Wereldeconomie H.1 – H.4
Hoofdstuk 1. Een wereld van verschillen
De traditionele industrielanden / hoge-inkomenslanden zijn West-Europa, de VS, Canada en Japen.
Deze landen zijn de oorspronkelijke leden van de OESO, de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling.
Inmiddels zijn nu ook landen als Mexico, Polen, Tsjechië, Israël en Zuid-Korea lid van de OESO
Een veelgebruikte welvaartsindicator is het bbp per hoofd van de bevolking. Je kunt dit zien als het
gemiddelde primaire inkomen.
De armoedegrens is het bedrag dat minimaal nodig is om menswaardig te kunnen leven. De
Wereldbank legt de armoedegrens op $1,90 per dag.
Waarom is het bbp per hoofd geen goede maatstaf?
1) Het bbp per hoofd is altijd een gemiddelde. Dit gemiddelde zegt niets over de verdeling
2) Omdat de productie van de informele sector niet wordt geregistreerd, geeft het officiële
bbp per hoofd een vertekend (te laag) beeld van de koopkracht.
3) De inkomenstabellen geven tenslotte ook een vertekent beeld van de koopkracht, alle
bedragen zijn uitgedrukt in US-dollars. Maar iets was $20 in Amerika kost, hoeft niet
$20 in Uganda te kosten. Dus hun koopkracht is hoger dan het gemiddelde inkomen in
dollars doet vermoeden.
® Oplossing: niet de feitelijke wisselkoers gebruiken, maar de koopkrachtpariteit (= een
theoretische wisselkoers die rekening houdt met verschillen in prijsniveau. Hij kan sterk
afwijken van de werkelijke wisselkoers op de valutamarkt).
Koopkracht is echter niet de enige maatstaf voor welvaart. Ook de voorzieningen voor de
gezondheidszorg en het onderwijs, die de overheid financiert, zijn van invloed op de welvaart.
Human Development Index (HDI) = een indexcijfer berekend als een gewogen gemiddelde van
een aantal indicatoren.
Andere organisaties die van internationaal belang zijn:
Internationaal Monetair Fonds (IMF): hun doel is het internationale betalingsverkeer soepel te
laten verlopen. Het helpt landen met een tekort aan buitenlandse valuta (= devriezen).
Wereldbank: gericht op ontwikkelingslanden. Ze verstrekt leningen tegen zachte voorwaarden,
dat wil zeggen een lage rente en een lange looptijd.
United Nations Conference on Trade and Development (UNCTAD): houdt zich bezig met het
stimuleren van de internationale handel door ontwikkelingslanden.
United Nations Development Programme (UNDP): doet onderzoek en organiseert projecten die
vaak zijn gericht op armoedebestrijding.
Lorenzcurve: hoe dikker de buik, hoe ongelijker verdeeld
Alles is relatief
A
Gini co-efficiënt: =0−1
A +B
Hoe lager het getal, hoe gelijker verdeeld
Hoofdstuk 2. Het internationale economisch verkeer
Globalisering
Arbeidsverdeling / arbeidsdeling = het verdelen van het productieproces in deeltaken.
Internationale/buitenlandse handel = ruiltransacties waarbij de nationale grenzen worden
overschreden.
Globalisering = de internationale vervlechting van het economisch verkeer.
1