2.1 Burgers en werk
Arbeid:
Alle activiteiten die maatschappelijk of economisch nuttig zijn voor degene die het werk verrichten,
voor de directe omgeving of voor de samenleving als geheel.
SCP:
Sociaal en Cultureel Planbureau. Doet wetenschappelijk onderzoek op sociaal en cultureel gebied.
Belangrijke adviseur voor regering; laat resultaten aan Eerste-, Tweede kamer, ministeries en overige
overheidsorganisaties zien.
Drie doelen van werk uit de Bijbel:
- In je werk streef je de eer van de Heere na
- Het werk moet dienend zijn voor je naaste; niet de hoogste willen zijn
- Belangrijk om te kunnen voorzien in je levensonderhoud
Calvinistisch arbeidsethos:
Calvijn heeft hierin beschreven hoe christenen zouden moeten werken. Wordt gekenmerkt door:
degelijk, loyaal, betrouwbaar en had werken.
Belangrijke redenen waarom mensen werken:
- Levensritme; werk geeft ritme en regelmaat
- Zelfrespect; gevoel van eigenwaarde vergroot; nuttige taak
- Sociale contacten; hoort erbij, je maakt een sociaal netwerk
- Gaven ontplooien; hiermee dien je maatschappij en je naaste
- Maatschappelijk aanzien; bepaald aanzien in de maatschappij
(Wordt bepaald door: studie, salaris, aantal mensen dat beroep uitoefent)
- Levensonderhoud; geen werk= uitkering, dan kun je in je levensonderhoud voorzien
Arbeidsmarkt:
Plaats waar vraag en aanbod van werk bij elkaar wordt gebracht
- Vraagkant: bedrijven hebben werknemers nodig
- Aanbodkant: mensen bieden aan om te werken
Manieren om werk te zoeken:
- Arbeidsbureaus
- Vacaturesites
- Personeelsadvertenties in de krant
- Wervingsbureau; zij zoeken werk voor je, als je het iets vindt kun je op gesprek gaan
- Uitzendbureaus; zoeken ook werk, als je een baan hebt blijf je in dienst van uitzendbureau
- UWV-werkbedrijf; helpen ook naar het zoeken van een baan
Maatschappelijk ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de arbeidsmarkt:
- Automatisering en robotisering:
Computers en robots nemen het werk over; minder mensen nodig om handwerk te
verrichten
- Flexibilisering
Werknemers en machines moeten flexibel inzetbaar zijn; andere tijden. Minder vaak een
vaste benoeming van werknemers en vaker een tijdelijk contract
1
, - Globalisering
Veel Oost-Europese werknemers door open grenzen voor arbeidsmigranten; hier meer
salaris
Bedrijven zijn multinationaal; hebben vestigingen in verschillende landen
- Informatisering
Steeds meer gebruik gemaakt van ICT-toepassingen. Minder mensen nodig doordat
computers werk overnemen. Wel mensen nodig om apparatuur te installeren, beheren en
onderhouden
- Mechanisering
Meer machines worden gebruikt bij het werk. Vooral in bouw en agrarische sector (Shovel,
melkmachine…)
2.2 Burgers en werkgevers/werknemers
Vakbond of werknemersorganisatie:
Medewerkers uit één bedrijfstak die zich organiseren in een groep met doel om de belangen van de
leden te behartigen.
Werkgeversorganisatie:
Staan sterker in onderhandelingen met vakbond over met name CAO
Maken deel uit van SER (Sociaal Economische Raad)
- Opgericht in 1950, 33 leden
- Tripartiete organisatie: drie partijen werken samen, werkgevers-, nemers en overheid
- Hoofdtaak: regering en parlement adviseren over economisch beleid in ons land
Werknemersorganisatie:
Vakbond= werknemersorganisatie
Vakcentrale= verschillende vakbonden ondergebracht (CNV, FNV)
Vakbond:
- Taak= belangen van leden behartigen
- Onderhandelt namens leden met werkgeversorganisatie over CAO voorwaarden
- Collectief: deze voorwaarden gelden voor de hele groep werknemers
- Juridisch advies even bij ontslagzaken of reorganisatie van een bedrijf
Soms gebruik van pressiemiddelen van vakbonden om druk uit te oefenen op werkgevers
Staken: het werk wordt voor langere tijd neergeld met als doel om protest te laten horen aan
werkgevers
CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst)
- Afspraken die groep werkgevers en groep werknemers met elkaar hebben gemaakt
- Altijd afgesloten met werkgevers uit zelfde branche; deze deelname is niet verplicht
- Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid kan bepalen dat cao geldt voor hele
branche. (‘Algemeen Verbindend Verklaard’)
Cao:
Alleen arbeidsvoorwaarden die voor álle werknemers gelden
Arbeidsovereenkomst:
Afspraken die werknemer met werkgever maakt
2
Arbeid:
Alle activiteiten die maatschappelijk of economisch nuttig zijn voor degene die het werk verrichten,
voor de directe omgeving of voor de samenleving als geheel.
SCP:
Sociaal en Cultureel Planbureau. Doet wetenschappelijk onderzoek op sociaal en cultureel gebied.
Belangrijke adviseur voor regering; laat resultaten aan Eerste-, Tweede kamer, ministeries en overige
overheidsorganisaties zien.
Drie doelen van werk uit de Bijbel:
- In je werk streef je de eer van de Heere na
- Het werk moet dienend zijn voor je naaste; niet de hoogste willen zijn
- Belangrijk om te kunnen voorzien in je levensonderhoud
Calvinistisch arbeidsethos:
Calvijn heeft hierin beschreven hoe christenen zouden moeten werken. Wordt gekenmerkt door:
degelijk, loyaal, betrouwbaar en had werken.
Belangrijke redenen waarom mensen werken:
- Levensritme; werk geeft ritme en regelmaat
- Zelfrespect; gevoel van eigenwaarde vergroot; nuttige taak
- Sociale contacten; hoort erbij, je maakt een sociaal netwerk
- Gaven ontplooien; hiermee dien je maatschappij en je naaste
- Maatschappelijk aanzien; bepaald aanzien in de maatschappij
(Wordt bepaald door: studie, salaris, aantal mensen dat beroep uitoefent)
- Levensonderhoud; geen werk= uitkering, dan kun je in je levensonderhoud voorzien
Arbeidsmarkt:
Plaats waar vraag en aanbod van werk bij elkaar wordt gebracht
- Vraagkant: bedrijven hebben werknemers nodig
- Aanbodkant: mensen bieden aan om te werken
Manieren om werk te zoeken:
- Arbeidsbureaus
- Vacaturesites
- Personeelsadvertenties in de krant
- Wervingsbureau; zij zoeken werk voor je, als je het iets vindt kun je op gesprek gaan
- Uitzendbureaus; zoeken ook werk, als je een baan hebt blijf je in dienst van uitzendbureau
- UWV-werkbedrijf; helpen ook naar het zoeken van een baan
Maatschappelijk ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de arbeidsmarkt:
- Automatisering en robotisering:
Computers en robots nemen het werk over; minder mensen nodig om handwerk te
verrichten
- Flexibilisering
Werknemers en machines moeten flexibel inzetbaar zijn; andere tijden. Minder vaak een
vaste benoeming van werknemers en vaker een tijdelijk contract
1
, - Globalisering
Veel Oost-Europese werknemers door open grenzen voor arbeidsmigranten; hier meer
salaris
Bedrijven zijn multinationaal; hebben vestigingen in verschillende landen
- Informatisering
Steeds meer gebruik gemaakt van ICT-toepassingen. Minder mensen nodig doordat
computers werk overnemen. Wel mensen nodig om apparatuur te installeren, beheren en
onderhouden
- Mechanisering
Meer machines worden gebruikt bij het werk. Vooral in bouw en agrarische sector (Shovel,
melkmachine…)
2.2 Burgers en werkgevers/werknemers
Vakbond of werknemersorganisatie:
Medewerkers uit één bedrijfstak die zich organiseren in een groep met doel om de belangen van de
leden te behartigen.
Werkgeversorganisatie:
Staan sterker in onderhandelingen met vakbond over met name CAO
Maken deel uit van SER (Sociaal Economische Raad)
- Opgericht in 1950, 33 leden
- Tripartiete organisatie: drie partijen werken samen, werkgevers-, nemers en overheid
- Hoofdtaak: regering en parlement adviseren over economisch beleid in ons land
Werknemersorganisatie:
Vakbond= werknemersorganisatie
Vakcentrale= verschillende vakbonden ondergebracht (CNV, FNV)
Vakbond:
- Taak= belangen van leden behartigen
- Onderhandelt namens leden met werkgeversorganisatie over CAO voorwaarden
- Collectief: deze voorwaarden gelden voor de hele groep werknemers
- Juridisch advies even bij ontslagzaken of reorganisatie van een bedrijf
Soms gebruik van pressiemiddelen van vakbonden om druk uit te oefenen op werkgevers
Staken: het werk wordt voor langere tijd neergeld met als doel om protest te laten horen aan
werkgevers
CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst)
- Afspraken die groep werkgevers en groep werknemers met elkaar hebben gemaakt
- Altijd afgesloten met werkgevers uit zelfde branche; deze deelname is niet verplicht
- Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid kan bepalen dat cao geldt voor hele
branche. (‘Algemeen Verbindend Verklaard’)
Cao:
Alleen arbeidsvoorwaarden die voor álle werknemers gelden
Arbeidsovereenkomst:
Afspraken die werknemer met werkgever maakt
2