Hoofdstuk 4: circulatiestoornissen
Fysiologie van de bloedvaten
FUNCTIE BINNEN DE HOMEOSTASE
Het vasculair heeft drie functies, namelijk transport, uitwisseling en thermoregulatie.
Transport gebeurt in de grote bloedvaten, uitwisseling in het capillaire netwerk.
Organen kunnen via de bloedsomloop de nodige nutriënten opnemen en de afvalstoffen
afgeven.
In de longen: opname van zuurstof door de bloedbaan
hemoglobine (RBC) transporteert zuurstof doorheen de bloedbaan naar de andere
weefsels
uitwisseling van zuurstof en CO2 gebeurt in het capillair bed
hart —> arteriën —> arteriolen —> capillairen —> venulen —> venen —> hart
BOUW EN FUNCTIE VAN DE VAATWAND
1. de arteriën
arteriële vaatwand bestaat uit 3 lagen
intima: enkele laag van endotheelcellen, begrens door de lamina elastica interna
media: gladde spiercellen, begrensd door de lamina elastica externa
adventitia: interstitiële bindweefsellaag
arteriën kunnen dillateren en krimpen, dit komt door de dikke spierlaag
2. de capillairen
uitwisseling tussen intravasculair en extravasculair systeem
Hoofdstuk 4: circulatiestoornissen 1
, uitwisseling wordt bepaald door drukverschillen: hydrostatische druk en colloïd
oncotische druk
kleine diameter, dunne wand
3. venulen, venen en lymfevaten
postcapillaire venulen: dunwandig, weinig gespier en speciaal endotheel
venen: minder gespierd dan arteriën, weinig elastisch, hebben kleppen
opmerking: veneuze insufficiëntie (falen van de terugkeer uit OL) kan spataders
veroorzaken
lymfevaten: nog dunner, essentieel voor vochtafdrijving
4. de endotheelcel
is de cellulaire component bij onsteking (gap junctions)
doet aan selectieve permeabiliteit
produceert een extracellulaire matrix
reguleert de vaattonus
speelt een belangrijke rol bij de stollingscascade
productie Von Willebrand factor
doet aan intra-arteriële stolling
HEMOSTASE: BLOEDSTOLLING
uitscheiding Von Willebrand factor door endotheelcellen —> activatie van de
thrombocyten
primaire stolling: adhesie van de thrombocyten aan de bloedvatwand (fibrinogeen nodig)
thrombus wordt gevormd
Hoofdstuk 4: circulatiestoornissen 2
Fysiologie van de bloedvaten
FUNCTIE BINNEN DE HOMEOSTASE
Het vasculair heeft drie functies, namelijk transport, uitwisseling en thermoregulatie.
Transport gebeurt in de grote bloedvaten, uitwisseling in het capillaire netwerk.
Organen kunnen via de bloedsomloop de nodige nutriënten opnemen en de afvalstoffen
afgeven.
In de longen: opname van zuurstof door de bloedbaan
hemoglobine (RBC) transporteert zuurstof doorheen de bloedbaan naar de andere
weefsels
uitwisseling van zuurstof en CO2 gebeurt in het capillair bed
hart —> arteriën —> arteriolen —> capillairen —> venulen —> venen —> hart
BOUW EN FUNCTIE VAN DE VAATWAND
1. de arteriën
arteriële vaatwand bestaat uit 3 lagen
intima: enkele laag van endotheelcellen, begrens door de lamina elastica interna
media: gladde spiercellen, begrensd door de lamina elastica externa
adventitia: interstitiële bindweefsellaag
arteriën kunnen dillateren en krimpen, dit komt door de dikke spierlaag
2. de capillairen
uitwisseling tussen intravasculair en extravasculair systeem
Hoofdstuk 4: circulatiestoornissen 1
, uitwisseling wordt bepaald door drukverschillen: hydrostatische druk en colloïd
oncotische druk
kleine diameter, dunne wand
3. venulen, venen en lymfevaten
postcapillaire venulen: dunwandig, weinig gespier en speciaal endotheel
venen: minder gespierd dan arteriën, weinig elastisch, hebben kleppen
opmerking: veneuze insufficiëntie (falen van de terugkeer uit OL) kan spataders
veroorzaken
lymfevaten: nog dunner, essentieel voor vochtafdrijving
4. de endotheelcel
is de cellulaire component bij onsteking (gap junctions)
doet aan selectieve permeabiliteit
produceert een extracellulaire matrix
reguleert de vaattonus
speelt een belangrijke rol bij de stollingscascade
productie Von Willebrand factor
doet aan intra-arteriële stolling
HEMOSTASE: BLOEDSTOLLING
uitscheiding Von Willebrand factor door endotheelcellen —> activatie van de
thrombocyten
primaire stolling: adhesie van de thrombocyten aan de bloedvatwand (fibrinogeen nodig)
thrombus wordt gevormd
Hoofdstuk 4: circulatiestoornissen 2