HOOFDSTUK 3: Bouwstenen van de samenleving
3.1structurele en culturele dimensie
maatschappelijke organisatie= de manier waarop het menselijk gedrag en
het groepsleven sociaal georganiseerd zijn.
Verwijzing naar: gangbare gewoontes
Normen en waarden
Gedrags-en interactiepatronen
In elke sociale eenheid (gezin –
school- bedrijf + in de samenleving
als geheel
3.1.1 sociale structuur
= VORM van het georganiseerd samenleven
3.1.1.1 Sociale posities
= plaats die persoon inneemt in het netwerk van sociale relaties
Bv: positie van moeder en vader binnen een gezin
Toegeschreven sociale positie
o = indien het individu geen inspanningen heeft moeten
leveren om de positie in te nemen
o Je hebt zelf niets te zeggen van wie je bent en wat je positie is
, Verworven sociale positie
o = een positie die je verwerft na bv. bepaalde studies
o Bv: studenteclub, schacht,..
Positieset= geheel van sociale posities die iemand bekleedt
Sociale posities kunnen ook tijdelijk zijn treinreiziger
3.1.1.2 Sociale status
Waardering die gekoppeld wordt aan een bepaalde sociale positie – NIET
voor persoonlijkheid
! sociale status ≠ sociaal aanzien (= de waardering die gekoppeld is aan
een persoon)
Statusset= geheel van sociale statussen van een persoon, verbonden aan de
verschillende sociale posities die de persoon inneemt (positieset)
Belangrijke statusdimensies in onze cultuur: opleiding
Beroep
Inkomen
BEKIJK LINK
Duidelijk maken van sociale status door:
Statussymbolen= uiterlijkheden die verwijzen naar prestige, rijkdom,
macht, invloed
Functie: om te laten zien wie je bent, waar je bij hoort, waar je voor
staat en dat je ‘meedoet’
Bv: dure auto, merkkledij, nieuwste smartphone
= uiterlijke tekenen van de werkelijke sociale status van een individu
Je probeert een status weer te geven die je niet hebt
, Mensen met een verworven maar onzekere statuspositie= besteden meer
aandacht aan statussymbolen
Statusbelevenissen: nieuwste statussymbolen
Unieke belevenissen willen meemaken, om te kunnen vertellen welke
speciale reis je hebt ondernomen,…
Statusimitatie: je wilt bij een andere status behoren
Bv: iemand wil tot de hoogste sociale klasse te behoren werken zich in
de schulden om een dure auto te kunnen komen.
Masterstatus:
= status die een speciale betekenis heeft voor de sociale identiteit van een
individu + vaak een centrale rol speelt in het leven van het individu
Effect op alle andere statussen van iemand. ( kan + of – zijn)
Voorbeeld: lijden aan een ernstige ziekte. Sommige mensen gaan, ook al zijn ze
jarenlang bevriend, mensen met kanker of aids uit de weg
Lichamelijke handicap= masterstatus
BEKIJK TOEPASSING PAG 37
Status-inconsistentie:
= geen overeenstemming is tussen de verschillende sociale statussen van een persoon,
en dit door de persoon zelf zo wordt ervaren
Kan leiden tot: depressie
Extreme stem, extreem rechts-links
Bv: hoogopgeleide werklozen ervaren statusinconsistentie (gevolgen: frustratie,
vereenzaming, depressie, opstandigheid, politiek extremisme)
- Statusinconsistentie: door het subject zelf ervaren inconsistentie tussen
statusindicatoren
3.1structurele en culturele dimensie
maatschappelijke organisatie= de manier waarop het menselijk gedrag en
het groepsleven sociaal georganiseerd zijn.
Verwijzing naar: gangbare gewoontes
Normen en waarden
Gedrags-en interactiepatronen
In elke sociale eenheid (gezin –
school- bedrijf + in de samenleving
als geheel
3.1.1 sociale structuur
= VORM van het georganiseerd samenleven
3.1.1.1 Sociale posities
= plaats die persoon inneemt in het netwerk van sociale relaties
Bv: positie van moeder en vader binnen een gezin
Toegeschreven sociale positie
o = indien het individu geen inspanningen heeft moeten
leveren om de positie in te nemen
o Je hebt zelf niets te zeggen van wie je bent en wat je positie is
, Verworven sociale positie
o = een positie die je verwerft na bv. bepaalde studies
o Bv: studenteclub, schacht,..
Positieset= geheel van sociale posities die iemand bekleedt
Sociale posities kunnen ook tijdelijk zijn treinreiziger
3.1.1.2 Sociale status
Waardering die gekoppeld wordt aan een bepaalde sociale positie – NIET
voor persoonlijkheid
! sociale status ≠ sociaal aanzien (= de waardering die gekoppeld is aan
een persoon)
Statusset= geheel van sociale statussen van een persoon, verbonden aan de
verschillende sociale posities die de persoon inneemt (positieset)
Belangrijke statusdimensies in onze cultuur: opleiding
Beroep
Inkomen
BEKIJK LINK
Duidelijk maken van sociale status door:
Statussymbolen= uiterlijkheden die verwijzen naar prestige, rijkdom,
macht, invloed
Functie: om te laten zien wie je bent, waar je bij hoort, waar je voor
staat en dat je ‘meedoet’
Bv: dure auto, merkkledij, nieuwste smartphone
= uiterlijke tekenen van de werkelijke sociale status van een individu
Je probeert een status weer te geven die je niet hebt
, Mensen met een verworven maar onzekere statuspositie= besteden meer
aandacht aan statussymbolen
Statusbelevenissen: nieuwste statussymbolen
Unieke belevenissen willen meemaken, om te kunnen vertellen welke
speciale reis je hebt ondernomen,…
Statusimitatie: je wilt bij een andere status behoren
Bv: iemand wil tot de hoogste sociale klasse te behoren werken zich in
de schulden om een dure auto te kunnen komen.
Masterstatus:
= status die een speciale betekenis heeft voor de sociale identiteit van een
individu + vaak een centrale rol speelt in het leven van het individu
Effect op alle andere statussen van iemand. ( kan + of – zijn)
Voorbeeld: lijden aan een ernstige ziekte. Sommige mensen gaan, ook al zijn ze
jarenlang bevriend, mensen met kanker of aids uit de weg
Lichamelijke handicap= masterstatus
BEKIJK TOEPASSING PAG 37
Status-inconsistentie:
= geen overeenstemming is tussen de verschillende sociale statussen van een persoon,
en dit door de persoon zelf zo wordt ervaren
Kan leiden tot: depressie
Extreme stem, extreem rechts-links
Bv: hoogopgeleide werklozen ervaren statusinconsistentie (gevolgen: frustratie,
vereenzaming, depressie, opstandigheid, politiek extremisme)
- Statusinconsistentie: door het subject zelf ervaren inconsistentie tussen
statusindicatoren