Inleiding onderzoeksmethoden
Week 1
Wat is bedrijfsonderzoek?
Waarom is een cursus in bedrijfsonderzoek belangrijk? Bedrijfsonderzoek is “Een reeks goed
doordachte activiteiten en zorgvuldig uitgevoerde data-analyses, die een manager helpen om een
probleem te vermijden, te minimaliseren, of op te lossen.”
Je dient exact te kunnen aangeven wat een probleem is en wat de verbonden factoren zijn die
hieraan verbonden zitten. Verder is bedrijfsonderzoek het verzamelen van gegevens en analyseren
daarvan. Onderzoek heeft het doel dat beslissingen van manager zijn gebaseerd op feiten en niet
meer op intuïtie en ervaring. Het is van belang voor jouzelf om bedrijfsonderzoek te kunnen
uitvoeren om kleinere problemen die je tegen komt op te lossen. Verder moet je in staat zijn om te
kunnen aansturen. Om bepaalde problemen op te lossen heb je interactie nodig met
onderzoekers en/of onderzoeksbureau’s. Je moet hiervoor wel de goede vragen stellen en weten
hoe te communiceren. Tenslotte moet je het bedrijfsonderzoek kunnen evalueren. Je moet
onderscheid kunnen maken tussen goede en slechte voorstellen en onderscheid kunnen maken
tussen goede en slechte academische studies.
1. Mythe 1: Managers zijn van Mars en onderzoekers zijn van Venus.
Het is geen vereiste voor een manager om bedrijfsonderzoek te doen.
Werkelijkheid: Managers met kennis van onderzoek hebben een voordeel ten
opzichte van managers zonder kennis van onderzoek.
2. Mythe 2: Het meeste onderzoek wordt niet gelezen.
Bedrijfsonderzoek belandt na het uitvoeren in de onderste lade.
Werkelijkheid: Voor een goede manager hoeft onderzoek niet intimiderend
te zijn.
3. Mythe 3: De ‘big bucks’ mythe
Bedrijfsonderzoek is alleen voor de rijkste organisaties
Werkelijkheid: Bedrijfsonderzoek is zeer divers; het kan goedkoop zijn, het kan duur zijn.
4. Mythe 4: De ‘grote beslissing’ mythe
Bedrijfsonderzoek is alleen nuttig bij belangrijke beslissingen.
Werkelijkheid: Voor kleine beslissingen voeren goede managers hun eigen onderzoek uit.
5. Mythe 5: De ‘universele waarheid’ myhte
Er is maar één beste manier om een bedrijfsprobleem te onderzoeken
Werkelijkheid: Er bestaat niet zoiets als een absolutie waarheid in het bedrijfsleven. Er is niet 1
perfecte oplossing.
Kenmerken van goed bedrijfsonderzoek
- Doelgericht
Het ‘waarom’ van je onderzoek. Je mag geen onderzoek uitvoeren zonder te weten wat het nu
precies is wat je wil begrijpen en op welke vraag je antwoord wil.
- Rigoureus
Zorg voor een goede theoretische basis en voor een methodologisch ontwerp
(onderzoeksopzet). Je kunt alleen de juiste conclusies trekken als de methoden ook klopt bij
het onderzoek. Belangrijk hierbij is dat je een representatieve steekproef hebt en de goede
vragen stelt.
- Objectief
Conclusies trek je op basis van feiten en niet op basis van subjectieve ideeën.
- Eenvoudig
Het ‘wegscheren’ van onnodige details. Op deze manier is je onderzoek maar op één manier te
interpeteren en voorkom je interpretatie fouten.
,- Herproduceerbaar
Als onderzoeker zou je dezelfde resultaten moeten vinden als je het onderzoek onder
soortgelijke omstandigheden later herhaald. Je moet andere in staat stellen om jouw onderzoek
te herhalen en dus moet je de stappen bijhouden die jij zet.
- Generaliseerbaar
De onderzoeksresultaten kunnen gebruikt worden in een breed scala aan toepassingen. Dit
geldt alleen bij fundamenteel onderzoek en (bijna) niet bij toegepast onderzoek.
➡ Toegepast onderzoek dient om een actueel probleem van een manager op te lossen die vaak
alleen van toepassing is op een specifiek bedrijf. Dit wordt vaak uitgevoerd binnen bedrijven of
onderzoeksbureaus.
➡ Fundamenteel onderzoek is het ontwikkelen van nieuwe kennis over hoe problemen die zich in
verschillende bedrijven voordoen, kunnen worden opgelost. Geldt voor verschillende
organisatorische toepassingen. Dit wordt vaak uitgevoerd binnen universiteiten en kennis
instituten.
Het 7 Staps onderzoeksproces
Deductief onderzoek gaat uit van theorie en bouwt een theoretisch kader. De theorieën worden
getest. Deductief wordt ook wel top down onderzoek genoemd.
Stappen: Je hebt een theorie, doet een voorlopige hypothese, doet een observatie en vervolgens
krijg je een bevestiging.
Inductief onderzoek draait om het generen van data en het ontwikkelen van theorie. Er wordt
gebruik gemaakt van kwantitatieve data (getallen). Inductief wordt ook wel bottum op onderzoek
genoemd. Stappen: Je doet een observatie, vormt een patroon, doet een hypothese en stelt
vervolgens een theorie.
Het 7 Staps deductieve onderzoeksproces (Van theorie naar data)
I. Definieer het bedrijfsprobleem
II. Formuleer de probleemstelling
III. Ontwikkel een theoretisch kader
IV. Kies een onderzoeksontwerp
V. Verzamel data
VI. Analyseer data
VII. Schrijf op
Het 7 staats inductieve onderzoeksproces (Van data naar theorie)
I. Definieer het bedrijfsprobleem
II. Formuleer de probleemstelling
III. Geef een conceptuele achtergrond
IV. Kies een onderzoeksontwerp
V. Verzamel data
VI. Analyseer data
VII. Ontwikkel theorie
Week 2
Webclip 1
Een bedrijfsprobleem is het verschil tussen de gewenste situatie en de werkelijke situatie. De
gewenste situatie is niet problematisch, maar kan verbeterd worden. De werkelijke situatie is
problematisch en moet zo snel mogelijk opgelost worden.
, Wat zijn de eigenschappen van een goed bedrijfsprobleem?
1. Uitvoerbaar
2. Relevant
a. Academisch
b. Praktisch
1. Wat zijn de eigenschappen van een goed bedrijfsprobleem? Uitvoerbaarheid
- Is het probleem afgebakend?
- Kan het probleem in variabelen worden uitgedrukt?
- Kan je de benodigde data verkrijgen?
- Bestaande data
- Nieuwe data
Wat zijn de eigenschappen van een variabele?
- Varieert
- Op verschillende tijdstippen voor eenzelfde persoon/ bedrijf
- Op dezelfde tijd voor verschillende personen/ bedrijven
- Meetbaar
- Concreet
2a. Wat zijn de eigenschappen van een goed bedrijfsprobleem? Praktische relevantie
Wie heeft er baat bij dat het probleem wordt opgelost?
- Managers
Van 1 bedrijf, 1 industrie of meerdere industrie
- Eindgebruikers (Consumenten, investeerder, belastingbetalers)
- Beleidsmakers (Overheden, EU)
2b. Wat zijn de eigenschappen van een goed bedrijfsprobleem? Academische relevantie
- Nieuw topic
Het topic is belangrijk, maar er is nog geen onderzoek over gedaan
- Nieuwe context
Er is eerder onderzoek naar gedaan, maar niet in deze context
- Integreren van versnipperd bestaand onderzoek
Bijvoorbeeld verschillende studies hebben gefocust op verschillende IV’s/ moderatoren; hun
belangrijkheid is niet duidelijk
- Verzoenen van tegenstrijdige resultaten in bestaand onderzoek
Bijvoorbeeld uitleggen door moderatoren te introduceren
Week 3
Webclip 2
We focussen ons in deze Web Clip op de tweede stap van het deductieve onderzoek proces: Het
formuleren van de probleemstelling. Dit is ook de tweede stap van het inductieve
onderzoeksproces.
Wat maakt een goede probleemstelling?
Je definieert een bedrijfsprobleem. Het probleem is nog op managers gefocust en zet je om naar
een ‘onderzoek gefocust’ probleem. Voorafgaand onderzoek zal je bij deze omzetting helpen.
Voorafgaand onderzoek bestaat uit achtergrond informatie over de organisatie en achtergrond
onderzoek over het onderwerp.
- Een goede probleemstelling is geformuleerd in termen van variabelen en relaties tussen de
variabelen.
- De probleemstelling is een open vraag; hij is dus niet met ja of nee te beantwoorden.
Week 1
Wat is bedrijfsonderzoek?
Waarom is een cursus in bedrijfsonderzoek belangrijk? Bedrijfsonderzoek is “Een reeks goed
doordachte activiteiten en zorgvuldig uitgevoerde data-analyses, die een manager helpen om een
probleem te vermijden, te minimaliseren, of op te lossen.”
Je dient exact te kunnen aangeven wat een probleem is en wat de verbonden factoren zijn die
hieraan verbonden zitten. Verder is bedrijfsonderzoek het verzamelen van gegevens en analyseren
daarvan. Onderzoek heeft het doel dat beslissingen van manager zijn gebaseerd op feiten en niet
meer op intuïtie en ervaring. Het is van belang voor jouzelf om bedrijfsonderzoek te kunnen
uitvoeren om kleinere problemen die je tegen komt op te lossen. Verder moet je in staat zijn om te
kunnen aansturen. Om bepaalde problemen op te lossen heb je interactie nodig met
onderzoekers en/of onderzoeksbureau’s. Je moet hiervoor wel de goede vragen stellen en weten
hoe te communiceren. Tenslotte moet je het bedrijfsonderzoek kunnen evalueren. Je moet
onderscheid kunnen maken tussen goede en slechte voorstellen en onderscheid kunnen maken
tussen goede en slechte academische studies.
1. Mythe 1: Managers zijn van Mars en onderzoekers zijn van Venus.
Het is geen vereiste voor een manager om bedrijfsonderzoek te doen.
Werkelijkheid: Managers met kennis van onderzoek hebben een voordeel ten
opzichte van managers zonder kennis van onderzoek.
2. Mythe 2: Het meeste onderzoek wordt niet gelezen.
Bedrijfsonderzoek belandt na het uitvoeren in de onderste lade.
Werkelijkheid: Voor een goede manager hoeft onderzoek niet intimiderend
te zijn.
3. Mythe 3: De ‘big bucks’ mythe
Bedrijfsonderzoek is alleen voor de rijkste organisaties
Werkelijkheid: Bedrijfsonderzoek is zeer divers; het kan goedkoop zijn, het kan duur zijn.
4. Mythe 4: De ‘grote beslissing’ mythe
Bedrijfsonderzoek is alleen nuttig bij belangrijke beslissingen.
Werkelijkheid: Voor kleine beslissingen voeren goede managers hun eigen onderzoek uit.
5. Mythe 5: De ‘universele waarheid’ myhte
Er is maar één beste manier om een bedrijfsprobleem te onderzoeken
Werkelijkheid: Er bestaat niet zoiets als een absolutie waarheid in het bedrijfsleven. Er is niet 1
perfecte oplossing.
Kenmerken van goed bedrijfsonderzoek
- Doelgericht
Het ‘waarom’ van je onderzoek. Je mag geen onderzoek uitvoeren zonder te weten wat het nu
precies is wat je wil begrijpen en op welke vraag je antwoord wil.
- Rigoureus
Zorg voor een goede theoretische basis en voor een methodologisch ontwerp
(onderzoeksopzet). Je kunt alleen de juiste conclusies trekken als de methoden ook klopt bij
het onderzoek. Belangrijk hierbij is dat je een representatieve steekproef hebt en de goede
vragen stelt.
- Objectief
Conclusies trek je op basis van feiten en niet op basis van subjectieve ideeën.
- Eenvoudig
Het ‘wegscheren’ van onnodige details. Op deze manier is je onderzoek maar op één manier te
interpeteren en voorkom je interpretatie fouten.
,- Herproduceerbaar
Als onderzoeker zou je dezelfde resultaten moeten vinden als je het onderzoek onder
soortgelijke omstandigheden later herhaald. Je moet andere in staat stellen om jouw onderzoek
te herhalen en dus moet je de stappen bijhouden die jij zet.
- Generaliseerbaar
De onderzoeksresultaten kunnen gebruikt worden in een breed scala aan toepassingen. Dit
geldt alleen bij fundamenteel onderzoek en (bijna) niet bij toegepast onderzoek.
➡ Toegepast onderzoek dient om een actueel probleem van een manager op te lossen die vaak
alleen van toepassing is op een specifiek bedrijf. Dit wordt vaak uitgevoerd binnen bedrijven of
onderzoeksbureaus.
➡ Fundamenteel onderzoek is het ontwikkelen van nieuwe kennis over hoe problemen die zich in
verschillende bedrijven voordoen, kunnen worden opgelost. Geldt voor verschillende
organisatorische toepassingen. Dit wordt vaak uitgevoerd binnen universiteiten en kennis
instituten.
Het 7 Staps onderzoeksproces
Deductief onderzoek gaat uit van theorie en bouwt een theoretisch kader. De theorieën worden
getest. Deductief wordt ook wel top down onderzoek genoemd.
Stappen: Je hebt een theorie, doet een voorlopige hypothese, doet een observatie en vervolgens
krijg je een bevestiging.
Inductief onderzoek draait om het generen van data en het ontwikkelen van theorie. Er wordt
gebruik gemaakt van kwantitatieve data (getallen). Inductief wordt ook wel bottum op onderzoek
genoemd. Stappen: Je doet een observatie, vormt een patroon, doet een hypothese en stelt
vervolgens een theorie.
Het 7 Staps deductieve onderzoeksproces (Van theorie naar data)
I. Definieer het bedrijfsprobleem
II. Formuleer de probleemstelling
III. Ontwikkel een theoretisch kader
IV. Kies een onderzoeksontwerp
V. Verzamel data
VI. Analyseer data
VII. Schrijf op
Het 7 staats inductieve onderzoeksproces (Van data naar theorie)
I. Definieer het bedrijfsprobleem
II. Formuleer de probleemstelling
III. Geef een conceptuele achtergrond
IV. Kies een onderzoeksontwerp
V. Verzamel data
VI. Analyseer data
VII. Ontwikkel theorie
Week 2
Webclip 1
Een bedrijfsprobleem is het verschil tussen de gewenste situatie en de werkelijke situatie. De
gewenste situatie is niet problematisch, maar kan verbeterd worden. De werkelijke situatie is
problematisch en moet zo snel mogelijk opgelost worden.
, Wat zijn de eigenschappen van een goed bedrijfsprobleem?
1. Uitvoerbaar
2. Relevant
a. Academisch
b. Praktisch
1. Wat zijn de eigenschappen van een goed bedrijfsprobleem? Uitvoerbaarheid
- Is het probleem afgebakend?
- Kan het probleem in variabelen worden uitgedrukt?
- Kan je de benodigde data verkrijgen?
- Bestaande data
- Nieuwe data
Wat zijn de eigenschappen van een variabele?
- Varieert
- Op verschillende tijdstippen voor eenzelfde persoon/ bedrijf
- Op dezelfde tijd voor verschillende personen/ bedrijven
- Meetbaar
- Concreet
2a. Wat zijn de eigenschappen van een goed bedrijfsprobleem? Praktische relevantie
Wie heeft er baat bij dat het probleem wordt opgelost?
- Managers
Van 1 bedrijf, 1 industrie of meerdere industrie
- Eindgebruikers (Consumenten, investeerder, belastingbetalers)
- Beleidsmakers (Overheden, EU)
2b. Wat zijn de eigenschappen van een goed bedrijfsprobleem? Academische relevantie
- Nieuw topic
Het topic is belangrijk, maar er is nog geen onderzoek over gedaan
- Nieuwe context
Er is eerder onderzoek naar gedaan, maar niet in deze context
- Integreren van versnipperd bestaand onderzoek
Bijvoorbeeld verschillende studies hebben gefocust op verschillende IV’s/ moderatoren; hun
belangrijkheid is niet duidelijk
- Verzoenen van tegenstrijdige resultaten in bestaand onderzoek
Bijvoorbeeld uitleggen door moderatoren te introduceren
Week 3
Webclip 2
We focussen ons in deze Web Clip op de tweede stap van het deductieve onderzoek proces: Het
formuleren van de probleemstelling. Dit is ook de tweede stap van het inductieve
onderzoeksproces.
Wat maakt een goede probleemstelling?
Je definieert een bedrijfsprobleem. Het probleem is nog op managers gefocust en zet je om naar
een ‘onderzoek gefocust’ probleem. Voorafgaand onderzoek zal je bij deze omzetting helpen.
Voorafgaand onderzoek bestaat uit achtergrond informatie over de organisatie en achtergrond
onderzoek over het onderwerp.
- Een goede probleemstelling is geformuleerd in termen van variabelen en relaties tussen de
variabelen.
- De probleemstelling is een open vraag; hij is dus niet met ja of nee te beantwoorden.
