Samenvatting Ethiek en Recht INT

Ethiek en Recht 1.
Het gaat in de ethiek om dit soort vragen:
- Hoe behoren wij met elkaar om te gaan.
- Wat mag men doen en wat moet men laten?
- Wat is het goede leven?
- Wat is goede zorg?
- Hoe behoren verpleegkundigen in allerlei praktijk situaties te
handelen?

Verschil recht en ethiek. Regels bij recht staan vast, je krijgt een boete/straf als je
het overtreed.

In de ethiek gaat het om handelen:
- Handelen is iets doen, laten of zeggen voor een reden.
- Alleen mensen handelen en daarom kunnen zij moreel of immoreel zijn.
- Koeien kunnen objecten zijn van ethische overwegingen maar kunnen niet
juist of onjuist handelen.

Ethische normen:
- Het ethische moeten verwijst naar ethische normen.
- Ethische normen zijn gedragsregels, ze gebieden of verbieden bepaalde
handelingen.
- Ethische normen schrijven voor hoe we met anderen behoren om te gaan.

Ethiek en meta-ethiek:
- De ethiek gaat over hoe we moeten handelen.
- De meta-ethiek gaat over de logische fundering van de ethiek en de
ontologische status van ethische waarden en oordelen.

Descriptieve en normatieve ethiek:
- De descriptieve ethiek beschrijft het ethische leven, de gewoontes,
gebruiken en zeden van mensen.
- De normatieve ethiek tracht te bepalen hoe we moeten leren, wat we wel
of niet behoren te doen.

Moreel gezichtspunt bepaald of iets moreel kan worden genoemd. Het heeft 4
kenmerken:
1. Het is normatief.
2. Het is gericht op fundamentele, op zichzelf nastrevenswaardige
doeleinden.
3. Het vereist alpartijdigheid.
4. Het vereist universaliseerbaarheid.

Moreel handelen is als je handelt volgens de moraal.
Immoreel handelen je handelt niet volgens de moraal.

, Moraal is het geheel van morele normen en waarden dat door een individu of
binnen een groep, instelling of cultuur als een belangrijke richtlijn voor het eigen
handelen word beschouwd.




Moreel heeft 2 betekenissen namelijk:
1. Algemene betekenis: behorende tot het gebied van de moraal (het
tegenovergestelde is a-moreel), bijvoorbeeld in de zin: “Het zijn morele en
geen economische principes”.
2. Specifieke betekenis: het is juist, verkeerde, verplicht of geoorloofd (het
tegenovergestelde is immoreel). In deze betekenis wordt iets positief of
negatief gewaardeerd, zoals in de zin: “Martelen van mensen is
inhumaan”.

Immoreel is moreel verkeerd, ongeoorloofd of verboden. Een keuze of handeling
is moreel verkeerd.
A-moreel behoort niet tot het gebied van de moraal, maar bijvoorbeeld tot het
recht, de esthetiek, etiquette etc. De regel “Vorken liggen altijd links van het
bord, soeplepels en messen rechts, bestek voor het nagerecht boven het bord” is
a-moreel.
Ethiek is de wetenschappelijke of systematische studie van moraal.
Meta-Ethiek gaat over de logische fundering van de ethiek en de onlogische
status van ethische waarden en oordelen. Je stijgt uit boven ethiek en kijkt wat
ethici eigenlijk doen, je bestudeerd eigenlijk hoe ethiek werkt.
Normatief is een norm gevend of voorschrijvend (de grammatica schrijft
normen voor wat betreft taal- en de spellingsregels).
Normen zijn concrete gedragsregels of handelingsvoorschriften die aangeven
wat wij in bepaalde situaties behoren te doen of na te laten.
Waarden zijn op zichzelf nastrevenswaardige ervaringen, situaties en standen
van zaken of nastrevenswaardige eigenschappen van mensen, organisaties of
van een samenleving al zodanig.

Ethiek en moreel:
- De moraal behelst de normen en waarden die werkelijk geleefd worden in
concrete gemeenschappen.
- De ethiek is de min of meer systematische reflectie op de moraal.

Soorten ethiek:
- Gevolgen ethiek (consequentialisme).
- Plichten of principes ethiek (deontologie).
- Deugden ethiek.
- Zorgethiek.

Gevolgen ethiek:
- Alleen het resultaat telt, ongeacht de manier waarop.
- Utilisme: het grootste nut voor het grootste aantal mensen.