Inhoud
College 1 ............................................................................................................................................... 2
Onderzoeksmethoden Hoofdstuk 2: Het onderzoeksplan.................................................... 5
Onderzoeksmethoden Hoofdstuk 3: Benaderingen van onderzoek .................................. 6
Onderzoeksmethoden Hoofdstuk 4: Theorieën, hypothesen en operationalisaties ...... 7
College 2 ............................................................................................................................................... 9
Onderzoeksmethoden Hoofdstuk 5: Grootschalig veldonderzoek .................................. 12
Onderzoeksmethoden Hoofdstuk 6: Experiment .................................................................. 13
College 3 ............................................................................................................................................. 13
College 4 ............................................................................................................................................. 16
College 5 ............................................................................................................................................. 19
Onderzoeksmethoden Hoofdstuk 10 (9): Gebruik van bestaande gegevens ................ 21
College 6 Effectonderzoek 1 .......................................................................................................... 21
Effectonderzoek in de gedragswetenschappen, Hoofdstuk 3: definities van enkele
relevante begrippen..................................................................................................................... 23
Effectonderzoek in de gedragswetenschappen, Hoofdstuk 4: ideaalmodel voor
effectonderzoek ............................................................................................................................ 24
College 7 effectonderzoek 2 .......................................................................................................... 26
Effectonderzoek in de gedragswetenschappen, Hoofdstuk 5: methodologische
problemen ...................................................................................................................................... 28
College 8 effectonderzoek 3 .......................................................................................................... 30
College 9 effectonderzoek 4 .......................................................................................................... 32
Effectonderzoek in de gedragswetenschappen, Hoofstuk 6: Methodologische
mogelijkheden ............................................................................................................................... 34
1
,College 1
Benadering van onderzoek
Wanneer is een onderzoek wetenschappelijk?
• Streven naar kennis over verschijnselen voor theorievorming
• Empirische uitspraken
• Systematische benadering (methodologische spelregels):
- Toetsbare uitspraken - controleerbaar - repliceerbaar
• Voortbouwen op werk van voorgangers (cumulatief)
Wetenschap is systematische theorievorming
Typen onderzoek
• Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek
- voor kennisproblemen
- doel: ontwikkeling of toetsing theorieën
• Praktijkgericht (= toegepast) wetenschappelijk onderzoek
- voor praktijkproblemen
- doel: kennis voor besluitvorming bij praktijkproblemen
Empirische cyclus (de Groot, 1961)
Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek Empirische cyclus - integratie
onderzoeksplan
Deductie van hypothesen
• Deductief-Nomologisch model (Hempel, 1965):
- Specifieke uitspraken afleiden uit algemene uitspraken over de empirische
werkelijkheid
- Theorie (wetmatigheden met goed gedefinieerde begrippen) & aannames →
logische toetsbare hypotheses.
Theorie: “Alle vogels kunnen vliegen.”
Aanname: Dit is een vogel.
Hypothese: Deze vogel kan vliegen.
Empirische waarneming: Dit is een vogel, maar het vliegt niet!
Toetsing: Hypothese is gefalsificeerd
Evaluatie: Conclusie: ‘Geen vogel’ of ‘In tegenspraak met theorie
Twee benaderingswijzen
• Empirisch-analytische benadering
- M.n. kwantitatief onderzoek
• Empirisch-interpretatieve benadering
- M.n. kwalitatief onderzoek
Probleemstelling en kwantitatieve onderzoeksvragen: H2
2
, Probleemstelling in onderzoeksplan
• Wat wil je weten? = vraagstelling
- Fundamenteel (theoretisch) onderzoek:
Hiaten/tegenstrijdigheden in de wetenschappelijke kennis
- Praktijkgericht onderzoek:
Probleem afkomstig van opdrachtgever
Vaag/globale weergave van het probleem >> concretiseren
Huidige vs. gewenste situatie
• Waarom wil je dit weten? Waarom belangrijk? = doelstelling
- “…. inzicht te krijgen in…”
- Relevantie: theoretisch, praktijkgericht of beide
• Welk theoretisch raamwerk? conceptueel model
Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek
• Concretisering probleem:
Vage en globale probleemstelling
Overleg met opdrachtgever:
▪ Verheldering probleem, inperking
▪ Nieuwe gegevens verzamelen?
▪ Doelstelling?
▪ Relevant en uitvoerbaar?
▪ Ethische aspecten?
Doelstelling en concrete onderzoeksvraag
Type globale vraagstellingen
1. Beschrijvende vraagstellingen
2. Verklarende vraagstellingen >> causaliteit
3. Voorspellende vraagstellingen >> causaliteit
Voorbeelden:
1. Wat is het percentage Nederlanders dat gevaccineerd is tegen Covid-19?
2. Waarom hebben sommige groepen Nederlanders een negatieve houding t.o.v. vaccineren tegen Covid-
19?
3. Hoe zullen de besmettingen zich de komende tijd ontwikkelen met de huidige vaccinatiegraad in
Nederland?
Een goede kwantitatieve onderzoeksvraag, bij het de onderzoeksopdracht over
gymnastieklessen.
Antwoord van mij: Bij welke methode van lesgeven zijn de kinderen het langst in beweging?
Een mogelijk antwoord: In hoeverre is er een verband tussen de instructie die de leerkracht geeft en
de mate waarin de leerlingen actief zijn tijdens de gymles.
Goede kwantitatieve onderzoeksvragen:
Relevant & specifiek:
- Sluit goed aan bij de probleem- en doelstelling
- Onderzoekbaar
- Bevat belangrijkste kenmerken van het onderzoek
- Antwoord meer dan “ja/nee”
Vermijden:
- ‘Waarom’-vragen
- ‘Hoe komt het’-vragen
- ‘Hoe kunnen we’-vragen
- Normatieve / ethische / esthetische vragen
3