Casus (korte versie)
Dhr. Jos V.D.P, 53 jaar, wou in de nacht van 23-24 oktober uit bed om even naar de wc te gaan. Meteen na het
rechtstaan zakte hij in elkaar. Zijn vrouw belde meteen de ziekenwagen en Jos werd afgevoerd naar het ziekenhuis.
Op de CT scans werd duidelijk dat Jos een herseninfarct doorgemaakt had die de bevloeiing via de arteria cerebri
media beperkt had. Er was schade te zien in de occipitaalkwab maar eveneens in de pariëtaalkwab van de rechter
hemisfeer en in de frontaalkwab. (kadering van wat er is gebeurd → neuro anatomische schade)
Omwille van zijn gebroken heup werd Jos overgebracht naar een revalidatiecentrum om daar verder te herstellen.
Alle patiënten volgen er dagelijks zowel kinesitherapie als ergotherapie en gaan op aanvraag van de dokter ook langs
bij de neuropsycholoog.
(altijd naar een RC → vervolgens wat er opgemerkt wordt)
Arthur, de ergotherapeut, merkt tijdens de kookactiviteit op dat Jos wat sukkelt met het kookmateriaal zoals de
pureestamper en de maatbeker te vinden en vast te nemen, ook het uitvoeren van het recept verloopt vrij chaotisch
in die mate dat Arthur zich geroepen voelt om geregeld bij te sturen. Later die dag brengt Loes, de kinesiste, Jos
terug naar zijn kamer. Boven bij de lift wordt ze even aangesproken door een van de verpleegsters en laat ze Jos
zelfstandig verder naar zijn kamer gaan. De verpleegster wou even navragen of Jos bij haar ook zo roekeloos recht
probeert te staan vanuit de rolstoel. De kinesiste beaamt dit. Op dat moment horen ze plots een bonk en zien ze hoe
Jos het looprekje aan de kamer van een andere patiënt niet heeft kunnen ontwijken.
(symptomen)
Vraag 1: Benoem de symptomen van de patiënt? (Alles wat je in de casus ziet)
1. Jos sukkelt met het kookmateriaal zoals de pureestamper en de maatbeker te vinden en vast te nemen
Jos heeft het looprekje aan de kamer van een andere patiënt niet heeft kunnen ontwijken
2. Het uitvoeren van het recept verloopt vrij chaotisch
3. Roekeloos recht probeert te staan vanuit de rolstoel
Vraag 2: Geef weer binnen welk neuropsychologisch domein elk symptoom respectievelijk gekaderd kan worden.
(Aandacht, geheugen, visuele perceptie, taal, gedragscontrole)
• Visuele perceptie
• Gedragscontrole
• Gedragscontrole
Vraag 3: Leg per symptoom uit welk proces binnen dit neuropsychologisch domein precies verstoord is of welke
stoornis je opmerkt en wat dit proces/stoornis inhoudt.
1. Ruimtelijke perceptie, optische ataxie →(posities van objecten t.o.v. een referentiepunt niet kunnen
inschatten) (hij vind hem niet en kan het niet vast pakken) (wat stoom → occipitaal kwab naar frontaalkwab
→ controle punt voor jezelf)
2. Dysexecutief syndroom → kunnen niet meer plannen, executieve functies zijn geraakt, … → uitleggen wat
het is, gaat gepaard met …
3. Ontremd syndroom → ontremming, gebrekkige impulscontrole → klopt het met de neuroanatomie? Ja!
Vraag 4: Geef per symptoom een voorbeeld van hoe je hier als ergotherapeut op in zou kunnen grijpen.
1. Koken, oefeningen op afstanden inschatten
2. Psycho-educatie + compensatie met hulptraining (welke? Uitleggen) of oefeningen van de frontomix of
strategie training (= beste) (mangement theorie) (wat houdt het in)
3. Psycho-educatie + strategie training
Dhr. Jos V.D.P, 53 jaar, wou in de nacht van 23-24 oktober uit bed om even naar de wc te gaan. Meteen na het
rechtstaan zakte hij in elkaar. Zijn vrouw belde meteen de ziekenwagen en Jos werd afgevoerd naar het ziekenhuis.
Op de CT scans werd duidelijk dat Jos een herseninfarct doorgemaakt had die de bevloeiing via de arteria cerebri
media beperkt had. Er was schade te zien in de occipitaalkwab maar eveneens in de pariëtaalkwab van de rechter
hemisfeer en in de frontaalkwab. (kadering van wat er is gebeurd → neuro anatomische schade)
Omwille van zijn gebroken heup werd Jos overgebracht naar een revalidatiecentrum om daar verder te herstellen.
Alle patiënten volgen er dagelijks zowel kinesitherapie als ergotherapie en gaan op aanvraag van de dokter ook langs
bij de neuropsycholoog.
(altijd naar een RC → vervolgens wat er opgemerkt wordt)
Arthur, de ergotherapeut, merkt tijdens de kookactiviteit op dat Jos wat sukkelt met het kookmateriaal zoals de
pureestamper en de maatbeker te vinden en vast te nemen, ook het uitvoeren van het recept verloopt vrij chaotisch
in die mate dat Arthur zich geroepen voelt om geregeld bij te sturen. Later die dag brengt Loes, de kinesiste, Jos
terug naar zijn kamer. Boven bij de lift wordt ze even aangesproken door een van de verpleegsters en laat ze Jos
zelfstandig verder naar zijn kamer gaan. De verpleegster wou even navragen of Jos bij haar ook zo roekeloos recht
probeert te staan vanuit de rolstoel. De kinesiste beaamt dit. Op dat moment horen ze plots een bonk en zien ze hoe
Jos het looprekje aan de kamer van een andere patiënt niet heeft kunnen ontwijken.
(symptomen)
Vraag 1: Benoem de symptomen van de patiënt? (Alles wat je in de casus ziet)
1. Jos sukkelt met het kookmateriaal zoals de pureestamper en de maatbeker te vinden en vast te nemen
Jos heeft het looprekje aan de kamer van een andere patiënt niet heeft kunnen ontwijken
2. Het uitvoeren van het recept verloopt vrij chaotisch
3. Roekeloos recht probeert te staan vanuit de rolstoel
Vraag 2: Geef weer binnen welk neuropsychologisch domein elk symptoom respectievelijk gekaderd kan worden.
(Aandacht, geheugen, visuele perceptie, taal, gedragscontrole)
• Visuele perceptie
• Gedragscontrole
• Gedragscontrole
Vraag 3: Leg per symptoom uit welk proces binnen dit neuropsychologisch domein precies verstoord is of welke
stoornis je opmerkt en wat dit proces/stoornis inhoudt.
1. Ruimtelijke perceptie, optische ataxie →(posities van objecten t.o.v. een referentiepunt niet kunnen
inschatten) (hij vind hem niet en kan het niet vast pakken) (wat stoom → occipitaal kwab naar frontaalkwab
→ controle punt voor jezelf)
2. Dysexecutief syndroom → kunnen niet meer plannen, executieve functies zijn geraakt, … → uitleggen wat
het is, gaat gepaard met …
3. Ontremd syndroom → ontremming, gebrekkige impulscontrole → klopt het met de neuroanatomie? Ja!
Vraag 4: Geef per symptoom een voorbeeld van hoe je hier als ergotherapeut op in zou kunnen grijpen.
1. Koken, oefeningen op afstanden inschatten
2. Psycho-educatie + compensatie met hulptraining (welke? Uitleggen) of oefeningen van de frontomix of
strategie training (= beste) (mangement theorie) (wat houdt het in)
3. Psycho-educatie + strategie training
