Medicatie
Regel van 5
Juiste patiënt
Juiste medicijn
Juiste tijdstip
Juiste dosering
Juiste
toedieningswijze
Toedieningsweg Toedieningswijze Toedieningsvorm
Enteraal Oraal, sublinguaal Tablet, dragee,
capsule
Rectaal Dranken en zetpil
Parentaal Vaginaal Zalf, crème, lotion
Transdermaal pleisters
Musculair, veneus Infuus en injecties
Auraal, occulair Neusspray
Verschillende bestandsdelen
van medicatie
Gelatine omhulsel Om smaak te verbergen en
makkelijk door te slikken
Water/ alcohol Om medicatie in op te lossen
Vulstoffen of bindmiddel Om medicatie in op te lossen
Conserveringsmiddelen Om de houdbaarheid te verlengen
Smaakstoffen Om de smaak te verbeteren
Kleurstoffen Om verschil tussen medicatie aan
te duiden
, Groepen medicatie
Analgetica
Stap 1: paracetamol Wordt gebruikt als cliënten pijn
heeft, bij zowel acuut als
chronische pijn. Is geschikt voor
langdurig gebruik.
Stap 2: NSAID Is een Engelstalige afkorting en
staat voor non-steroïde
ontstekingsremmende middelen.
Heeft als kenmerk dat het
ontstekingsremmende,
koortsverlagende en pijnstillende
werking heeft.
Kan worden gebruikt in combinatie
met paracetamol maar heeft als
bijwerking dat het maagproblemen
veroorzaakt waardoor vaak een
maagbeschermer nodig is.
Voorbeelden NSAID
• Diclofenac
• Ibuprofen
• Naproxen
Stap 3. Zwakwerkende opioïde Wordt gebruikt bij hevige pijn.
Codeïne zorgt ervoor dat
pijnprikkels niet of minder sterk
aankomen in de hersenen. Artsen
schrijven codeïne voor bij hevige
pijn en (in lagere dosering) bij
kriebelhoest zonder slijm.
Tramadol onderbreekt pijnsignalen
naar de hersenen, waardoor het
gevoel van pijn vermindert of
stopt. Tramadol is geschikt voor
pijnbestrijding bij matige pijn en
artrose.
Een nadeel van opioïden als
pijnstillers is een grotere kans op
bijwerkingen. Eén op de vijf
gebruikers van tramadol
ondervindt klachten, zoals
verstopping, misselijkheid, braken
en duizeligheid.
Stap 4. Sterkwerkende opioïde Als zwakwerkende opiaten niet
afdoende zijn wordt sterkwerkende
Regel van 5
Juiste patiënt
Juiste medicijn
Juiste tijdstip
Juiste dosering
Juiste
toedieningswijze
Toedieningsweg Toedieningswijze Toedieningsvorm
Enteraal Oraal, sublinguaal Tablet, dragee,
capsule
Rectaal Dranken en zetpil
Parentaal Vaginaal Zalf, crème, lotion
Transdermaal pleisters
Musculair, veneus Infuus en injecties
Auraal, occulair Neusspray
Verschillende bestandsdelen
van medicatie
Gelatine omhulsel Om smaak te verbergen en
makkelijk door te slikken
Water/ alcohol Om medicatie in op te lossen
Vulstoffen of bindmiddel Om medicatie in op te lossen
Conserveringsmiddelen Om de houdbaarheid te verlengen
Smaakstoffen Om de smaak te verbeteren
Kleurstoffen Om verschil tussen medicatie aan
te duiden
, Groepen medicatie
Analgetica
Stap 1: paracetamol Wordt gebruikt als cliënten pijn
heeft, bij zowel acuut als
chronische pijn. Is geschikt voor
langdurig gebruik.
Stap 2: NSAID Is een Engelstalige afkorting en
staat voor non-steroïde
ontstekingsremmende middelen.
Heeft als kenmerk dat het
ontstekingsremmende,
koortsverlagende en pijnstillende
werking heeft.
Kan worden gebruikt in combinatie
met paracetamol maar heeft als
bijwerking dat het maagproblemen
veroorzaakt waardoor vaak een
maagbeschermer nodig is.
Voorbeelden NSAID
• Diclofenac
• Ibuprofen
• Naproxen
Stap 3. Zwakwerkende opioïde Wordt gebruikt bij hevige pijn.
Codeïne zorgt ervoor dat
pijnprikkels niet of minder sterk
aankomen in de hersenen. Artsen
schrijven codeïne voor bij hevige
pijn en (in lagere dosering) bij
kriebelhoest zonder slijm.
Tramadol onderbreekt pijnsignalen
naar de hersenen, waardoor het
gevoel van pijn vermindert of
stopt. Tramadol is geschikt voor
pijnbestrijding bij matige pijn en
artrose.
Een nadeel van opioïden als
pijnstillers is een grotere kans op
bijwerkingen. Eén op de vijf
gebruikers van tramadol
ondervindt klachten, zoals
verstopping, misselijkheid, braken
en duizeligheid.
Stap 4. Sterkwerkende opioïde Als zwakwerkende opiaten niet
afdoende zijn wordt sterkwerkende