Lezersgerichte gezondheidscommuncatie
Informatieve tekst: De lezer informeren.
Persuasieve tekst: De schrijver probeert bij zijn/haar publiek een bepaald standpunt
geaccepteerd te krijgen.
Instructieve tekst: Overtuigt de lezer bepaalde handelingen uit te voeren.
Motiverende tekst: Gedragsintensitie/veranderingen, willen.
Affectieve tekst (amuseren): emoties, voelen.
Doelen Lezer Woordgebruik
Informatief (informeren) Kennis verwerven over Weten dat
feiten
Instructief (instrueren) Vaardigheid verwerven Weten hoe
Persuasief (overtuigen) Mening/standpunt Vinden dat
bepalen
Motiverend (motiveren) Gedragsintentie Willen
Affectief (amuseren) Emoties Voelen
De leesbaarheid en begrijpelijkheid van een tekst hagen van 2 factoren af:
1. Onderwerp afhankelijke factoren; zoals voorkennis en interesse van de lezer.
2. Onderwerponafhankleijke factoren; zoals teksteigenschappen (inhoud, structuur, stijl
en vormgeving), capaciteiten van de lezer en de situatie.
De hoeveelheid informatie die een lezer uit een tekst opneemt staat in verband met
de aandacht intensieve manier van leren; selectieve aandachtsroute. (Hoeveel
aandacht iemand aan een tekst besteedt)
Voorkennis is de belangrijkste voorspeler bij het begrijpen van een tekst -> Schematheorie
Schematheorie: Bestaat uit abstracte mentale structuren die informatie samenvatten, bijv.
iedereen weet wat hanteerbaar wordt gesteld in een ziekenhuis (mensen met een ziekte
worden behandeld, je moet een afspraak maken, huisarts kan je doorverwijzen enzo.)
De structuur van een tekst is voornamelijk gebaseerd op de aanwezigheid van
structuursignalen -> het plaatsen van kopjes en voegwoorden om een positief effect te
creëren wat betreft het onthouden en begrijpen van de tekst.
Medische publiekscommunicatie
, 2 soorten theorieën om de lezer te overtuigen:
1. Dual-proces-modellen -> Hoe informatie verwerkt wordt, volgens dit model ligt de
overtuiging van een boodschap aan de motivatie en de mogelijkheden van de lezer
zelf.
2. Protectie motivatie theorie -> Specifieke gericht op het voorspellen van
gezondheidsgedrag, volgens dit model gaat men zich meer beschermen tegen een
dreiging die hoger van risico is. (bijv. een voorlichting over soa’s, eerst de ernst en
gevolgen aankaarten en daarna wat men kan doen om zichzelf er tegen te
beschermen en het risico op een soa te voorkomen.
Conclusie -> de lezer bepaalt zowel wat (objectieve informatie) hij/zij leest, zowel als hoe
(emoties) hij/zij dit leest
Preffi (Preventie Effectmanagement Instrument)
1.
Probleem- 2
analyse Analyse van
6. Evaluatie gedrag en
omgeving
3. Analyse van
5. uitvoering
4. Ontwikkeling gedragsdeterm
voorlichting: inanten
(Interventie)
Doelgroep
doel
ASE-model: waarom doen mensen wat ze doen
Informatieve tekst: De lezer informeren.
Persuasieve tekst: De schrijver probeert bij zijn/haar publiek een bepaald standpunt
geaccepteerd te krijgen.
Instructieve tekst: Overtuigt de lezer bepaalde handelingen uit te voeren.
Motiverende tekst: Gedragsintensitie/veranderingen, willen.
Affectieve tekst (amuseren): emoties, voelen.
Doelen Lezer Woordgebruik
Informatief (informeren) Kennis verwerven over Weten dat
feiten
Instructief (instrueren) Vaardigheid verwerven Weten hoe
Persuasief (overtuigen) Mening/standpunt Vinden dat
bepalen
Motiverend (motiveren) Gedragsintentie Willen
Affectief (amuseren) Emoties Voelen
De leesbaarheid en begrijpelijkheid van een tekst hagen van 2 factoren af:
1. Onderwerp afhankelijke factoren; zoals voorkennis en interesse van de lezer.
2. Onderwerponafhankleijke factoren; zoals teksteigenschappen (inhoud, structuur, stijl
en vormgeving), capaciteiten van de lezer en de situatie.
De hoeveelheid informatie die een lezer uit een tekst opneemt staat in verband met
de aandacht intensieve manier van leren; selectieve aandachtsroute. (Hoeveel
aandacht iemand aan een tekst besteedt)
Voorkennis is de belangrijkste voorspeler bij het begrijpen van een tekst -> Schematheorie
Schematheorie: Bestaat uit abstracte mentale structuren die informatie samenvatten, bijv.
iedereen weet wat hanteerbaar wordt gesteld in een ziekenhuis (mensen met een ziekte
worden behandeld, je moet een afspraak maken, huisarts kan je doorverwijzen enzo.)
De structuur van een tekst is voornamelijk gebaseerd op de aanwezigheid van
structuursignalen -> het plaatsen van kopjes en voegwoorden om een positief effect te
creëren wat betreft het onthouden en begrijpen van de tekst.
Medische publiekscommunicatie
, 2 soorten theorieën om de lezer te overtuigen:
1. Dual-proces-modellen -> Hoe informatie verwerkt wordt, volgens dit model ligt de
overtuiging van een boodschap aan de motivatie en de mogelijkheden van de lezer
zelf.
2. Protectie motivatie theorie -> Specifieke gericht op het voorspellen van
gezondheidsgedrag, volgens dit model gaat men zich meer beschermen tegen een
dreiging die hoger van risico is. (bijv. een voorlichting over soa’s, eerst de ernst en
gevolgen aankaarten en daarna wat men kan doen om zichzelf er tegen te
beschermen en het risico op een soa te voorkomen.
Conclusie -> de lezer bepaalt zowel wat (objectieve informatie) hij/zij leest, zowel als hoe
(emoties) hij/zij dit leest
Preffi (Preventie Effectmanagement Instrument)
1.
Probleem- 2
analyse Analyse van
6. Evaluatie gedrag en
omgeving
3. Analyse van
5. uitvoering
4. Ontwikkeling gedragsdeterm
voorlichting: inanten
(Interventie)
Doelgroep
doel
ASE-model: waarom doen mensen wat ze doen
