FH-1: Diagnostiek liesklachten
• Definitie: een verzamelnaam voor aandoeningen van verschillende anatomische structuren met
als gemeenschappelijk kenmerk pijn in de regio inguinalis
• Ze zijn moeilijk om correct te diagnosticeren en behandelen omdat de verschillende structuren
met elkaar verbonden zijn.
• Pathomechanica: veranderingen in de normale biomechanische functie
➢ Cochrane (1971): kleine overbelasting, trauma’s of scheurtjes van de adductoren
➢ Harris (1974): microtrauma’s/instabiliteit van SI gewricht (sacro-iliaca gewricht)
➢ Bowerman (1977): trek en schuifkrachten op de
symfyse (schaambeenvoeg)
➢ Hanson (1978): spondylarthropathie
➢ Williams (1978): beperkte endorotatie heup
➢ Loyd-Smith (1985): te veel beweging/instabiliteit van
symfyse
➢ Snijders (1993): self bracing model/functionele
eenheid → bekken, bekkenring zowel voor als achter
- Vormsluiting
- Krachtsluiting
• Epidemiologie: percentage liesblessures per sport
➢ IJshockey: 4 - 36%
➢ American football: 1 – 18%
➢ Dansen: 8 – 21%
➢ Voetbal: 4 – 18%
➢ Hardlopen: 0 – 11%
• Symptomen→ subjectief:
➢ Pijn in de liesregio (na sport)
➢ Stijfheid
➢ Verminderde ROM (rotatie heup)
➢ Gevoelsstoornissen
• Abductor: m. gluteus medius
Adductor: m. adductor longus, m. adductor brevis en
m. adductor magnus, m. sartorius en m.gracilis
➔ Moeten goed samenwerken voor stabiliseren van heup → anders bekkenshift
• Symptomen → klinisch
➢ Dysfunctie → spieren, gewricht, ROM
➢ Hypermobiliteit
➢ Zwelling
➢ Spierinsufficiëntie → adductoren
➢ Sensibiliteitsstoornissen
• Differentiaal diagnose:
➢ How To Approach Groin Pain
- Hip/pelvis
- Tigh → bovenbeen
- Abdomen → buik
- Genitalia
- Pain → waar zit de pijn?
,• Hölmich diagnostische criteria
• Aanvullend onderzoek:
➢ Röntgen → verschuivingen in pubis
➢ Echo → spierscheurtjes
➢ MRI → ontstekingen en zwellingen
➢ CT-scan
• Instabiliteit in de bekken → behandeling door een
bekkenband, duwt als het ware de bekken goed naar
elkaar toe.
• Met de bekkenband om weerstandstest doen → positief
voor liesklachten als patiënten pijn ervaren
• Met bekkenband zijn patiënten veel sterker dan zonder
(75% meer kracht in adductoren)
• Niet alleen mensen met tendinitis van adductoren hebben
liesklachten maar heup instabiliteit speelt ook een grote rol.
• M. abdominis transversus → stabiliteit bekken
• Stabiliteit van de romp en het bekken is noodzakelijk voor
alle bewegingen in de extremiteiten
• Liesonderzoek van Per Hölmich: navragen naar herkenbare
pijn en links-rechts vergelijken
1. Adductie heup tegen weerstand → pijnprovocatie
en krachttest
2. Palpatie aanhechtingsplek adductor longus →
pijnprovocatie
3. Passieve lengte test van de adductoren
4. Palpatie symfysis → pijn provocatie
5. Palpatie aanhechtingsplek rectus abdominis
,6. Palpatie iliopsoas, net boven lig. Inguinale
7. Functionele test abdominale musculatuur →
armen voor de borst gekruist, knieën gebogen en
lichte weerstand van therapeut
8. Functionele test iliopsoas
9. Lengte test iliopsoas
, FH-2: Behandeling liesklachten
• Bij mensen met liesklachten valt het op dat de transversus abdominis als het ware slaapt en
daardoor stabiliseert die de bekken niet goed → vertraagde spierlatentietijden
• Vertraagde latentietijd en ontstaan van klachten
➢ M. vastus medialis obliquus → knieklachten
➢ M. multifidus → LWK klachten
➢ M. trapezius pars ascendens → schouderklachten
➢ M. transversus abdominis → liesklachten
• Sporters die herstellende zijn van een osteitis pubis hebben significant minder
lies- en bekkenpijn als zij gedurende de oefeningen een compressiebroek
dragen
• Conclusie 1:
Waarschijnlijk wordt adductie gerelateerde liespijn niet veroorzaakt door een tendinopathie van
de adductoren maar eerder door overbelasting van de ligamenten in het bekken.
• Conclusie 2:
Waarschijnlijk is bekken stabiliserende oefentherapie de meest adequate behandeling voor
adductie gerelateerde liespijn.
• Trainingsprogramma → actieve benadering veel effectiever
• Definitie: een verzamelnaam voor aandoeningen van verschillende anatomische structuren met
als gemeenschappelijk kenmerk pijn in de regio inguinalis
• Ze zijn moeilijk om correct te diagnosticeren en behandelen omdat de verschillende structuren
met elkaar verbonden zijn.
• Pathomechanica: veranderingen in de normale biomechanische functie
➢ Cochrane (1971): kleine overbelasting, trauma’s of scheurtjes van de adductoren
➢ Harris (1974): microtrauma’s/instabiliteit van SI gewricht (sacro-iliaca gewricht)
➢ Bowerman (1977): trek en schuifkrachten op de
symfyse (schaambeenvoeg)
➢ Hanson (1978): spondylarthropathie
➢ Williams (1978): beperkte endorotatie heup
➢ Loyd-Smith (1985): te veel beweging/instabiliteit van
symfyse
➢ Snijders (1993): self bracing model/functionele
eenheid → bekken, bekkenring zowel voor als achter
- Vormsluiting
- Krachtsluiting
• Epidemiologie: percentage liesblessures per sport
➢ IJshockey: 4 - 36%
➢ American football: 1 – 18%
➢ Dansen: 8 – 21%
➢ Voetbal: 4 – 18%
➢ Hardlopen: 0 – 11%
• Symptomen→ subjectief:
➢ Pijn in de liesregio (na sport)
➢ Stijfheid
➢ Verminderde ROM (rotatie heup)
➢ Gevoelsstoornissen
• Abductor: m. gluteus medius
Adductor: m. adductor longus, m. adductor brevis en
m. adductor magnus, m. sartorius en m.gracilis
➔ Moeten goed samenwerken voor stabiliseren van heup → anders bekkenshift
• Symptomen → klinisch
➢ Dysfunctie → spieren, gewricht, ROM
➢ Hypermobiliteit
➢ Zwelling
➢ Spierinsufficiëntie → adductoren
➢ Sensibiliteitsstoornissen
• Differentiaal diagnose:
➢ How To Approach Groin Pain
- Hip/pelvis
- Tigh → bovenbeen
- Abdomen → buik
- Genitalia
- Pain → waar zit de pijn?
,• Hölmich diagnostische criteria
• Aanvullend onderzoek:
➢ Röntgen → verschuivingen in pubis
➢ Echo → spierscheurtjes
➢ MRI → ontstekingen en zwellingen
➢ CT-scan
• Instabiliteit in de bekken → behandeling door een
bekkenband, duwt als het ware de bekken goed naar
elkaar toe.
• Met de bekkenband om weerstandstest doen → positief
voor liesklachten als patiënten pijn ervaren
• Met bekkenband zijn patiënten veel sterker dan zonder
(75% meer kracht in adductoren)
• Niet alleen mensen met tendinitis van adductoren hebben
liesklachten maar heup instabiliteit speelt ook een grote rol.
• M. abdominis transversus → stabiliteit bekken
• Stabiliteit van de romp en het bekken is noodzakelijk voor
alle bewegingen in de extremiteiten
• Liesonderzoek van Per Hölmich: navragen naar herkenbare
pijn en links-rechts vergelijken
1. Adductie heup tegen weerstand → pijnprovocatie
en krachttest
2. Palpatie aanhechtingsplek adductor longus →
pijnprovocatie
3. Passieve lengte test van de adductoren
4. Palpatie symfysis → pijn provocatie
5. Palpatie aanhechtingsplek rectus abdominis
,6. Palpatie iliopsoas, net boven lig. Inguinale
7. Functionele test abdominale musculatuur →
armen voor de borst gekruist, knieën gebogen en
lichte weerstand van therapeut
8. Functionele test iliopsoas
9. Lengte test iliopsoas
, FH-2: Behandeling liesklachten
• Bij mensen met liesklachten valt het op dat de transversus abdominis als het ware slaapt en
daardoor stabiliseert die de bekken niet goed → vertraagde spierlatentietijden
• Vertraagde latentietijd en ontstaan van klachten
➢ M. vastus medialis obliquus → knieklachten
➢ M. multifidus → LWK klachten
➢ M. trapezius pars ascendens → schouderklachten
➢ M. transversus abdominis → liesklachten
• Sporters die herstellende zijn van een osteitis pubis hebben significant minder
lies- en bekkenpijn als zij gedurende de oefeningen een compressiebroek
dragen
• Conclusie 1:
Waarschijnlijk wordt adductie gerelateerde liespijn niet veroorzaakt door een tendinopathie van
de adductoren maar eerder door overbelasting van de ligamenten in het bekken.
• Conclusie 2:
Waarschijnlijk is bekken stabiliserende oefentherapie de meest adequate behandeling voor
adductie gerelateerde liespijn.
• Trainingsprogramma → actieve benadering veel effectiever