Samenvatting
beleidsuitvoering
Hoofdstuk 1
- Openbaar bestuur: het geheel van organisaties en activiteiten die zijn gericht
op de besturing van de maatschappij
- Problemen openbaar bestuur:
1. De variëteit aan organisaties
2. Verscheidenheid aan taken en activiteiten
3. Verschillende niveaus van bestuur
4. Vage grenzen
- Maatschappelijk middenveld: veld van organisaties dat zich tussen de
overheid aan de ene kant en de bedrijven en individuele burgers aan de
andere kant bevindt (zonder winstoogmerk).
- Of een organisatie publiek is, hangt af van:
1. Rechtsvorm
2. Financiering
3. Doel
4. Gezag
5. Verantwoording
- VN vindt goed openbaar bestuur:
1. Consensusgericht
2. Participatief
3. Vraaggericht
4. Effectief en efficient
5. Publieke verantwoording
6. Transparant
7. Onpartijdig en open
8. Rechtszeker
- Democratisch gehalte: controle op macht en openheid voor publieke
participatie.
- Rechtmatigheid: overheidsoptreden op wettelijke grondslag.
- Doeltreffendheid: mate van doelbereiking
- Doelmatigheid: optimaal gebruik van middelen
- Integriteit: beroepsethische normen
è Democratie à Doeltreffendheid/doelmatigheid à Integriteit à Rechtmatigheid
à Democratie
1
Samenvatting
beleidsuitvoering
Lisanne
Bos
, - Wet en recht weerspiegelen de dominante normen en waarden in een
samenleving:
- Er kan altijd bezwaar worden gemaakt op de wet door de samenleving.
- Juridische eisen aan het optreden van openbaar bestuur zijn hoger
geworden.
- AWB (Algemene wet bestuursrecht): algemeen en systematisch
juridisch kader voor het verkeer tussen overheid en burger, dat
telkens wordt aangepast en uitgebreid
- Rechters minder terughoudend om overheid aan te pakken.
Hoofdstuk 2
- Publiek belang is heel belangrijk.
- Staatsmonopolie: één publieke organisatie
à Nu geen monopolie meer maar een markt van vraag en aanbod.
- Overheidssturing: ordening, conflictbeheersing en probleemoplossing.
- Vormen van sturing (buiten overheidssturing):
1. Maatschappelijke zelfsturing (particuliere organisaties dragen zonder
tussenkomst van de overheid waarden uit, lossen problemen op of
benutten kansen).
2. Sturing in wisselwerking tussen overheid en middenveld (samenspel
tussen overheid en maatschappelijke organisaties).
3. Marktmechanisme (evenwicht tussen vraag en aanbod is optimaal, als er
voldoende concurrentie is tussen aanbieders van goederen en diensten).
- Redenen voor overheidssturing:
1. Geweldsmonopolie
Ratio overheidssturing: beteugelen van geweld
Risico’s van overheidssturing: machtsmisbruik
2. Marktimparfecties en overheidsfalen
Ratio overheidssturing: opvangen marktimparfecties
Risico’s overheidssturing: beleidsfiasco’s
o Preventie monopolie en kartels: tasten de consumentensoevereiniteit
aan, concurrentie is belangrijk!
§ Monopolie: alleenrecht
§ Kartels: samenwerkingsovereenkomst van particulieren
è Probleem: Overheid soms te dubbelhartig tegenover monopolies en kartels.
o Productie collectieve goederen: producten die, wanneer ze
geproduceerd zijn, door iedereen gebruikt kunnen worden. Niemand
wordt buitengesloten.
è Probleem: Veel staatsmonopolies werken slecht (veel free-riders).
2
Samenvatting
beleidsuitvoering
Lisanne
Bos
beleidsuitvoering
Hoofdstuk 1
- Openbaar bestuur: het geheel van organisaties en activiteiten die zijn gericht
op de besturing van de maatschappij
- Problemen openbaar bestuur:
1. De variëteit aan organisaties
2. Verscheidenheid aan taken en activiteiten
3. Verschillende niveaus van bestuur
4. Vage grenzen
- Maatschappelijk middenveld: veld van organisaties dat zich tussen de
overheid aan de ene kant en de bedrijven en individuele burgers aan de
andere kant bevindt (zonder winstoogmerk).
- Of een organisatie publiek is, hangt af van:
1. Rechtsvorm
2. Financiering
3. Doel
4. Gezag
5. Verantwoording
- VN vindt goed openbaar bestuur:
1. Consensusgericht
2. Participatief
3. Vraaggericht
4. Effectief en efficient
5. Publieke verantwoording
6. Transparant
7. Onpartijdig en open
8. Rechtszeker
- Democratisch gehalte: controle op macht en openheid voor publieke
participatie.
- Rechtmatigheid: overheidsoptreden op wettelijke grondslag.
- Doeltreffendheid: mate van doelbereiking
- Doelmatigheid: optimaal gebruik van middelen
- Integriteit: beroepsethische normen
è Democratie à Doeltreffendheid/doelmatigheid à Integriteit à Rechtmatigheid
à Democratie
1
Samenvatting
beleidsuitvoering
Lisanne
Bos
, - Wet en recht weerspiegelen de dominante normen en waarden in een
samenleving:
- Er kan altijd bezwaar worden gemaakt op de wet door de samenleving.
- Juridische eisen aan het optreden van openbaar bestuur zijn hoger
geworden.
- AWB (Algemene wet bestuursrecht): algemeen en systematisch
juridisch kader voor het verkeer tussen overheid en burger, dat
telkens wordt aangepast en uitgebreid
- Rechters minder terughoudend om overheid aan te pakken.
Hoofdstuk 2
- Publiek belang is heel belangrijk.
- Staatsmonopolie: één publieke organisatie
à Nu geen monopolie meer maar een markt van vraag en aanbod.
- Overheidssturing: ordening, conflictbeheersing en probleemoplossing.
- Vormen van sturing (buiten overheidssturing):
1. Maatschappelijke zelfsturing (particuliere organisaties dragen zonder
tussenkomst van de overheid waarden uit, lossen problemen op of
benutten kansen).
2. Sturing in wisselwerking tussen overheid en middenveld (samenspel
tussen overheid en maatschappelijke organisaties).
3. Marktmechanisme (evenwicht tussen vraag en aanbod is optimaal, als er
voldoende concurrentie is tussen aanbieders van goederen en diensten).
- Redenen voor overheidssturing:
1. Geweldsmonopolie
Ratio overheidssturing: beteugelen van geweld
Risico’s van overheidssturing: machtsmisbruik
2. Marktimparfecties en overheidsfalen
Ratio overheidssturing: opvangen marktimparfecties
Risico’s overheidssturing: beleidsfiasco’s
o Preventie monopolie en kartels: tasten de consumentensoevereiniteit
aan, concurrentie is belangrijk!
§ Monopolie: alleenrecht
§ Kartels: samenwerkingsovereenkomst van particulieren
è Probleem: Overheid soms te dubbelhartig tegenover monopolies en kartels.
o Productie collectieve goederen: producten die, wanneer ze
geproduceerd zijn, door iedereen gebruikt kunnen worden. Niemand
wordt buitengesloten.
è Probleem: Veel staatsmonopolies werken slecht (veel free-riders).
2
Samenvatting
beleidsuitvoering
Lisanne
Bos