Het onderwijs voor kinderen met algemene
specifieke onderwijsbehoeften en S-TOS
Nederland: naast het reguliere onderwijs ook het speciale basisonderwijs
(SBO) en het speciaal onderwijs (SO).
België: naast het reguliere onderwijs het speciaal onderwijs, ook wel
buitengewoon onderwijs genoemd.
Duitsland: de kinderen gaan met specifieke onderwijsbehoeften naar een
Förderschule (speciaal onderwijs).
Nederland: het speciaal onderwijs is opgedeeld in 4 clusters.
België: 8 types bijzonder onderwijs waarover de kinderen met specifieke
onderwijsbehoeften verdeeld worden.
Duitsland: in de deelstaat Nordrhein Westfalen in Duitsland bedraagt dit
aantal 7.
Nederland: op een cluster 2 school zitten dove kinderen, slechthorende
kinderen, kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden en kinderen met
communicatieve problemen.
België: de kinderen met S-TOS gaan in principe naar het regulier onderwijs.
Enkele kinderen met S-TOS zijn te vinden in het type 7 bijzonder onderwijs
voor kinderen met een auditieve handicap.
Duitsland: deze kinderen worden over twee verschillende scholen verdeeld,
te weten: scholen voor Horen & Communicatie en scholen voor Taal.
, Het aandeel kinderen met specifieke
onderwijsbehoeften op het gebied van taal en
spraak dat op het speciaal onderwijs of regulier
onderwijs zit
In Duitsland en België is het percentage kinderen met specifieke
onderwijsbehoeften relatief hoog. Dit verschil is waarschijnlijk te verklaren
door de verschillend gehanteerde definities voor specifieke
onderwijsbehoeften.
Het hoge percentage in Duitsland is te verklaren door de two-track
approach. Dit houdt in dat de kinderen met een specifieke
onderwijsbehoefte buiten het reguliere onderwijs worden geplaatst.
In Nederland vallen de kinderen met een beschikking hieronder. In
Duitsland en België wordt een ruimere definitie gehanteerd.
In Nederland zijn er in het schooljaar 2011-2012 34.272 kinderen die
speciaal clusteronderwijs volgen. Hiervan gaan 6.864 kinderen naar het
cluster 2 onderwijs. Daarvan zijn er 5.656 kinderen die op het cluster 2
onderwijs zitten in verband met hun spraak- en/ of taalmoeilijkheden. Van
het totaal aantal kinderen dat naar het cluster onderwijs gaat heeft 16,5%
een ESM-beschikking (bron: CBS).
specifieke onderwijsbehoeften en S-TOS
Nederland: naast het reguliere onderwijs ook het speciale basisonderwijs
(SBO) en het speciaal onderwijs (SO).
België: naast het reguliere onderwijs het speciaal onderwijs, ook wel
buitengewoon onderwijs genoemd.
Duitsland: de kinderen gaan met specifieke onderwijsbehoeften naar een
Förderschule (speciaal onderwijs).
Nederland: het speciaal onderwijs is opgedeeld in 4 clusters.
België: 8 types bijzonder onderwijs waarover de kinderen met specifieke
onderwijsbehoeften verdeeld worden.
Duitsland: in de deelstaat Nordrhein Westfalen in Duitsland bedraagt dit
aantal 7.
Nederland: op een cluster 2 school zitten dove kinderen, slechthorende
kinderen, kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden en kinderen met
communicatieve problemen.
België: de kinderen met S-TOS gaan in principe naar het regulier onderwijs.
Enkele kinderen met S-TOS zijn te vinden in het type 7 bijzonder onderwijs
voor kinderen met een auditieve handicap.
Duitsland: deze kinderen worden over twee verschillende scholen verdeeld,
te weten: scholen voor Horen & Communicatie en scholen voor Taal.
, Het aandeel kinderen met specifieke
onderwijsbehoeften op het gebied van taal en
spraak dat op het speciaal onderwijs of regulier
onderwijs zit
In Duitsland en België is het percentage kinderen met specifieke
onderwijsbehoeften relatief hoog. Dit verschil is waarschijnlijk te verklaren
door de verschillend gehanteerde definities voor specifieke
onderwijsbehoeften.
Het hoge percentage in Duitsland is te verklaren door de two-track
approach. Dit houdt in dat de kinderen met een specifieke
onderwijsbehoefte buiten het reguliere onderwijs worden geplaatst.
In Nederland vallen de kinderen met een beschikking hieronder. In
Duitsland en België wordt een ruimere definitie gehanteerd.
In Nederland zijn er in het schooljaar 2011-2012 34.272 kinderen die
speciaal clusteronderwijs volgen. Hiervan gaan 6.864 kinderen naar het
cluster 2 onderwijs. Daarvan zijn er 5.656 kinderen die op het cluster 2
onderwijs zitten in verband met hun spraak- en/ of taalmoeilijkheden. Van
het totaal aantal kinderen dat naar het cluster onderwijs gaat heeft 16,5%
een ESM-beschikking (bron: CBS).