuur
C. Stress fractuur
D. Pathologische fractuur
14. Welke pathologie kan ontstaan door vitamine D tekort bij kinderen?
A. Osteomalacie
B. Osteoporose
C. Rachitis
D. Jicht
15. Wat is een overeenkomst tussen osteomyelitis en osteoporose?
A. Symptomen: pijn, roodheid, warmte, zwelling, bewegingsbeperking
B. Komen bij personen voor die een laag gewicht hebben
1 . Welk structuur van het bot bevat zenuwen en bloedbaan, en spelen een rol bij het herstel
van de botten?
A. Diafyse
B. Epifyse
C. Periost
D. endost
2. Welke bewering is niet waar?
A. Lacunen zijn groepjes osteocyten die gelegen liggen tussen de lamellen.
B. Lamellen zijn dunne laagjes matrix
C. Osteonen zijn de basale functionele eenheden van het bot.
D. Centraal kanaal bevat zenuwen.
3. Geef de goede volgorde aan van Enchondrale verbening:
1. Nieuw ontstane osteoblasten bedekken schacht van kraakbeen met dun laagje
bindweefsel
2. Bloedvaten dringen epifysen binnen en osteoblasten vormen secundaire beenkenmerk
3. Kraakbeencellen in midden van groeiende kraakbeenmodel worden groter en sterven af
terwijl de matrix verkalkt.
4. Het beenweefsel van schacht wordt dikker en kraakbeen vlak bij epifysen wordt door
een schacht van beenweefsel vervangen.
5. Bloedvaten dringen kraakbeen binnen. Nieuwe osteoblasten vormen primaire beenkern
4. Welk hormonen zijn vereist voor een normale botgroei?
A. Vitamine D, C en B
B. Vitamine D, A en K
C. Vitamine B, C en E
D. Vitamine B, A en K
5. Wat betekent Osteopenie:
A. Botontkalking
B. Onvoldoende verbening
C. Tekort aan osteoclasten
D. Te kleine botdichtheid
6. Wat voor soort bot is Thoracale 4 (T4)?
A. Lange
B. Korte
C. Onregelmatige
D. Platte
7. Wat houd het wet van Wolff in?
A. Om een X-foto te maken van de enkel moeten de enkel aan bepaalde eisen voldoen
B. Bij toename belasting, hypertrofeert het bot
, C. Waar zout gaat, gaat water
D. Verstoring in calcium leid tot over behaardheid
8. Welk bewering over de bewegelijkheid van gewrichten is niet waar?
A. Je pols is een Diartrose gewricht
B. Een synartrose verbinding is te vinden in je schedelbotten.
C. De distale verbinding tussen de fibula en tibia is een Diartrose gewricht
D. Tussenwervelschijven zijn een voorbeeld van amfiartrosen.
9. Wat voor beweging is protractie?
A. Als iemand zijn bovenlip met zijn ondertanden pakt
B. Opzij buigen van wervelkolom
C. Buigen van enkel omhoog
D. Omhoog tillen van je arm
10. Wat voor soort gewricht is je elleboog?
A. Zadel
B. Scharnier
C. Kogel
D. Draai
11. Een meisje van 4 komt op de SEH door een pijnlijke arm. De BMH belt na het
maken van x-foto gelijk de familie omdat hij verwacht dat er kindermishandeling is
gebruikt. Wat zou de meest waarschijnlijke soort breuk zijn?
A. Communitieve fractuur
B. Avulsie fractuur
C. Gesloten greenstick
D. Spiraal fractuur
12: Welke Weber fractuur is het minst ernstig en heeft het minste tijd nodig om te
helen?
A. A
B. B
C. C
13. Welk fractuur zou je niet bij iemand zien van 34 jaar oud?
A. Buigfractuur
B. Intra-articulaire fractuur
C. Stress fractuur
D. Pathologische fractuur
14. Welke pathologie kan ontstaan door vitamine D tekort bij kinderen?
A. Osteomalacie
B. Osteoporose
C. Rachitis
D. Jicht
15. Wat is een overeenkomst tussen osteomyelitis en osteoporose?
A. Symptomen: pijn, roodheid, warmte, zwelling, bewegingsbeperking
B. Komen bij personen voor die een laag gewicht hebben