Oefenvragen Literatuur Planning
Methoden
Oefentoets bestaande uit:
- 25 Meerkeuzevragen
- 4 Open vragen
Meerkeuze-onderdeel
1. Met welke term wordt de piek van de afgelegde afstand van motorvoertuigen per hoofd van de
bevolking aangeduid?
a. Maximum car-use
b. Peak car
c. Bottlenecks
d. Geïnduceerd verkeer
2. Stelling 1: Geïnduceerd lijkt wel een blinde vlek voor beleidsmakers: het wordt genegeerd en
weggelaten in berekeningen
Stelling 2: In verkeersmodellen worden gedesaggregeerde modellen bij elkaar opgeteld om tot
prognoses en daarmee waardevolle resultaten te komen
Kies het juiste antwoord.
a. Alleen stelling 1 is juist
b. Alleen stelling 2 is juist
c. Beide stellingen zijn juist
d. Beide stellingen zijn onjuist
3. Welke definitie van calibratie is het best?
a. Het bepalen van de coëfficiënten in verkeersmodellen
b. De wisselwerking tussen endogene en exogene variabelen
c. De verzameling verschillende typen modellen die gebruikt worden
d. Het verschil tussen gedesaggregeerde en geaggregeerde modelllen
4. Wat is geen voorbeeld van een verkeersmodel?
a. Landelijk Model Systeem (LMS)
b. Dynamo
Methoden
Oefentoets bestaande uit:
- 25 Meerkeuzevragen
- 4 Open vragen
Meerkeuze-onderdeel
1. Met welke term wordt de piek van de afgelegde afstand van motorvoertuigen per hoofd van de
bevolking aangeduid?
a. Maximum car-use
b. Peak car
c. Bottlenecks
d. Geïnduceerd verkeer
2. Stelling 1: Geïnduceerd lijkt wel een blinde vlek voor beleidsmakers: het wordt genegeerd en
weggelaten in berekeningen
Stelling 2: In verkeersmodellen worden gedesaggregeerde modellen bij elkaar opgeteld om tot
prognoses en daarmee waardevolle resultaten te komen
Kies het juiste antwoord.
a. Alleen stelling 1 is juist
b. Alleen stelling 2 is juist
c. Beide stellingen zijn juist
d. Beide stellingen zijn onjuist
3. Welke definitie van calibratie is het best?
a. Het bepalen van de coëfficiënten in verkeersmodellen
b. De wisselwerking tussen endogene en exogene variabelen
c. De verzameling verschillende typen modellen die gebruikt worden
d. Het verschil tussen gedesaggregeerde en geaggregeerde modelllen
4. Wat is geen voorbeeld van een verkeersmodel?
a. Landelijk Model Systeem (LMS)
b. Dynamo