Hoorcolleges Inleiding sociologie
Hoorcollege 0 (Introductie)
1
,2
,Week 1:
Hoorcollege -08-2021
Literatuur ter voorbereiding: H1 Introduction to Sociology – van Tubergen
Margareth Thatcher: “There is no Such Thing as Society.”.
Sociologie:
- Doet systematisch onderzoek naar de menselijke samenleving;
- Onderzoekt menselijke patronen van denken, voelen en handelen;
- Bekijkt hoe we in het bijzondere het algemene kunnen zien.
➔ Alles is altijd anders – maar ook een beetje hetzelfde.
Voor- en nadelen van het wetenschappelijk en systematisch denken over sociologie:
Voordelen:
- Debunking: niet alles wat we denken is altijd waar (denk aan: Trump, hij en zijn
aanhangers denken dat alles wat zij denken waar is, maar dit hoeft niet per se
zo te zijn).
- Begrip: beter begrip van de omstandigheden waarin we zitten (en waarom).
- Empowering: laat nadeel voor sommige groepen zien, wat mobiliserend kan
werken.
- (H)Erkenning
Nadelen:
- Alles verandert altijd.
- Sociologen zijn ook mensen: moeilijk afstand houden (tot de groep
mensen/samenleving die je bestudeert, je bent er immers zelf ook onderdeel
van).
- Sociologie wordt onderdeel van maatschappelijk debat: resultaten van
sociologisch onderzoek worden al snel onderwerp van maatschappelijk debat
(denk aan: termen zoals autochtonen en allochtonen).
Sociologie = “Wetenschap van de maatschappij”
A. Wetenschap
B. Maatschappelijke/sociale problemen
Een wetenschap die maatschappelijke/sociale problemen onderzoekt.
C.W. Mills: heeft een onderscheid gemaakt tussen sociale problemen vs persoonlijke
problemen.
➔ Wel soms lastig te bepalen vanaf wanneer een persoonlijk probleem overgaat
tot een sociaal/maatschappelijk probleem (denk aan: wie raken hun baan kwijt
(rijk/arm?) en vanaf hoeveel is het een maatschappelijk probleem?).
3
, De 6 criteria van Schuyt:
1. Probleem treft veel mensen;
2. ‘Private troubles’ → mensen moeten er last van hebben / het probleem ervaren;
3. Cumulatie met andere problemen → bijv. als mensen werkloos raken, wordt het
lastiger om sociale contacten te onderhouden, etc;
4. Niet tijdelijk / sociaal probleem is persistent → sociaal probleem is iets wat
langere tijd speelt;
5. Sociale oorzaken → niet door iets wat individueel is veroorzaakt, maar iets wat
door de maatschappij is ‘aangericht’;
6. Geldende waarden in gedrang;
➔ Geen WK finale = géén sociaal probleem
➔ Hondenpoep = wél een sociaal probleem
Sociologie als wetenschap:
- Ze stelt wetenschappelijke vragen…
- …over sociale problemen.
➔ Automatisch worden het dan sociologische problemen.
Sociologische verbeelding (C.W. Mills): persoonlijke problemen vs sociale
problemen.
➔ Proberen verder te kijken dan je eigen directe omgeving.
- Bewust worden van hoe de samenleving werkt.
- Manier van denken (theorieën) en manier van doen (methoden)
➔ Kritiek: pseudowetenschap: geen eigen object van studie? Dit klopt niet.
- Kritisch bekijken wat als vanzelfsprekend aangenomen wordt (en waarom?).
- Sociologie versus de “common sense” (borrelpraat) → In de wetenschap gaat
het over verschillende theorieën en het systematisch onderzoeken van hoe
dingen in elkaar zitten.
➔ Sociologie: in/is mensentaal.
Zygmunt Bauman:
1. Responsible speech: regels van verantwoorde argumentatie → de dingen die
je zegt, kun je onderbouwen en verantwoord terugvinden.
2. Size of the field: het overstijgen van de eigen sociale wereld.
3. Making sense: het verklaren en interpreteren van menselijk gedrag door te
kijken naar de verschillende figuraties en instituties waarin mensen zijn ingebed.
4
Hoorcollege 0 (Introductie)
1
,2
,Week 1:
Hoorcollege -08-2021
Literatuur ter voorbereiding: H1 Introduction to Sociology – van Tubergen
Margareth Thatcher: “There is no Such Thing as Society.”.
Sociologie:
- Doet systematisch onderzoek naar de menselijke samenleving;
- Onderzoekt menselijke patronen van denken, voelen en handelen;
- Bekijkt hoe we in het bijzondere het algemene kunnen zien.
➔ Alles is altijd anders – maar ook een beetje hetzelfde.
Voor- en nadelen van het wetenschappelijk en systematisch denken over sociologie:
Voordelen:
- Debunking: niet alles wat we denken is altijd waar (denk aan: Trump, hij en zijn
aanhangers denken dat alles wat zij denken waar is, maar dit hoeft niet per se
zo te zijn).
- Begrip: beter begrip van de omstandigheden waarin we zitten (en waarom).
- Empowering: laat nadeel voor sommige groepen zien, wat mobiliserend kan
werken.
- (H)Erkenning
Nadelen:
- Alles verandert altijd.
- Sociologen zijn ook mensen: moeilijk afstand houden (tot de groep
mensen/samenleving die je bestudeert, je bent er immers zelf ook onderdeel
van).
- Sociologie wordt onderdeel van maatschappelijk debat: resultaten van
sociologisch onderzoek worden al snel onderwerp van maatschappelijk debat
(denk aan: termen zoals autochtonen en allochtonen).
Sociologie = “Wetenschap van de maatschappij”
A. Wetenschap
B. Maatschappelijke/sociale problemen
Een wetenschap die maatschappelijke/sociale problemen onderzoekt.
C.W. Mills: heeft een onderscheid gemaakt tussen sociale problemen vs persoonlijke
problemen.
➔ Wel soms lastig te bepalen vanaf wanneer een persoonlijk probleem overgaat
tot een sociaal/maatschappelijk probleem (denk aan: wie raken hun baan kwijt
(rijk/arm?) en vanaf hoeveel is het een maatschappelijk probleem?).
3
, De 6 criteria van Schuyt:
1. Probleem treft veel mensen;
2. ‘Private troubles’ → mensen moeten er last van hebben / het probleem ervaren;
3. Cumulatie met andere problemen → bijv. als mensen werkloos raken, wordt het
lastiger om sociale contacten te onderhouden, etc;
4. Niet tijdelijk / sociaal probleem is persistent → sociaal probleem is iets wat
langere tijd speelt;
5. Sociale oorzaken → niet door iets wat individueel is veroorzaakt, maar iets wat
door de maatschappij is ‘aangericht’;
6. Geldende waarden in gedrang;
➔ Geen WK finale = géén sociaal probleem
➔ Hondenpoep = wél een sociaal probleem
Sociologie als wetenschap:
- Ze stelt wetenschappelijke vragen…
- …over sociale problemen.
➔ Automatisch worden het dan sociologische problemen.
Sociologische verbeelding (C.W. Mills): persoonlijke problemen vs sociale
problemen.
➔ Proberen verder te kijken dan je eigen directe omgeving.
- Bewust worden van hoe de samenleving werkt.
- Manier van denken (theorieën) en manier van doen (methoden)
➔ Kritiek: pseudowetenschap: geen eigen object van studie? Dit klopt niet.
- Kritisch bekijken wat als vanzelfsprekend aangenomen wordt (en waarom?).
- Sociologie versus de “common sense” (borrelpraat) → In de wetenschap gaat
het over verschillende theorieën en het systematisch onderzoeken van hoe
dingen in elkaar zitten.
➔ Sociologie: in/is mensentaal.
Zygmunt Bauman:
1. Responsible speech: regels van verantwoorde argumentatie → de dingen die
je zegt, kun je onderbouwen en verantwoord terugvinden.
2. Size of the field: het overstijgen van de eigen sociale wereld.
3. Making sense: het verklaren en interpreteren van menselijk gedrag door te
kijken naar de verschillende figuraties en instituties waarin mensen zijn ingebed.
4