100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

samenvatting CT 2.2 MBRT

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
7
Geüpload op
16-10-2021
Geschreven in
2020/2021

samenvatting CT 2.2 van MBRT fontys










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
16 oktober 2021
Aantal pagina's
7
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

College CT 2.2
Beeldkwaliteit: de mate van het vermogen van een beeldvormende keten om absorptieverschillen in
het doorstraalde object in detail zichtbaar te maken door middel van contrasten. De beeldkwaliteit is
afhankelijk van: perceptie, spatiële resolutie, contrast resolutie en de ruis.
Perceptie: waar kijk je nou tegen aan en ziet iemand anders hetzelfde als jij. Kan ons beeld
aanpassen.
Spatiële resolutie: het kleinste object dat kan worden waargenomen. 2 kleine objecten met groot
natuurlijk contrast onderscheiden. Het gaat over details. Dit word uitgedrukt in lijnen paren per mm.
Contrast resolutie: de mogelijkheid om weefsels met bijna dezelfde dichtheid te onderscheiden.
De spatiële resolutie hebben we in twee richtingen, inplane spatiële resolutie (x/y) ook wel axiale, en
gaat over de pixelgrootte. En we hebben not-inplane spatiële resolutie (z) ook wel longitudinale, dit
gaat over voxel diepte. Hoe klein kan het detail zijn om nog waargenomen worden. De contrast
resolutie is het vermogen om zeer geringe densiteitsverschillen van elkaar te kunnen onderscheiden.
Beperkende factoren: zijn de display systeem, de beoordelaar en de omgeving (belichting).
We hebben twee verschillende soorten parameters: acquisitie parameters en reconstructie
parameters. Acquisitie parameters zijn na de scan niet meer aan te passen. Ze worden gebruikt bij
het verzamelen van de ruwe data. Reconstructie parameters zijn na de scan wel aan te passen,
worden gebruikt bij reconstrueren van de afbeelding vanuit de ruwe data.
Rotatie tijd tijd nodig is om 1 hele rotatie te maken.
Pitch de afstand die de tafel in een rotatie aflegt, per totale collimatie.
tafelverschuiving/rotatie (360)
pitch=
collimatie ¿ ¿
Coupe dikte minimaal de detector grootte tot maximaal de totale scanlengte.
Reconstructie index (increment) bepaald de (mogelijke ruimte tussen de te reconstrueren slices. Je
moet vertellen aan het systeem hoeveel hij moet opschuiven om een volgende slice te bekijken. Dit
kun je overlappend doen en dit kun je aansluitend doen. Als je overlappend kijk kun je in meerdere
plaatjes bepaalde details zichtbaar maken en verschillen beter zichtbaar maken.
Kernel (convolutie filter) een bewerking op de ruwe data waarbij versterking of verzwakking
veranderingen in signaalintensiteiten te weeg brengt.
College 2
Spatiële resolutie: Inplane spatiële resolutie (x/y) in het axiale vlak en gaat over pixel grootte, Not-
inplane spatiële resolutie (z) in het longitudinale vlak, voxel diepte. Contrast resolutie en spatiële
resolutie vormen samen de beeld kwaliteit. Contrast is afhankelijk van de hoeveelheid signaal en van
de hoeveelheid ruis, dus de signaal ruis verhouding.
Acquisitie parameters: na de scan niet meer aan te passen, worden gebruikt bij het verzamelen van
de ruwe data. (kV, mAs, collimatie, pitch).
Reconstructie parameters: na de scan wel aan te passen, worden gebruikt bij het reconstrueren van
de afbeelding vanuit de ruwe data. (FOV, matrix, slice thickness, slice increment, filter)
Buisspanning (kV): als je kV verhoogd krijg je groter spannings verschil, met een grotere energie gaan
de deeltjes over naar de anode, en er word ook remstraling ontwikkeld met meer energie. Bij een
dunner object kun je een lager kV gebruiken. Hoe lager de kV hoe meer er word geabsorbeerd en
minder uittreed. Lager kV hoger contrast. Hoge kV minder contrast omdat er meer uittreed en
minder verschil te zien is.
Buisstroom (mAs): hoe hoger de buisstroom hoe meer deeltjes er los komen en in de elektronen
wolk blijven hangen en met het spannings verschil naar de anode kunnen gaan. Meer deeltjes 
meer signaal  meer contrast resolutie.
Röntgenbuis: kunnen iets zeggen over de spatiële resolutie, de projectie op de collimatie is wat
anders dan bij standaard röntgen we spreken van het Dynamic Focal Spot (DFS). Op twee hoeken

, word de bundel gestuurd. Verdubbelt de straaldichtheid en dus verdubbelt de spatiële resolutie met
gelijk aantal detectoren in de XY-richting. Focus wordt elektrisch gestuurd op twee altenererde
plekken op de anode. Hierdoor zie je net wat meer.
Z-focal spot (een verandering in de Z richting): focus wordt elektrisch gestuurd op vier altenererde
plekken op de anode. Resultaat: verdubbeling van de spatiële resolutie in de Z-richting. Binnen
bepaalde detectoren 2 keer een hoek te doen krijg je het dubbele aantal plaatjes.
Collimatie: hoeveelheid detectoren, je kunt kiezen hoeveel detectoren je gebruikt.
tafelverschuiving per rotatie (360)
Pitch: Pitch= m is het aantal detector rijen, je krijgt hier een
collimatie(Mx slice thickness)
spiraal, de pitch mag niet groter zijn dan 2. Hoge pitch  snel , en lage signaal ruis verhouding
(minder deeltjes interactie), lage pitch langzaam, meer interactie, meer deeltjes per vierkante cm
en dus een betere signaal ruisverhouding. De effectieve plak dikte is afhankelijk van de sinus (de
curve als je hem door snijd. Grotere plak dikte, minder lijnen paren per mm, slechte spatiële
resolutie. Hoe kleiner de pitch hoe meer straling omdat je meer scant.
Dosis eenheid: geabsorbeerde dosis: D
in J/kg= Gray (Gy). Meten in het
lichaam is onmogelijk, meten in
fantoom kan wel. Computed
tomographu dose index= CTDI.




College 3 CT schedel, hals
Positionering head first, supine,
fixatie (kin naar de borst) daarbij word
de basislijn loodrecht. De uitvoering sequentieel vs spiraal. De parameters in het hoofd heb je
twee verschillende parameters omdat je bot en hersenweefsel hebt met grote contrast verschillen en
je hebt witte en grijze stof met kleine contrastverschillen. Dus bij een laag natuurlijk contrast verschil:
120kV, 300-400 mAs, ww/wl 80/40. Bij een hoog natuurlijk contrast verschil: 120kV, <150 mAs,
ww/wwl 400/40-2500/250. De belangrijkste indicaties voor CT schedel: CVA, trauma (fractuur),
angiografie (hals/hoofd). CVA: ongeluk in de bloedvaten, bloedig of niet bloedig. Gebruiken we
contrast bij onderzoek naar CVA?--> je wil contrast het liefst niet zomaar tegen de hersenen aan
hebben. We weten niet of het bloedig is of niet bloedig. Als het bloedig is kun je al verdrukking
ervaren en door er nog meer volume bij te doen word het erger. Een bloedig CVA: subduraal
hematoom (SDH) onder het dura je hebt een soort halvemaan, epiduraal hematoom (EDH) tussen
€3,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
judithvanhulten3

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
judithvanhulten3 Fontys Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
4
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
4
Documenten
11
Laatst verkocht
1 jaar geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen