Natuurkunde samenvatting tw2
Statische elektriciteit: ontstaat door elektronenoverdracht, een voorwerp is dan
geladen.
3 dingen die worden opgewekt door statische elektriciteit:
1. Licht (soms)
2. Magnetisch veld (altijd)
3. Hitte/ warmte (altijd)
Spanning: in figuur 4 zie je 2 even grote metalen bollen op een plastic voet. Bol A is
negatief en bol B is positief geladen. Er staat dan tussen A en B een spanning. Na
het overdragen van de spanning loopt er geen stroom meer omdat allebei de
bollen nu ongeladen zijn.
Een atoom bestaat uit een positief geladen kern met daaromheen draaiende,
negatief geladen elektronen. De lading van de kern is even groot als die van alle
elektronen samen. Het atoom is dus neutraal. Een neutraal voorwerp bevat precies evenveel
positieve als negatieve lading.
Lading (Q): kun je meten en is dus een grootheid. Eenheid is coulomb (C). Kan positief of negatief
zijn.
Stroomsterkte: de hoeveelheid elektriciteit die per seconde door een object gaat
De wet van Ohm: constante weerstand, maar: weestand neemt toe bij een hogere temperatuur bij
de meeste stroomdraden, niet bij allemaal.
U (A) / I (V) = R ()
Wat gebeurd er bij de ontlading van gassen?
Bij een afstand van 1cm springt er pas een vonk over als de spanning 30kV is. Bliksem ontstaat
wanner E > 3x106 J. E= elektrische veldsterkte.
E = spanning / afstand tussen geleiders
Soortelijke weerstand: stofeigenschap
R = ( / l) x A
= (x mm2)/m
R= ()
L=m
A = mm2 (A= x r2)
NTC: temperatuur omhoog, weerstand omlaag (koelkast)
PTC: temperatuur omhoog, weerstand omhoog (verwarming)
LDR: licht omhoog, weerstand omlaag (zonnepaneel/zonnescherm)
Statische elektriciteit: ontstaat door elektronenoverdracht, een voorwerp is dan
geladen.
3 dingen die worden opgewekt door statische elektriciteit:
1. Licht (soms)
2. Magnetisch veld (altijd)
3. Hitte/ warmte (altijd)
Spanning: in figuur 4 zie je 2 even grote metalen bollen op een plastic voet. Bol A is
negatief en bol B is positief geladen. Er staat dan tussen A en B een spanning. Na
het overdragen van de spanning loopt er geen stroom meer omdat allebei de
bollen nu ongeladen zijn.
Een atoom bestaat uit een positief geladen kern met daaromheen draaiende,
negatief geladen elektronen. De lading van de kern is even groot als die van alle
elektronen samen. Het atoom is dus neutraal. Een neutraal voorwerp bevat precies evenveel
positieve als negatieve lading.
Lading (Q): kun je meten en is dus een grootheid. Eenheid is coulomb (C). Kan positief of negatief
zijn.
Stroomsterkte: de hoeveelheid elektriciteit die per seconde door een object gaat
De wet van Ohm: constante weerstand, maar: weestand neemt toe bij een hogere temperatuur bij
de meeste stroomdraden, niet bij allemaal.
U (A) / I (V) = R ()
Wat gebeurd er bij de ontlading van gassen?
Bij een afstand van 1cm springt er pas een vonk over als de spanning 30kV is. Bliksem ontstaat
wanner E > 3x106 J. E= elektrische veldsterkte.
E = spanning / afstand tussen geleiders
Soortelijke weerstand: stofeigenschap
R = ( / l) x A
= (x mm2)/m
R= ()
L=m
A = mm2 (A= x r2)
NTC: temperatuur omhoog, weerstand omlaag (koelkast)
PTC: temperatuur omhoog, weerstand omhoog (verwarming)
LDR: licht omhoog, weerstand omlaag (zonnepaneel/zonnescherm)