H1 De basis
Materiaaleigenschappen
Functionele eigenschappen metaal= opbouw in atomen(sterkte, stijfheid, brosheid, taaiheid,
elektrische geleidbaarheid, warmte geleidbaarheid, uitzettingscoëfficiënt,)
Metalen bindingen = bestaat uit positieven atomen. Tussen de atomen zwammen negatieve
elektronen. Deze elektronen kunnen zich bewegen (elektriciteit)
Bij het productieproces van staal word ook koolstof(c) aan het zuivere ijzer toegevoegd om ijzer
sterker te maken
Kristal roosters
Primitief kubische bolstapeling = op elkaar(niet efficiënt, komt niet vaak voor )
Kubisch ruimtelijk gecentreerd rooster= 1 bol tussen 4 bollen (ferrietsche structuur)
Kubische vlak gecentreerd rooster= meest efferenten stapeling (austenietische structuur)
Hexagonaal georiënteerd rooster= hexagonale structuur
Onregelmatigheden in een kristalrooster structuur
Vacaturen = een vrije plaats waar een atoom zich kan gaan plaatsen in een rooster
Dislocaties = een onregelmatige roosterstructuur, kan gebeuren door kou vervorming. Door deze
spanning in het materiaal neemt de sterkte toe
Vreemde atomen = sommige atomen kunnen vervangen worden voor andere atomen\
,Materiaaleigenschappen
Sterkte = maximale steksterkte
Stijfheid = word bepaald in het elastisch gebied
Brosheid = duur breek punt
Taaiheid = hoe lang duurt het tot het de elasticiteitsgrens bereikt
Structuurverandering
Warmtebehandeling
Martensiet (gehard) is heel hard en bros
Kiemen= atomen die gaan kristalliseren (dit gebeurt vaak waar een verontreiniging is)
,Koud vervorming = Wanneer het materiaal vervormd wordt het materiaal steviger harder en brosser
(martensiet)
, Legeringen
Ook kunnen legeringen kunnen de eigenschappen van materiaal aanpassen.
Bewerkingseigenschappen= hoe een bewerking de functionele eigenschappen kan veranderen
(bijvoorbeeld lassen)
Vervorming
Elastische vervorming= tijdelijke vervorming
Plastische vervorming = blijvende vervorming
Bij vervormen van materiaal gaan atomen over de glijvlakken. De kristalrookster heeft dus invloed
op de elasticiteitsmodulus. Bij dezelfde kristalroosters is het materiaal ook makkelijker vervormbaar.
Hoogst aantal glijvlakken is het makkelijkst te vervormen
Kunststoffen
Functionele eigenschappen= isolerend, geluiddemping, transparant.
Soorten kunststof zijn: thermoplasten, elastomeren, thermoharder en composieten
Thermoplasten= verwarmen wordt het zacht (is her te gebruiken)
2 structureren (kunnen beide in 1 materiaal voorkomen):
Amorf (slierten gaan alle kanten op) = meestal doorzichtig of gekleurd en ziet er glas achtig uit.
Kristallijn (slierten liggen strak tegen elkaar aan) = niet doorzichtig. Wanneer kristallijn wordt
verwarmt wordt het doorzichtig
Materiaaleigenschappen
Functionele eigenschappen metaal= opbouw in atomen(sterkte, stijfheid, brosheid, taaiheid,
elektrische geleidbaarheid, warmte geleidbaarheid, uitzettingscoëfficiënt,)
Metalen bindingen = bestaat uit positieven atomen. Tussen de atomen zwammen negatieve
elektronen. Deze elektronen kunnen zich bewegen (elektriciteit)
Bij het productieproces van staal word ook koolstof(c) aan het zuivere ijzer toegevoegd om ijzer
sterker te maken
Kristal roosters
Primitief kubische bolstapeling = op elkaar(niet efficiënt, komt niet vaak voor )
Kubisch ruimtelijk gecentreerd rooster= 1 bol tussen 4 bollen (ferrietsche structuur)
Kubische vlak gecentreerd rooster= meest efferenten stapeling (austenietische structuur)
Hexagonaal georiënteerd rooster= hexagonale structuur
Onregelmatigheden in een kristalrooster structuur
Vacaturen = een vrije plaats waar een atoom zich kan gaan plaatsen in een rooster
Dislocaties = een onregelmatige roosterstructuur, kan gebeuren door kou vervorming. Door deze
spanning in het materiaal neemt de sterkte toe
Vreemde atomen = sommige atomen kunnen vervangen worden voor andere atomen\
,Materiaaleigenschappen
Sterkte = maximale steksterkte
Stijfheid = word bepaald in het elastisch gebied
Brosheid = duur breek punt
Taaiheid = hoe lang duurt het tot het de elasticiteitsgrens bereikt
Structuurverandering
Warmtebehandeling
Martensiet (gehard) is heel hard en bros
Kiemen= atomen die gaan kristalliseren (dit gebeurt vaak waar een verontreiniging is)
,Koud vervorming = Wanneer het materiaal vervormd wordt het materiaal steviger harder en brosser
(martensiet)
, Legeringen
Ook kunnen legeringen kunnen de eigenschappen van materiaal aanpassen.
Bewerkingseigenschappen= hoe een bewerking de functionele eigenschappen kan veranderen
(bijvoorbeeld lassen)
Vervorming
Elastische vervorming= tijdelijke vervorming
Plastische vervorming = blijvende vervorming
Bij vervormen van materiaal gaan atomen over de glijvlakken. De kristalrookster heeft dus invloed
op de elasticiteitsmodulus. Bij dezelfde kristalroosters is het materiaal ook makkelijker vervormbaar.
Hoogst aantal glijvlakken is het makkelijkst te vervormen
Kunststoffen
Functionele eigenschappen= isolerend, geluiddemping, transparant.
Soorten kunststof zijn: thermoplasten, elastomeren, thermoharder en composieten
Thermoplasten= verwarmen wordt het zacht (is her te gebruiken)
2 structureren (kunnen beide in 1 materiaal voorkomen):
Amorf (slierten gaan alle kanten op) = meestal doorzichtig of gekleurd en ziet er glas achtig uit.
Kristallijn (slierten liggen strak tegen elkaar aan) = niet doorzichtig. Wanneer kristallijn wordt
verwarmt wordt het doorzichtig
