Samenvatting Aardrijkskunde
Hoofdstuk 2
2.1 De aarde als systeem
Vier sferen
In de fysische geografie bestaat uit:
- De atmosfeer
- De hydrosfeer
- De lithosfeer
- De biosfeer
Atmosfeer
Atmosfeer = dampkring
Opgedeeld in 4 lagen:
- Troposfeer
- Stratosfeer
- Mesosfeer
- Thermosfeer
Troposfeer is van essentieel belang voor leven op aarde
- Bevat de kringloop van water en klimaatprocessen
- Bevat vooral zuurstof en stikstof, daarnaast Argon, methaangas, ozon en waterdamp.
Stratosfeer blokt instraling van ultraviolette straling, hierdoor worden we beschermd voor de
schadelijke invloed ervan.
Hydrosfeer en biosfeer
Veel water aan het oppervlak.
Hydrosfeer omvat:
- Oceanen
- meren en rivieren
- het grondwater en bodemwater
- gletsjers
- het vaste ijs
biosfeer omvat:
- alle levende organismen op aarde
Kringlopen
kringlopen laten relaties tussen sferen zien:
- bijvoorbeeld: gesteentekringloop (Hoofdstuk 1) vindt niet alleen in lithosfeer plaats, want relatie
tussen lithosfeer (opbouw) en atmosfeer en hydrosfeer (afbraak).
Hydrologische kringloop
, Water komt in 3 vormen voor:
- Vast
- Vloeibaar
- Gasvormig
Water bepaalt voor een groot deel het klimaatsysteem en het is een belangrijk element van de
exogene krachten die de landschappen vormgeven.
hydrologische kringloop bestaat uit:
- evaporatie (zee, rivieren, meren)
- transpiratie (planten)
- condensatie (wolken)
- neerslag, infiltratie, afstroming
Stralingsbalans
De grote motor van de kringlopen en de processen in de sferen is de energie van de zon.
Stralingsbalans: de balans tussen inkomende en uitgaande energie.
Zonlicht in dampkring:
- deels weerkaatst door wolken en aardoppervlak en deels omgezet in warmte en uitgestraald
- verwarming atmosfeer door aardoppervlak
- broeikasgassen stralen deel warmte weer terug naar aarde
- door dit broeikaseffect gemiddelde temperatuur op aarde 15⁰C
Stralingsbalans op verschillende plekken op aarde
Op lange termijn is stralingsbalans constant. Op korte termijn zijn er grote verschillen door:
dag en nacht
seizoenen
breedtegraad (invalshoek zonnestralen bij polen groter en langere weg door atmosfeer)
albedo (reflectievermogen hangt af van aard en kleur oppervlak: hoe meer reflectie hoe meer
warmteverlies
Conclusie energiebalans
- op hoge breedte hele jaar tekort
- bij evenaar hele jaar overschot
- oceaanstromen en luchtcirculatie transporteren warmte en kou en zorgen voor minder extreme
verschillen op aarde
Hoofdstuk 2
2.1 De aarde als systeem
Vier sferen
In de fysische geografie bestaat uit:
- De atmosfeer
- De hydrosfeer
- De lithosfeer
- De biosfeer
Atmosfeer
Atmosfeer = dampkring
Opgedeeld in 4 lagen:
- Troposfeer
- Stratosfeer
- Mesosfeer
- Thermosfeer
Troposfeer is van essentieel belang voor leven op aarde
- Bevat de kringloop van water en klimaatprocessen
- Bevat vooral zuurstof en stikstof, daarnaast Argon, methaangas, ozon en waterdamp.
Stratosfeer blokt instraling van ultraviolette straling, hierdoor worden we beschermd voor de
schadelijke invloed ervan.
Hydrosfeer en biosfeer
Veel water aan het oppervlak.
Hydrosfeer omvat:
- Oceanen
- meren en rivieren
- het grondwater en bodemwater
- gletsjers
- het vaste ijs
biosfeer omvat:
- alle levende organismen op aarde
Kringlopen
kringlopen laten relaties tussen sferen zien:
- bijvoorbeeld: gesteentekringloop (Hoofdstuk 1) vindt niet alleen in lithosfeer plaats, want relatie
tussen lithosfeer (opbouw) en atmosfeer en hydrosfeer (afbraak).
Hydrologische kringloop
, Water komt in 3 vormen voor:
- Vast
- Vloeibaar
- Gasvormig
Water bepaalt voor een groot deel het klimaatsysteem en het is een belangrijk element van de
exogene krachten die de landschappen vormgeven.
hydrologische kringloop bestaat uit:
- evaporatie (zee, rivieren, meren)
- transpiratie (planten)
- condensatie (wolken)
- neerslag, infiltratie, afstroming
Stralingsbalans
De grote motor van de kringlopen en de processen in de sferen is de energie van de zon.
Stralingsbalans: de balans tussen inkomende en uitgaande energie.
Zonlicht in dampkring:
- deels weerkaatst door wolken en aardoppervlak en deels omgezet in warmte en uitgestraald
- verwarming atmosfeer door aardoppervlak
- broeikasgassen stralen deel warmte weer terug naar aarde
- door dit broeikaseffect gemiddelde temperatuur op aarde 15⁰C
Stralingsbalans op verschillende plekken op aarde
Op lange termijn is stralingsbalans constant. Op korte termijn zijn er grote verschillen door:
dag en nacht
seizoenen
breedtegraad (invalshoek zonnestralen bij polen groter en langere weg door atmosfeer)
albedo (reflectievermogen hangt af van aard en kleur oppervlak: hoe meer reflectie hoe meer
warmteverlies
Conclusie energiebalans
- op hoge breedte hele jaar tekort
- bij evenaar hele jaar overschot
- oceaanstromen en luchtcirculatie transporteren warmte en kou en zorgen voor minder extreme
verschillen op aarde