Scheikunde samenvatting toetsweek 3
Paragraaf 1 Fossiele brandstoffen
-uit te leggen wanneer je spreekt van fossiele brandstoffen
-te beschrijven wat gefractioneerde destillatie van aardolie inhoudt
-te beschrijven welke toepassingen er zijn voor aardoliefracties
-te beschrijven wat het kraakproces inhoudt en waarvoor het gedaan wordt
-de koolstofdioxidekringloop te beschrijven
-te beschrijven wat hernieuwbare grondstoffen zijn
-uit te leggen wat het verschil is tussen energiebron en energiedrager
Paragraaf 2 Koolstofverbindingen
-te beschrijven wat alkanen, alkenen en alkanolen zijn
-structuurformules van alkanen, alkenen en alkanolen te tekenen
-uit te leggen dat een structuurformule ook als ruimtelijk model weergegeven kan worden
-uit te leggen wat isomeren zijn
Paragraaf 5 Kunststoffen in soorten en maten
-te beschrijven hoe polymeren via polymerisatiereacties gemaakt worden
-het verschil aan te geven op micro- en macroniveau tussen thermoplasten, thermoharders en
elastomeren
-te beschrijven wat rubber is
-beschrijven hoe de kunststofrecycling aangepakt wordt
Zoutenboekje
- op microniveau beschrijven hoe een zout is opgebouwd;
- beschrijven wanneer en waarom een zout elektriciteit kan geleiden;
- op micro- en macroniveau beschrijven wat er gebeurt als zouten worden opgelost;
- beschrijven wat er gebeurt als zouten worden gemengd;
- met behulp van een oplosbaarheidstabel bepalen welk neerslag er wordt gevormd
- reactievergelijkingen opstellen voor het oplossen en het neerslaan van zouten.
, Paragraaf 1:
Aardolie is een fossiele brandstof
Fossiele brandstoffen zijn gedurende miljoenen jaren ontstaan
Uit planten en dieren
Aardolie is een mengsel van koolwaterstoffen
Koolwaterstoffen= stoffen met koolstof en waterstof
In de olieraffinaderij
Olie scheiden door middel van gefractioneerde destillatie
Een fractie is een mengsel van stoffen met ongeveer hetzelfde kookpunt
Ruwe olie komt de toren binnen, hoge temperatuur. In de toren verschillende
temperaturen, boven koud en beneden warm. Het gas stijgt omhoog totdat het minder
warme stuk. Dan wordt het een vloeistof, die kan je opvangen. 24 uur per dag gaat dit
proces door, continuproces.
Volgorde: gas, benzine, nafta, kerosine, gasolie, zware destillaten, stookolie en
asfaltbitumen
De fracties worden vooral gebruikt als
benzine of olie etc.
Koolstofkringloop
Beschrijft hoe het element koolstof zijn reis
maakt
Belangrijk onderdeel = fotosynthese
Biomassa olie CO2 en dat herhaald zich
Hernieuwbare stoffen
- Hernieuwbare grondstoffen kunnen in korte tijd door de natuur opnieuw worden gemaakt
- Bijvoorbeeld: biomassa (graan of mais) (hier maken wij biobrandstof van)
Waterstof
- Waterstof is een energiedrager (draagt energie, energiebron geeft/maakt energie)
- Je kan het alleen maken door eerst energie te gebruiken
- Grijs= hoge temp. druk + CO2
- Blauw= CO2 in de grond
- Groen= elektrolyse + geen batterij nodig
Kraken
- Olie bestaat (voornamelijk) uit alkanen, maar die zijn niet nuttig bij het maken van plastic
- Daarom worden deze koolwaterstoffen gekraakt
- Bij kraken breekt een alkaan in minstens 1 kleiner alkaan en minstens 1 kleiner alkeen
Paragraaf 1 Fossiele brandstoffen
-uit te leggen wanneer je spreekt van fossiele brandstoffen
-te beschrijven wat gefractioneerde destillatie van aardolie inhoudt
-te beschrijven welke toepassingen er zijn voor aardoliefracties
-te beschrijven wat het kraakproces inhoudt en waarvoor het gedaan wordt
-de koolstofdioxidekringloop te beschrijven
-te beschrijven wat hernieuwbare grondstoffen zijn
-uit te leggen wat het verschil is tussen energiebron en energiedrager
Paragraaf 2 Koolstofverbindingen
-te beschrijven wat alkanen, alkenen en alkanolen zijn
-structuurformules van alkanen, alkenen en alkanolen te tekenen
-uit te leggen dat een structuurformule ook als ruimtelijk model weergegeven kan worden
-uit te leggen wat isomeren zijn
Paragraaf 5 Kunststoffen in soorten en maten
-te beschrijven hoe polymeren via polymerisatiereacties gemaakt worden
-het verschil aan te geven op micro- en macroniveau tussen thermoplasten, thermoharders en
elastomeren
-te beschrijven wat rubber is
-beschrijven hoe de kunststofrecycling aangepakt wordt
Zoutenboekje
- op microniveau beschrijven hoe een zout is opgebouwd;
- beschrijven wanneer en waarom een zout elektriciteit kan geleiden;
- op micro- en macroniveau beschrijven wat er gebeurt als zouten worden opgelost;
- beschrijven wat er gebeurt als zouten worden gemengd;
- met behulp van een oplosbaarheidstabel bepalen welk neerslag er wordt gevormd
- reactievergelijkingen opstellen voor het oplossen en het neerslaan van zouten.
, Paragraaf 1:
Aardolie is een fossiele brandstof
Fossiele brandstoffen zijn gedurende miljoenen jaren ontstaan
Uit planten en dieren
Aardolie is een mengsel van koolwaterstoffen
Koolwaterstoffen= stoffen met koolstof en waterstof
In de olieraffinaderij
Olie scheiden door middel van gefractioneerde destillatie
Een fractie is een mengsel van stoffen met ongeveer hetzelfde kookpunt
Ruwe olie komt de toren binnen, hoge temperatuur. In de toren verschillende
temperaturen, boven koud en beneden warm. Het gas stijgt omhoog totdat het minder
warme stuk. Dan wordt het een vloeistof, die kan je opvangen. 24 uur per dag gaat dit
proces door, continuproces.
Volgorde: gas, benzine, nafta, kerosine, gasolie, zware destillaten, stookolie en
asfaltbitumen
De fracties worden vooral gebruikt als
benzine of olie etc.
Koolstofkringloop
Beschrijft hoe het element koolstof zijn reis
maakt
Belangrijk onderdeel = fotosynthese
Biomassa olie CO2 en dat herhaald zich
Hernieuwbare stoffen
- Hernieuwbare grondstoffen kunnen in korte tijd door de natuur opnieuw worden gemaakt
- Bijvoorbeeld: biomassa (graan of mais) (hier maken wij biobrandstof van)
Waterstof
- Waterstof is een energiedrager (draagt energie, energiebron geeft/maakt energie)
- Je kan het alleen maken door eerst energie te gebruiken
- Grijs= hoge temp. druk + CO2
- Blauw= CO2 in de grond
- Groen= elektrolyse + geen batterij nodig
Kraken
- Olie bestaat (voornamelijk) uit alkanen, maar die zijn niet nuttig bij het maken van plastic
- Daarom worden deze koolwaterstoffen gekraakt
- Bij kraken breekt een alkaan in minstens 1 kleiner alkaan en minstens 1 kleiner alkeen